Home Nog steeds geen grenzen aan de groei

Nog steeds geen grenzen aan de groei

  • Gepubliceerd op: 29 maart 2022
  • Laatste update 01 nov 2022
  • Auteur:
    Eric Palmen
Nog steeds geen grenzen aan de groei

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Historischnieuwsblad.nl? U bent al lid vanaf €1,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

In 1972 sloeg de Club van Rome alarm: de aarde dreigde uitgeput te raken door de ongebreidelde groei. Geert Buelens reconstrueert wat er de afgelopen vijftig jaar met deze kennis is gedaan.

Wie meent dat het gevoel van urgentie voor de milieuproblematiek pas de laatste jaren goed is doorgedrongen, zo vanaf de klimaattop van Parijs in 2015, moet vooral Wat we toen al wisten van Geert Buelens lezen. Buelens buigt zich over het scheidingsjaar 1972 in het ‘milieubewustzijn’. De Club van Rome publiceerde toen het rapport Grenzen aan de groei, met een heldere boodschap: als de ongebreidelde groei van de industriële productie en wereldbevolking niet radicaal werd beteugeld, zou het ‘ecosysteem aarde’ in de eenentwintigste eeuw volledig instorten, met massale hongersnood, verwoestende erosie en een onleefbaar klimaat als gevolg. Het achttiende-eeuwse vooruitgangsoptimisme over het menselijk vernuft en technologische innovaties moest plaatsmaken voor een wereldbeeld waarin ‘ecologisch evenwicht’ centraal zou staan. Zo niet, dan waren we reddeloos verloren.

Het rapport sloeg in als een bom. Voor 45 procent van het Nederlandse electoraat stond bij de Kamerverkiezingen in 1972 milieuvervuiling boven aan de agenda. De Noren stemden tegen toetreding tot de Europese Gemeenschap, want die was in hun ogen een bolwerk van de groei-obesitas, de heilloze weg naar een ecologische catastrofe. Een actiegroep uit Canada, Greenpeace genaamd, wilde de Fransen beletten atoomproeven in de Stille Oceaan uit te voeren.

In 1972 verscheen voor het eerst het woord ‘kringlooppapier’ in de kranten, terwijl tijdschrift Science al gewag maakte van een fenomeen dat pas in 2011 de Dikke van Dale zou halen: ‘plasticsoep.’

Uiteraard kwam er ook een tegenbeweging op gang, met economen als Robert Solow, William Nordhaus en James Tobin. Die stelden dat je de oplossing van het milieuprobleem gerust aan de markt kon overlaten. Zo zouden er vanzelf alternatieven komen voor de schaarse grondstoffen – een kwestie van vraag en aanbod. Volgens vakbroeder Anthony Downs zou bij het grote publiek het gevoel van urgentie vroeg of laat omslaan in berusting en onverschilligheid, wanneer dat besefte welke offers gevraagd werden voor de oplossing van het milieuprobleem. 1972 was ook het jaar waarin Shell de introductie van zijn loodvrije benzine faliekant zag mislukken.

Geert Buelens weet met zijn vlotte pen deze zware kost met enige lichtvoetigheid te presenteren, maar dat leidt niet tot een oppervlakkige behandeling van zijn onderwerp. Daarvoor heeft hij zich met een literatuurlijst van 36 pagina’s te goed gedocumenteerd. Ook heeft Buelens oog voor de oorzaken van het menselijk tekort, waardoor zijn betoog nergens militant wordt. Maar verontrustend blijft het zeker.

Eric Palmen is historicus.

Wat we toen al wisten

Geert Buelens

324 p. Querido, € 20,-

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 4 - 2022