Jongeren moeten trots zijn op de Poolse geschiedenis, vindt regeringspartij Recht en Rechtvaardigheid (PiS), en daar moet een nieuw museum over de Tweede Wereldoorlog bij helpen.
‘Ik ben bang dat het een soort historisch Disneyland wordt,’ zei historicus Paweł Machcewicz in de Britse krant The Guardian van 17 september jongstleden. De PiS wil een nieuw oorlogsmuseum bouwen op de Westerplatte, een schiereiland bij Gdansk dat de Duitse luchtmacht bombardeerde op de eerste dag van de inval in Polen, nu tachtig jaar geleden. Het museum zal een trots verhaal vertellen, kondigde premier Mateusz Morawiecki aan bij een wat voorbarige eerstesteenlegging, die plaatsvond terwijl de exacte locatie van het museum nog onbekend is. De Polen hebben de Slag om Westerplatte weliswaar verloren, zo zei hij, maar de kracht van de helden die daar vochten leidde uiteindelijk tot overwinning – én tot het einde van het communisme in de jaren tachtig.
De PiS wil niet te veel stilstaan bij de ellende van de oorlog. Dat ondervond ook Paweł Machcewicz, die tot 2017 het Museum van de Tweede Wereldoorlog in Gdansk leidde. Zijn museum belichtte het lijden van burgers en de moord op de Joden. De PiS-regering schoof Machcewicz aan de kant en sindsdien vertelt het museum over Poolse hulp aan Joden en de dapperheid van Poolse soldaten.
Als onderdeel van het bestaande museum wil de PiS nu de nieuwe vestiging op Westerplatte bouwen. Tot afgelopen zomer vormde de burgemeester van Gdansk, Aleksandra Dulkiewicz, een obstakel. Zij is tegen een al te heroïsche invulling. Maar in augustus tekende president Andrzej Duda een wet die de centrale overheid de mogelijkheid biedt de controle over Westerplatte van de gemeente Gdansk over te nemen.
Dit artikel is exclusief voor abonnees