Een 50-jarige weduwe, moeder van acht kinderen, die zich ontpopt tot een van de rijkste Nederlanders van de negentiende eeuw. Dit is het bijzondere verhaal van de uitzonderlijke zakenvrouw Johanna Borski, zonder wie De Nederlandsche Bank kopje onder was gegaan.
Een van de rijkste Nederlanders van de negentiende eeuw was een vrouw: Johanna Borski. Alleen al haar geld en effecten waren naar schatting 4 miljoen gulden waard (ongeveer 40 miljoen euro in hedendaags geld). Daarnaast bezat ze veel huizen en grond. Zo was ze eigenaresse van zes panden in Amsterdam en enkele buitenplaatsen met uitgestrekte percelen in de duinen bij Haarlem. Landgoed Elswout, waar de zakenvrouw graag en vaak verbleef, is hiervan de bekendste. Haar rijkdom was voor een aanmerkelijk deel haar eigen verdienste; haar bijzondere positie als vrouw in een mannenwereld heeft op belangrijke momenten eerder in haar voordeel dan in haar nadeel gewerkt.
Johanna Borski stamde uit een familie van textielhandelaren. Ze werd op 26 augustus 1764 in Amsterdam geboren als Johanna Jacoba van de Velde. Haar vader Johannes van de Velde (1732-1787) was koopman in vlas, de grondstof van linnen. Hij verdiende daar goed mee, maar het gezin behoorde zeker niet tot de rijkste van Amsterdam. In december 1790 trouwde Johanna in de Oude Kerk met Willem Borski (geboren 16 januari 1765), die op de Amsterdamse beurs actief was als makelaar in onder meer graan en rijst.