Vanaf 1949 was Hollandia de hoofdstad van Nieuw-Guinea, de laatste Nederlandse kolonie in Azië. Historicus Karel Davids neemt deze stad als vertrekpunt voor zijn verhaal over het bestuur. Hij woonde er van 1955 tot 1962 en zijn vader was er koloniaal ambtenaar.
De Indonesische stad Jayapura telt meer dan 400.000 inwoners, vooral migranten uit Java. Weinig herinnert nog aan Hollandia, zoals de stad van 1910 tot 1962 heette. In Een laat koloniaal experiment keert Karel Davids zich tegen de visie van politicoloog Arend Lijphart, die lange tijd de geschiedschrijving domineerde. In het artikel ‘The Trauma of Decolonization’ stelt Lijphart dat Nederland per se Nieuw-Guinea wilde behouden, als troostprijs voor het verloren Nederlands-Indië.
Meer recensies lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
Andere auteurs onderschreven deze analyse, zoals journalist John Jansen van Galen die in zijn boek Afscheid van de koloniën betoogt dat Nederland de plaatselijke Papoea-bevolking wilde ‘opheffen en opvoeden’ zonder Indonesische bemoeienis. Een paternalistisch project dus, ingegeven door een koloniaal trauma. Maar volgens Davids waren de bedoelingen van de Nederlanders minder koloniaal dan gedacht. Het Nederlandse bestuur begon aan een proces van ‘papoeanisering’, met als doel dat de Papoea’s uiteindelijk zelf het land zouden gaan besturen. En dat zou misschien zijn gelukt als de VS Nederland niet in 1962 hadden gedwongen de kolonie over te dragen aan Indonesië.
Davids wil afrekenen met stereotypen, zo schrijft hij. Ook wil hij een ander perspectief bieden, want de Papoea’s zelf komen in historische studies nauwelijks aan het woord. Maar wie verwacht dat in zijn boek de Papoea’s de hoofdrol spelen, komt bedrogen uit. Centraal staat Hollandia, de hoofdstad van de Nederlandse kolonie. In deze stad wonen Nederlanders, Chinezen, Indonesiërs en Papoea’s. Op een hoogopgeleide enkeling na hebben de Papoea’s nog steeds geen stem. Natuurlijk, het is lastig om een geschiedverhaal vanuit het Papoea-perspectief te vertellen, want de meeste Papoea’s toen konden lezen noch schrijven. Maar Davids schrijft vooral vanuit het perspectief van de kolonisatoren ter plaatse: ambtenaren, zendelingen en missionarissen, ondernemers en zelfs de Nederlandse vrouwen die er woonden. En zulke boeken, hoewel niet over de stad Hollandia, zijn er genoeg.
Of het late koloniale experiment een zegen was voor de Papoea’s of niet, daar geeft Davids geen antwoord op. Wel is duidelijk dat de Indonesische machtsovername een verslechtering betekende. Papoea’s in het ambtenarenapparaat werden vervangen door Indonesiërs. En van de droom van een onafhankelijk West-Papoea kwam niets terecht.
Een laatkoloniaal experiment. Hollandia, Nieuw-Guinea, 1944-1962
Karel Davids
320 p. Walburgpers, € 29,99
Openingsafbeelding: Haven van Hollandia in 1947. Bron: Nationaal Archief/Wikimedia Commons.