Een Qatarees cadeau leidt tot ophef in de VS: het emiraat wil president Donald Trump een vliegtuig ter waarde van 400 miljoen dollar schenken. Diplomatieke giften zijn al sinds de Oudheid een belangrijk onderdeel van internationale betrekkingen. Zo kregen heersers vroeger olifanten, relikwieën en koffieplantjes cadeau.
President Trump vindt de controverse rond het cadeau uit Qatar maar onzin: hij wil het vliegtuig als Air Force One gaan gebruiken. Maar critici zien het als een doorzichtige vorm van corruptie en omkoping. Door de eeuwen heen gaven landen en heersers elkaar vaak cadeaus om indruk te maken, te paaien of om elkaar om te kopen. Een gift kon van alles zijn, van schitterende juwelen tot bijzondere rijdieren.
Een olifant voor Karel de Grote
Zo ontving Karel de Grote in 797 een bijzonder cadeau van de Abbasiden. Hij had met hen een bondgenootschap gesloten om de Omajjaden van het Iberische Schiereiland te verdrijven. De alliantie werd bestendigd door een uitwisseling van grote geschenken. Een van de giften aan Karel was een Indische olifant genaamd Abul-Abbas.

Karel liet het dier door verscheidene Duitse steden paraderen om zijn macht te tonen. De inwoners keken hun ogen uit. Volgens de overlevering werd Abul-Abbas in Friesland zelfs als strijdolifant ingezet tegen een leger binnengevallen Denen. In 810 overleed de olifant plotseling, vermoedelijk door een longontsteking die het dier had opgelopen bij het overzwemmen van de Rijn. In de Dom van Aken is nog altijd een ivoren slagtand te bewonderen die van Karels olifant afkomstig zou zijn.
Polen kreeg een heilige speer
Relikwieën golden in de Middeleeuwen ook als bijzondere giften. In het jaar 1000 gaf de Rooms-Duitse keizer Otto III aan hertog Bolesław van Polen de Lans van Sint Mauritius cadeau. Het zou de speer zijn waarmee Jezus was gestoken toen hij aan het kruis hing. Het bloed van Christus zou het wapen speciale krachten hebben gegeven.

Het was een dermate belangrijk geschenk dat de speer vanaf Bolesławs kroning in 1025 een essentieel onderdeel werd van de Poolse regalia. Dat bleef het tot de vernietiging van de Poolse staat tijdens de Derde Poolse deling in 1795. Toen bemachtigde Pruisen de lans en de rest van de Poolse kroonjuwelen, die in de collectie van de Hohenzollerns in Berlijn terechtkwamen. In 1809 werden de Poolse regalia omgesmolten op orders van koning Willem III, om nieuwe munten van te laten slaan.
Republiek maakte Lodewijk verslaafd aan koffie
Niet alleen de monarchen van Europa wisten hoe ze staatsheren moesten verwennen met cadeaus. De Republiek der Nederlanden beheerste de kunst van het geven ook.
Koffie gold eeuwenlang als luxeproduct. Volken in het Rode Zeegebied hadden vanaf de vijftiende eeuw een monopolie op de productie en verkoop van het ‘zwarte goud’, totdat de Nederlandse koopman Pieter van den Broecke een plantje wist te stelen uit Mekka en meenam naar Amsterdam. Dit plantje was de stamvader van de koffieplantages die zouden worden aangelegd in Nederlands-Indië.
Een stekje van de plant werd later door de burgemeester van Amsterdam aan Lodewijk XIV geschonken. Lodewijk werd dol op het drankje en al snel verspreidde de koffierage zich onder de Europese elite. Een Franse zeeofficier stal jaren later een stekje van de geschonken plant en exporteerde het naar de Franse Cariben, waar het aan de basis stond van de Franse plantages in de Nieuwe Wereld.

Bij elkaar geraapt zooitje en een brief
Toen de Nederlandse schepen in 1609 Japan naderde, kwamen de kapiteins en ambassadeurs tot de conclusie dat ‘er niets in deze schepen aanwezig was dat als gift kon dienen.’ Wat volgde was een wanhopige improvisatie. Een van de leden van de raad werd naar Nagasaki gestuurd om luxegoederen te kopen om de shogun mee te verwennen. Het resultaat: twee kisten onbewerkte zijde, honderddertig staven lood, twee gouden bekers en wat ivoor. De scheepsraad zelf was niet eens onder de indruk van waar ze mee op de proppen was gekomen, laat staan de shogun. Daarom deden de ambassadeurs een vage belofte aan de shogun: de volgende schepen zouden ‘meer tevredenheid voor zijne Majesteit opleveren’.
De scheepsraad zelf was niet eens onder de indruk van waar ze mee op de proppen was gekomen, laat staan de shogun
De ambassadeurs hadden het geluk dat ze ook een brief van stadhouder Maurits bij zich hadden, die ze tot het middelpunt van de diplomatieke uitwisseling maakten. Brieven aan Aziatische vorsten waren vaak geschenken op zichzelf. Roomwit papier gevuld met een overdaad aan zegels, stempels en gouden letters gaf dit soort brieven een rijke uitstraling. Daarnaast bevatte de brief ook een ontastbaar, maar toch waardevol geschenk aan de shogun: stadhouder Maurits’ vriendschap. De brief moet indruk hebben gemaakt op de shogun, want de Republiek en Japan zouden uitgebreide handelscontacten aangaan.
Stalin had een museum nodig voor al zijn cadeaus
De persoonlijkheidscultus rond Sovjetleider Jozef Stalin was zó groot, dat zijn onderdanen hem aan één stuk door cadeaus stuurden. Dankzij alle satellietstaten, bondgenoten en deelrepublieken van de Sovjet-Unie was er geen gebrek aan diplomatieke giften voor Stalin. Uit Azerbeidzjan kreeg hij bijvoorbeeld een gigantisch portret van hemzelf op een handgeweven tapijt. Dit tapijt was 70 m2 groot en bestond uit 35 miljoen knopen.
Een delegatie uit China gaf Stalin eens een olifantenslagtand, waarin een draak die door de wolken scheert was gesneden. Gravin Nancy Astor, het eerste vrouwelijke lid van het Britse parlement, stuurde na een ontmoeting met de Sovjetleider een unieke kan naar Stalin. Daarop staat een scène afgebeeld waarbij een Russische beer Napoleon vasthoudt. Stalin ontving in totaal 23.000 geschenken. Het waren er zo veel, dat hij op zijn zeventigste verjaardag in 1949 een galerij opende, waar de bevolking een deel van zijn giftcollectie kon bewonderen. De Sovjetcensuur deed ook hier zijn werk. Een erotische scène op een Toscaanse vaas werd bedekt, zodat het volk niet gecorrumpeerd zou raken door de aanblik van een man en vrouw in een iets te innige omhelzing.
