Oud-minister president Dries van Agt heeft zijn lidmaatschap van het CDA opgezegd omdat hij vindt dat de partij zich te weinig inspant voor de Palestijnen. Hij is niet de eerste oud-politicus die zijn partij uit ideologische overwegingen de rug toekeert. Lees over zes partijprominenten die uit hun partij stapten.
Willem Drees
Willem Drees is misschien wel de bekendste politicus die zijn partijlidmaatschap opzegde. Als minister-president van Nederland van 1948 tot 1958 was hij verantwoordelijk voor de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog en voerde hij veel sociale wetgeving door. Het leverde hem de bijnaam ‘Vadertje Drees’ op. Op 85-jarige leeftijd zei de oud-premier zijn lidmaatschap van de PvdA op vanwege een conflict met de Nieuw Linksbeweging binnen de partij.
Nieuw Links vond de PvdA te conservatief en wilde grote hervormingen doorvoeren, onder andere op het gebied van ontwikkelingshulp en erfbelasting. De pragmatische Drees zag deze hervormingen als onrealistisch en te radicaal. In artikelen uitte hij zijn zorgen over ‘de partij in de partij’. Drees kon zich niet meer vereenzelvigen met de partij, maar vreesde dat zijn uittreden tot ledenverlies zou leiden. ‘Kon ik maar stilletjes verdwijnen’, verzuchtte hij tegen het partijbestuur. In 1971 hakte de oud-premier de knoop door en zei hij zijn lidmaatschap officieel op, maar het verwachte ledenverlies bleef uit. Hoewel zijn zoon lijsttrekker was van DS’70, een partij van voormalige PvdA-leden die zich tegen Nieuw Links hadden gekeerd, zou Willem Drees tot aan zijn dood partijloos blijven.
Marcel van Dam
Marcel van Dam werd in 1966 lid van de PvdA en was minister van Volkshuisvesting In het Kabinet-Van Agt II. Na zijn politieke carrière keerde hij terug naar zijn werk als presentator van het televisieprogramma Het Lagerhuis. In 2006 uitte Van Dam kritiek op de AOW-plannen van toenmalig PvdA-leider Wouter Bos. Hij vond dat de partij zich te veel richtte op de middeninkomens in Nederland. Temidden van deze discussie ontdekte de PvdA dat Van Dam al jarenlang geen lid meer was van de partij. Zijn lidmaatschap was stopgezet omdat de ex-minister zijn contributie niet had betaald. Van Dam beweerde dat het oorspronkelijk om een misverstand ging, maar dat hij dit daarna als kans zag om afstand te nemen van de PvdA vanwege zijn ontevredenheid met het beleid.
Hans Gruijters
Hans Gruijters was een van de medeoprichters van D’66. Als lid van de VVD weigerde Gruijters in 1966 het huwelijk van prinses Beatrix en Claus van Amsberg bij te wonen. Het kwam hem op een berisping van het hoofdbestuur van de liberale partij te staan, waarna hij samen met Hans van Mierlo D’66 oprichtte. Als lid van die partij werd hij in het kabinet-Den Uyl minister van Volkshuisvestiging en Ruimtelijke Ordening.
In 2004 zei Gruijters zijn lidmaatschap van D66 op. Zijn eigen standpunten en die van de partij lagen volgens hem te ver uit elkaar om zijn lidmaatschap nog te verantwoorden. Zo was Gruijters vóór kernenergie en tegen de toenemende immigratiestroom in Nederland. In de biografie Een verdwaalde intellectueel van Klaas Tammes noemt Gruijters de gang van zaken in de partij ‘georganiseerde paranoia, waar men elkaar voortdurend toetste op leerstelligheid.’
Jan Pronk
Als lid van de PvdA was Jan Pronk van 1973 tot 2002 minister in vier verschillende kabinetten: Den Uyl, Lubbers III, Kok I en Kok II. Binnen de partij stond hij bekend als het geweten van de PvdA en hamerde hij op het belang van het respecteren van de mensenrechten. In 2013 leidde dit tot een breuk met zijn partij. Pronk vond dat de PvdA de principes van de sociaaldemocratie uit het oog had verloren door in een kabinet te stappen met de VVD. Hiermee stelde de PvdA de buitenlandse en vluchtelingenhulp ondergeschikt aan economische belangen, aldus Pronk. In een brief maakte hij bekend dat hij zijn lidmaatschap van de PvdA had opgezegd.
Joris Voorhoeve
Joris Voorhoeve was van 1986 tot 1990 voorzitter van de Tweede Kamerfractie van de VVD, maar is vooral bekend om zijn rol als minister van Defensie tijdens de val van Srebrenica. Als minister was hij verantwoordelijk voor Dutchbat en de mislukte poging om het Bosnisch-Servische leger tegen te houden bij de enclave in Bosnië, met duizenden doden tot gevolg. Het kwam Voorhoeve op felle kritiek te staan, maar hij weigerde om af te treden.
In 2010 maakte de oud-minister bekend dat hij zijn lidmaatschap bij de VVD had beëindigd. Hij was kritisch over het besluit van zijn partij om met de PVV te onderhandelen over een gedoogakkoord en wilde niet geassocieerd worden met het samenwerkingsverband. Hij was een van de weinige VVD-prominenten die zich uitsprak over de samenwerking.
Bert de Vries
Halverwege de jaren 80 was Bert de Vries fractievoorzitter van het CDA en minister van Sociale Zaken in het kabinet-Lubbers III. Zijn saaie imago leverde hem de bijnaam ‘de stofjas’ op, maar als minister loodste hij wel verschillende wetten door de Tweede Kamer, zoals de Arbeidsvoorzieningswet en de Jeugdwerkgarantiewet. Hij stond bovendien aan de basis van het Bami-akkoord over de aanpassing van de WAO, waarmee in 1993 de val van het kabinet werd voorkomen.
In 2005 uitte hij in zijn boek Overmoed en onbehagen. Het hervormingskabinet-Balkenende II felle kritiek op zijn opvolgers bij het CDA. Zijn partij keek te pessimistisch naar de toekomst en maakte het vergrijzingsprobleem groter dan het was, vond De Vries. In 2010 zou hij zijn lidmaatschap definitief opzeggen vanwege de samenwerking van het CDA met de PVV.