Home Dossiers Cleopatra Het Oude Egypte: Opkomst en ondergang van een beschaving

Het Oude Egypte: Opkomst en ondergang van een beschaving

  • Gepubliceerd op: 30 maart 2011
  • Laatste update 02 jan 2023
  • Auteur:
    Anton van Hooff
  • 4 minuten leestijd
Het Oude Egypte: Opkomst en ondergang van een beschaving
Cover van
Dossier Cleopatra Bekijk dossier

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Historischnieuwsblad.nl? U bent al lid vanaf €1,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Ooit schokten we geschiedenisdocenten door met een leerboek voor de brugklas te komen zonder het ‘lekkere’ Egypte. Vanwege de beperkte lestijd moesten nu eenmaal keuzes worden gemaakt. En de geleidelijke ontwikkeling van prehistorie naar stedelijke beschaving in het Tweestromenland was toch instructiever, meenden we.

Dat hadden we gedacht. Onder de druk van de leraren maakte het oude Egypte in de volgende druk van Vragen aan de geschiedenis zijn rentree. Egypte blijft nu eenmaal door zijn vreemdheid betoveren. Herodotos vond het er al de omgekeerde wereld: mannen plasten er zittend!

Meer lezen over Cleopatra? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Onder de niet-aflatende stroom boeken die de permanente fascinatie bij het publiek bedienen onderscheidt Toby Wilkinsons boek zich door volledigheid. Het beperkt zich niet nu eens niet tot de bekende toppers als Cheops, Ramses, Echnaton en Toetanchamon, maar maakt waar wat de ondertitel van het Engelse origineel belooft: ‘A History of a Civilisation from 3000 BC to Cleopatra.

Na het lezen van meer dan vijfhonderd pagina’s, gevolgd door tientallen bladzijden met noten, aanvullende noten en een uitvoerige literatuurlijst, kan de lezer de zekerheid hebben volkomen op de hoogte te zijn van de politiek-militaire gebeurtenissen van de drie millennia Egyptische oude geschiedenis. Ook de aanlooptijd krijgt de aandacht die hij verdient; in bestaande boeken komt die er vaak bekaaid vanaf, om maar zo gauw mogelijk bij de piramiden van het Oude Rijk te komen.

Aldus lost het boek de gelofte om ‘een vollediger en meer afgewogen beeld van de oude Egyptische beschaving te geven dan men dikwijls aantreft op de bladzijden van wetenschappelijke of populaire boeken’ volledig in. De toon is weldadig nuchter, dus niets van ‘het geheim der piramiden’ en ‘de vloek der farao’s’. De Egyptische cultuur wordt wel neergezet als anders, maar die was een schepping van herkenbare mensen met inleefbare motieven.

De auteur volgt een strikt dynastiek stramien; heerser na heerser komt aan de orde, waarbij – niet vreemd, gezien de aard van de bronnen – de aandacht vooral uitgaat naar religie en bouwpolitiek: iedere farao wil zich zo gauw mogelijk in monumenten vereeuwigen. Wilkinson geeft terecht ook veel ruimte aan de verwikkelingen na Egyptes grote tijd, waarin het vanaf circa 1000 voor onze jaartelling de speelbal werd van Nubische, Libische, Griekse, Assyrische, Perzische, Macedonische en ten slotte Romeinse machten.

Soms is het verhaal wel erg ‘evenementieel’, met reeksen exotische namen, maar gelukkig doorspekt Wilkinson zijn relaas met uitvoerige citaten uit bronnen, vertrouwde documenten als de Aton-hymne van ketter-koning Echnaton en minder bekende, zoals de aansporing die Taimhotep in zijn grafinscriptie doet om het ervan te nemen zolang het leven duurt: ‘Vier feest! Volg uw hart dag en nacht! Laat geen zorgen toe in uw hart, want wat voor zin hebben anders uw jaren op aarde?’ De rijke documentatie is een van de voornaamste aantrekkelijkheden van deze Egyptische geschiedenis. En gelukkig zijn er ook lekkere verhalen over opgravers en opgravingen.

Af en toe zijn er verrassende mededelingen: ‘Een eenvoudige berekening maakt duidelijk dat de bouwers gedurende de twintig jaar van de regering van Choefoe (2545-2525) zeven dagen per week, tien uur per dag, elke twee minuten een steenblok hebben moeten plaatsen.’ Op dezelfde bladzijde lezen we dat deze piramide met zijn 147 meter tot de voltooiing van de Eiffeltoren in 1889 het hoogste gebouw ter wereld was.

Dit gedegen boek verdiende zeker een Nederlandse uitgave. De soms weinig trefzekere woordkeus van de vertalers en enkele foutieve weergaves van namen moeten we maar voor lief nemen: inhoudelijk heeft Het Oude Egypte alle kwaliteiten van een betrouwbaar handboek.

Toby Wilkinson
Het Oude Egypte. Opkomst en ondergang van een beschaving
650 p. Ambo/Amsterdam, € 39,95