In 1991 geleden werden de Britten opgeschrikt door de dood van de negenjarige Victoria Climbie, die op gruwelijke wijze was gedood door twee familieleden. Ze verdachten het goedlachse meisje uit Ivoorkust ervan dat ze door de duivel bezeten was. Het kwam als een verrassing dat het moderne Londen het decor kon zijn van zoiets oneigentijds als hekserij.
De zaak-Climbie duikt op aan het einde van Cursed Britain. Daarin schrijft Thomas Waters, een historicus die verbonden is aan Imperial College, dat het geloof in heksen lang na de afschaffing van de Witchcraft Act in 1736 nog steeds bestaat in het Verenigd Koninkrijk. Sterker: in 2017 waren er 1500 gevallen van hekserij.
De laatste officiële executie van een ‘heks’ op het eiland was eind zeventiende eeuw in Schotland. Maar het geloof in heksen bleef bestaan, zo leerde Waters bij het doornemen van duizenden kranten. In 1825 werd een oude man in Suffolk te water gelaten om te zien of hij bleef drijven. Waters komt ook met voorbeelden van witch-scratching uit die tijd: het laten bloeden van ‘bezeten’ personen.
Dat de Verlichting haar grenzen kent bleek in de jaren vijftig van de vorige eeuw, toen een vrijmetselaar het Wicca-geloof stichtte. Deze heidense beweging sloeg aan, want in Britse gevangenissen werken nog steeds Wicca-kapelanen. Sommige moderne gevallen zijn lachwekkend, maar het lachen vergaat je wanneer Waters de rituele moord op Climbie ter sprake brengt.
Patrick van IJzendoorn is correspondent voor de Volkskrant.
Cursed Britain: a History of Witchcraft and Black Magic in Modern Times
Thomas Waters
350 p. Yale University Press, € 24,65
Dit artikel is exclusief voor abonnees