Trouwen in een feestelijke witte jurk, dat is tegenwoordig de wens van veel vrouwen. Toch zagen trouwjaponnen er niet altijd zo uit. Dat blijkt uit een tentoonstelling in het Fries Museum.
Toen Isabella Stinstra uit Harlingen op 5 augustus 1782 in het huwelijk trad met de Amsterdammer Pieter de Clercq, hoefden de gasten niet te twijfelen aan haar afkomst. Ze droeg een nauwsluitend jak op een wijde rok, volgens de Friese traditie. Ook haar beugeltas was typisch Fries. De jonge bruid combineerde Franse elegantie met lokale traditie. Een trouwjurk was een uiting van identiteit, een manier om geloof, persoonlijke smaak, sociale klasse en plaatselijke cultuur te tonen.
Meer beeldessays lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
De afgelopen eeuwen ging de bruidsmode gelijk op met de alledaagse vrouwenmode, die op haar beurt samenhing met maatschappelijke ontwikkelingen. Zo was wit rond 1800 een populaire kleur in dagelijkse kleding vanwege de hernieuwde interesse in de klassieke Oudheid. Ook werd wit geassocieerd met zuiverheid, puurheid en onschuld.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Maar voor hun trouwjurk kozen zeker vrouwen uit de lagere klassen vaak een andere kleur, omdat ze hem na de bruiloft vaker wilden dragen. Zwart was populair, want dan kon de jurk na de bruiloft nog dienst doen bij begrafenissen, kerkgang en feestelijke gelegenheden.
Koninklijke bruiden droegen zilver. Ook koningin Wilhelmina trouwde in 1901 in zilverbrokaat, maar dat was voor gewone mensen niet weggelegd.
Koningin in wit
Koningin Victoria kiest in 1840 voor het in koninklijke kringen ongebruikelijke wit voor haar bruidsjurk, met een sluier en decoratie van oranjebloesem. Haar portret wordt wijd verspreid onder de bevolking en heeft op deze manier veel invloed op de mode. Victoria zou trouwen in het wit in het Verenigd Koninkrijk een boost hebben gegeven.
Door de opkomende vrouwenemancipatie en interesse in sport werd rond 1900 praktische kleding voor vrouwen populair. Sommige vrouwen trouwden zelfs in een zogeheten ‘wandelkostuum’, een soort mantelpak. Tijdens de Eerste Wereldoorlog ontstond een tekort aan kledingstoffen en gingen veel vrouwen in de fabriek werken. Hierdoor werd de mode eenvoudiger.
Na de oorlog kregen vrouwen meer vrijheid en werd de trouwjurk gebaseerd op avondkleding. De toegenomen welvaart in de jaren vijftig betekende dat ook vrouwen uit de lagere klassen zich een bijzondere trouwjurk konden veroorloven. Wit werd de uitgekozen bruidskleur; alleen oudere vrouwen trouwden nog in andere kleuren. De stijl van de jurken was traditioneel. Maar in de rebelse jaren zestig werd ook de bruidsmode moderner, kleurrijker, met soms korte jurkjes en zelfs broeken.
Twee bruidsjurken
Als in 2001 het eerste homohuwelijk wordt voltrokken, moeten de aanstaande bruiden AnneMarie Thus en Hélène Faasen ieder een jurk uitkiezen. Ze stemmen de japonnen op elkaar af. Om er niet samen uit te zien als één grote slagroomtaart, kiest AnneMarie voor een zachtgele jurk.
De huwelijken van beroemdheden dienden steeds vaker als inspiratiebron voor trouwjaponnen. En dan niet alleen koninklijke jurken, maar ook jurken van andere bekende mensen. Er werden zelfs kopieën van beroemde trouwjurken verkocht. De massaproductie van kleding gold sinds het begin van deze eeuw ook voor de bruidsmode: winkels als H&M en zelfs Zeeman boden hun eigen bruidsjurken aan. Tegenwoordig wordt het steeds populairder om tweedehands te shoppen. Ook bruidsjurken kunnen nu ‘pre-loved’ worden gekocht, om vervolgens voor de draagster te worden aangepast.
Meer info
Dit beeldessay is gebaseerd op de tentoonstelling ‘Ja, ik wil! 250 jaar trouwjurken’, die tot en met 16 februari 2025 te zien is in het Fries Museum in Leeuwarden.