Home Vensters op de wereld

Vensters op de wereld

  • Gepubliceerd op: 17 december 2019
  • Laatste update 11 apr 2023
  • 5 minuten leestijd
Vensters op de wereld

Glas verbreedt letterlijk onze blik, stelt Annegreet van Bergen vast. Dankzij brillen, microscopen en steeds grotere vensterruiten gaan er werelden voor ons open.

Glas doet wonderen. Dat zie je in Amsterdam-Noord, waar de ene na de andere industriële locatie wordt omgetoverd tot hotspot vol creatieve, culturele en uitgaansactiviteiten. Zo ook het gebied rond het Gedempt Hamerkanaal. Evenementenlocatie De Kromhouthal en café-restaurant Stork zijn daar hip middelpunt. Hun namen verwijzen naar de bedrijven die hier in de vorige eeuw in grote fabriekshallen machines maakten. Deze hallen zijn nu prachtige plekken, die hun charme voor een groot deel danken aan het magnifieke uitzicht op het altijd levendige water van het IJ.

Maar dat was niet altijd zo. De hallen zijn al pakweg een eeuw oud, maar het uitzicht nog geen tien jaar. Dat wil zeggen, de glazen wand aan de IJ-zijde van De Kromhouthal is spiksplinternieuw en bij Stork is de muur onder de oorspronkelijke kleine raampjes tot op tafelhoogte weggebroken. Op die plek zitten nu ruime ramen. Zo komt er niet alleen wat daglicht naar binnen, maar kijk je door de ruiten ook naar buiten. Een fraai uitzicht op het IJ? Dat was in de fabriek van vroeger van geen enkel gewicht. Het zou hooguit de arbeiders van hun werk houden.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

In onze huidige vrijetijds- en beleveniseconomie worden licht en uitzicht daarentegen steeds belangrijker. Vlak- of vensterglas speelt in de moderne architectuur een steeds belangrijkere rol. Nieuwe technieken zorgen ervoor dat dubbelglas niet alleen warmte- en geluidsisolerend is, maar ook in steeds grotere oppervlakten kan worden gemaakt. Het past allemaal in de trend dat gebouwen in de loop der eeuwen almaar grotere ramen hebben gekregen.

De hallen zijn een eeuw oud, het uitzicht nog geen tien jaar

Die ontwikkeling kwam rond 1850 in een stroomversnelling. In de eeuwen daarvoor waren ramen klein en uiterst kostbaar. In Een huis vol vertelt Bill Bryson over een schepen in het Britse Doncaster die na zijn overlijden in 1590 zijn huis aan zijn vrouw naliet, maar de ramen aan zijn zoon. In diezelfde periode werden de ramen van Alnwick Castle verwijderd en opgeslagen als de eigenaren er niet waren. Dan was het risico op breken zo klein mogelijk.

Glas bestaat uit een mengsel van zand, soda en kalk. Dat mengsel wordt door verhitting vloeibaar gemaakt, vervolgens wordt het in de gewenste vorm gebracht en daarna laat men het stollen. Aanvankelijk werd alle glas geblazen. Ook vensterglas. Kort gezegd gebeurde dat door bol glas aan een blaaspijp tot een platte schijf te slingeren, waaruit ruitjes werden gesneden. In de zeventiende eeuw vond een belangrijke verandering plaats, want voor het eerst werd glas gegoten – in een bak met zand, waarop zich een platte plaat vormde. Dit soort glas werd vooral gebruikt voor spiegels. Ook toen het voor vensters werd gebruikt, heette het vaak nog spiegelglas.

De productie van dit ‘spiegelglas’ werd in de loop van de negentiende eeuw steeds geavanceerder en grootschaliger. Er werden machines gebruikt voor het gieten, afkoelen en slijpen. In de bouw werd gretig gebruikgemaakt van dit vernieuwde materiaal. Zo werd in 1850 voor de Wereldtentoonstelling in Londen een immens gebouw, het Crystal Palace, uit glas en ijzer opgetrokken. Het principe vond brede navolging. Er werden, in antwoord op het snelgroeiende vervoer per trein, stations van glas en ijzer gebouwd. Net als zogeheten wintertuinen en winkelgalerijen. Ook werd de traditionele winkelkast – een benepen hokje met wat handelswaar – vervangen door etalages met steeds grotere ruiten, vaak over de volle breedte van de winkelpui. Zo kon het winkelend publiek zich vergapen aan verleidelijk uitgestalde producten. De wereld brak open. Glas verbond binnen met buiten, en omgekeerd.

In hun boek Glass – A World History besteden Alan Macfarlane en Gerry Martin slechts beperkt aandacht aan het gebruik van vlakglas in de bouw. Zij leggen de nadruk op de rol die glas heeft gespeeld bij de wetenschappelijke ontdekkingen en het empirisme, die sinds de zeventiende eeuw het leven van alledag ingrijpend hebben veranderd. De lenzen van de telescoop waarmee natuur- en sterrenkundige Galileo Galilei (1564-1642) het sterrenstelsel bestudeerde waren van glas. Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723) had eveneens glas nodig om zijn microscoop te maken. Ook baanbrekende scheikundige proeven en experimenten konden alleen dankzij glazen retorten en reageerbuizen worden uitgevoerd. Het is bijna niet voor te stellen hoe de wereld er zou hebben uitgezien zonder glas. Want ook bij de ontwikkeling van bijvoorbeeld de thermometer of de stoommachine speelde glas een rol. En zonder glas waren er ook geen gloeilampen geweest en dus ook geen elektrisch licht.

En stel je eens een wereld zonder brillen voor. Dan konden 50-plussers geen priegelwerkjes meer verrichten of een boek lezen. Dat ouderen dat nu wél kunnen, danken we aan de leesbril. Ook in dat opzicht doet glas wonderen.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 1 - 2020