Home Sommige historici schrijven over de doden niets dan slechts

Sommige historici schrijven over de doden niets dan slechts

  • Gepubliceerd op: 01 apr 2025
  • Update 15 mei 2025
  • Auteur:
    Mirjam Janssen
Mirjam Janssen

Mirjam Janssen is eindredacteur van Historisch Nieuwsblad. In deze column schrijft zij regelmatig over wat haar opvalt in de geschiedenis en de geschiedschrijving.

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u ook toegang tot HN Actueel? Hiermee leest u dagelijks geschiedenisverhalen met een actuele aanleiding op onze website en ontvangt u exclusieve nieuwsbrieven. U kunt de eerste maand onbeperkt lezen voor € 1,99. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Historisch onderzoek gaat meestal over mensen die zijn overleden, dat is nu eenmaal de aard van het vak. Maar dat betekent ook dat historici zich eigenlijk moeten uitspreken over hun houding ten opzichte van de doden. En dat gebeurt opvallend weinig, misschien omdat gestorvenen in deze samenleving weinig zichtbaar zijn. Een enkele beroemdheid wordt herdacht, maar Nederlanders picknicken bepaald niet op de graven van gestorven dierbaren, zoals in sommige andere culturen. Wie is overleden hoort er niet meer bij.

De eerst dode die ik zag was mijn oma. Op een avond ging het opeens heel slecht met haar. Mijn ouders, broer en ik reden snel vanuit de andere kant van het land naar het ziekenhuis. In de gang voor haar kamer werden we opgewacht door andere familieleden: we waren te laat. ‘Ze ligt er mooi bij,’ zei een tante. ‘Net alsof ze slaapt.’ Dat klopte niet, constateerde ik even later. Mijn oma zag er heel dood uit: haar huid was marmerachtig wit, haar handen lagen als dorre vogelpoten op haar buik en haar mond zonder kunstgebit was opengevallen.

Toch voelde ik geen verdriet of afkeer. Ik voelde me vooral onverslaanbaar. Ik was 22 jaar, kerngezond en verheugde me op alles wat nog komen ging. Harry Mulisch zei ooit: ‘Dat ik sterfelijk ben, moet eerst maar eens bewezen worden.’ En dat vond ik toen ook.

In de decennia daarop stond ik aan tragischere sterfbedden en ging ik anders over de doden denken. Ik raakte ervan doordrongen dat mijn overwinning op hen echt tijdelijk was. Het scheelde ook dat ik van het leven inmiddels flink op mijn lazer had gekregen.

Tegenwoordig heb ik de indruk dat in academische kring de arrogante houding in de mode is. De doden worden zonder mededogen neergesabeld, als domme mensen die niet leefden zoals ‘wij’ en niet wisten dat ze hoorden te denken zoals ‘wij’. En die uit pure boosaardigheid het bestaan van hun tijdgenoten en volgende generaties tot een hel hebben gemaakt door – in het jargon – een verkeerd ‘systeem’ te bedenken. Over de doden niets dan slechts. Het moet heerlijk zijn om moreel te zegevieren over mensen die niets kunnen terugzeggen.

Maar als je met meer compassie naar het verleden kijkt, zie je vooral de overeenkomsten. Gestorvenen blijken dezelfde angsten en verlangens te hebben gekend als degenen die nu leven. Ook zij worstelden met een gebrek aan informatie; niemand kan nu eenmaal over de beperkingen van zijn tijd heen kijken. De huidige Europeanen moeten bedenken hoe ze met Donald Trump en Vladimir Poetin omgaan – en daarbij zullen ze in de ogen van toekomstige generaties ongetwijfeld fouten maken.

Ik geef daarom de voorkeur aan geschiedschrijving die voorouders bescheiden tegemoet treedt. In het besef dat het achteraf altijd makkelijk praten is en in de wetenschap dat de scheiding tussen doden en levenden maar even duurt.

Nieuwste berichten

Chinese moeder met zoontje
Chinese moeder met zoontje
Artikel

Nederlandse wiskundige bracht China op het idee van eenkindpolitiek

Eind jaren zeventig bepaalde de Chinese overheid dat ouders niet meer dan één kind mochten krijgen. Dat beleid was gebaseerd op wiskundige projecties. Een van de onderzoekers die de Chinezen daarmee liet kennismaken was de Nederlander Geert Jan Olsder. In het voorjaar van 1975 meldde zich een Chinese delegatie bij de Technische Hogeschool Twente. Het...

Lees meer
Dwangarbeiders werken aan de aanleg van een kanaal tussen de Witte Zee en de Oostzee, 1933.
Dwangarbeiders werken aan de aanleg van een kanaal tussen de Witte Zee en de Oostzee, 1933.
Artikel

Een Nederlandse idealist liep in de val van Jozef Stalin

In 1924 vertrok Dirk Schermerhorn naar de Sovjet-Unie om te helpen bij de opbouw van de communistische heilstaat. Hij maakte al snel deel uit van de elite. Tot de paranoïde Sovjetleider Jozef Stalin hem begon te wantrouwen.   Op 19 december 1936 arriveerde Willem Schermerhorn in Moskou, vanwaar hij de Trans-Siberië Express naar China wilde nemen....

Lees meer
Kamp Miranda door Edwin Winkels
Kamp Miranda door Edwin Winkels
Recensie

Nederlanders belandden in een Spaans concentratiekamp

Een bont gezelschap van Nederlandse Joden, Spanjestrijders, Engelandvaarders, spionnen en nazi’s belandde in een Spaans concentratiekamp. Edwin Winkels reconstrueert hoe het hun verging. Tijdens de Spaanse Burgeroorlog in de jaren dertig liet generaal Francisco Franco, leider van de rebellerende nationalisten, een paar honderd concentratiekampen bouwen. In totaal werden hier, ook na de overwinning van Franco...

Lees meer
Terechtstelling van wederdopers op het schavot op de Dam
Terechtstelling van wederdopers op het schavot op de Dam
Historische sensatie

Herman Pleij: ‘Op de Dam voel ik me dicht bij het verleden’

Emeritus hoogleraar Herman Pleij vertelt over zijn historische sensatie. ‘Hoe konden wrede martelingen plaatsvinden in een stad vol humanisten?’ Dit artikel krijgt u van ons cadeau Wilt u ook toegang tot HN Actueel? Hiermee leest u dagelijks geschiedenisverhalen met een actuele aanleiding op onze website en ontvangt u exclusieve nieuwsbrieven. U kunt de eerste maand...

Lees meer
Loginmenu afsluiten