De Rijnkade van de stad Mainz, waar ik ruim dertig jaar geleden aan een onderzoek werkte dat ik nooit heb voltooid, bestaat uit twee gedeelten. Het ene deel heet de Adenauer Ufer, het andere de Stresemann Ufer. Waar het ene gedeelte in het ander overgaat staat een keurig paaltje, met bordjes met de namen van de beide sympathieke Duitse staatslieden. Merkwaardigerwijze was Adenauer, die bondskanselier werd in 1949, twee jaar ouder dan Stresemann, die al in 1923 rijkskanselier was.
Ik heb het paaltje met de bordjes altijd een zonderling en ironisch monument gevonden. De beide namen verwijzen immers onvermijdelijk naar de grote afwezige: Adolf Hitler. Altijd als ik het paaltje passeerde dacht ik bij mijzelf: ‘Ha, het Hitler-paaltje’, en enige tijd ben ik van plan geweest in een donkere nacht de volgende tekst op het paaltje aan te brengen: Adolf Hitler (1889-1945), Duits politicus.
Naar Hitler worden geen straten en pleinen vernoemd, en evenmin worden er voor hem monumenten opgericht. Dat is volkomen begrijpelijk. Overigens verhindert Hitlers afwezigheid in de publieke ruimte niet dat hij nog steeds de meest aanwezige historische figuur is van de vorige eeuw.
Met de andere grote moordenaars van de twintigste eeuw is het ingewikkelder gesteld. Het reusachtige portret van Mao Zedong hangt nog steeds boven de toegangspoort van de Verboden Stad in Peking. De Communistische Partij in China houdt Mao’s naam in ere, al was het maar om haar eigen legitimiteit niet ter discussie te stellen. Hoe lang Mao’s reputatie het veranderingsproces in China zal overleven is de vraag.
Omdat de Sovjet-Unie is verdwenen en het communisme in diskrediet is geraakt, bevinden Lenin en Stalin zich in een soort schemergebied. Leningrad heet allang weer Sint- Petersburg en Stalingrad Volgograd. Het voormalige Simbirsk heet echter nog steeds Ulyanovsk, omdat Lenin, die eigenlijk Ulyanov heette, daar werd geboren. Zo staat op het Rode Plein ook nog steeds het Mausoleum met daarin het gebalsemde lijk van de stichter van de Sovjet-Unie.
Naar het schijnt verkeert de mummie in deplorabele toestand en moeten er wonderen verricht worden om de restanten voor totale desintegratie te behoeden. In 1953 kreeg Lenin in zijn Mausoleum gezelschap van Stalin, maar diens restanten zijn in 1961 alweer verwijderd en begraven. Jeltsin was van plan Lenin en zijn Mausoleum op te ruimen, maar zover is het niet gekomen. Voor Poetin is de nabijheid van Lenins stoffelijke resten ongetwijfeld een inspiratie.
Gezien de twijfelachtige status van Lenin en Stalin is er alle reden ons te verbazen over Grutas Park in Litouwen. Dit pretpark annex openluchtmuseum is een initiatief van de schatrijke zakenman Viliumas Malinauskas, die het ziet als een afrekening met de duistere bezetting van Litouwen door de Sovjet-Unie. Iedereen in Litouwen noemt Grutas Park ‘Stalin World’, omdat het pretpark zijn vorm ontleent aan een gevangenenkamp uit de Goelag. Het is omheind met prikkeldraad en voorzien van wachttorens.
Malinauskas kwam op het idee voor Stalin World omdat hij de talloze beelden van Lenin, Stalin, Dzerzhinsky en andere communistische helden die werden opgeruimd nadat Litouwen weer zelfstandig was geworden, voor vernietiging wilde behoeden. Grutas Park begon dus eigenlijk als een historische beeldentuin. Bij de opening van het park werden oude communistische liederen gezongen en werd koude borsjtsj geserveerd in tinnen bekertjes.
Niet iedereen in Litouwen is gelukkig met Stalin World. Vooral de slachtoffers van het Sovjetregime hebben scherp geprotesteerd tegen dit lichtzinnige monument voor een gruwelijke tiran. Ik kan mij die bezwaren wel voorstellen, maar ben toch van mening dat Stalin World maar moet blijven bestaan. Ik zou het zeker bezoeken als ik in de buurt zou zijn. Lenins Mausoleum en de beelden in het park van Malinauskas, ooit bedoeld om eerbied tot uitdrukking te brengen, kunnen even goed functioneren als pijnlijke en noodzakelijke herinnering.
Maarten van Rossem