Hoe je van een landbouwpionier een eenzame westernheld maakt, is te zien in het Deense historische drama The Promised Land. De achttiende-eeuwse legerkapitein Ludvig von Kahlen neemt het in Jutland op tegen een meedogenloze grootgrondbezitter.
Ludvig von Kahlen zal niet bij iedereen een belletje doen rinkelen. Hij werd rond 1700 in Duitsland geboren als onwettige zoon van een landeigenaar en een dienstmeid. En hij had de ontembare ambitie zich omhoog te werken. Als eerste opstapje vocht hij als luitenant in het Deense leger. Voor zijn bewezen diensten kreeg hij in 1755 van de Deense koning Frederik V toestemming om een groot stuk heidegrond in het ruige Jutland te ontginnen.
The Promised Land toont Kahlens strijd om de onvruchtbare heide om te toveren in landbouwgrond. Landbouwkundige problemen genoeg, maar het grootste probleem is het conflict dat Kahlen (gespeeld door Mads Mikkelsen) krijgt met een grote landeigenaar. Deze Frederik Schinkel beweert dat de grond die de koning aan Kahlen schonk van hem is. Als Kahlen niet buigt, doet de meedogenloze Schinkel er alles aan het ontginningsproject te laten mislukken. Het levert heftige geweldsscènes op, maar in de kern gaat The Promised Land over de ambitie van een nieuwkomer versus de belangen van de gevestigde elite. Met Von Kahlen liep het overigens goed af: na acht jaar hield hij het voor gezien op de heide, maar kreeg hij toch de titel van baron.