Home Dossiers Militaire geschiedenis Microben als wapen

Microben als wapen

  • Gepubliceerd op: 18 november 2022
  • Laatste update 29 aug 2024
  • Auteur:
    Guido van Hengel
  • 10 minuten leestijd
Microben als wapen
Cover van
Dossier Militaire geschiedenis Bekijk dossier

Waarom nu?

De angst voor biologische en chemische wapens is terug. Volgens complotdenkers komt Covid uit een Chinees laboratorium en bouwen de VS laboratoria in Oekraïne.

Dood en verderf kun je ook zonder kanonnen zaaien, bedacht de Japanse legerarts en generaal Shiro Ishii. Daarom ontwikkelde hij in de jaren dertig en veertig biologische wapens. De IjHcholera- en pestepidemieën die hij in China veroorzaakte kostten honderdduizenden het leven.

Toen in november 1940 in de Chinese stad Changde de builenpest uitbrak, leek er iets merkwaardigs aan de hand: meestal stierven de ratten eerst, voorafgaand aan de dood van mensen, maar dat was ditmaal niet het geval. Pas twee maanden nadat het eerste slachtoffer – een elfjarig meisje genaamd Tao-Erh Tsai – in vreselijke pijnen was overleden, vielen de ratten bij bosjes.

Kort na de uitbraak arriveerde in het rampgebied dokter Wen-Kwei Chen, een adviseur van het Rode Kruis. Door bloedtesten en onderzoek van organen kwam hij tot de conclusie dat deze builenpest niet door ratten was verspreid, maar – letterlijk – uit de lucht was komen vallen. Wat was het geval? Op 4 november was in Changde het luchtalarm afgegaan, maar de paniek in de stad leek ongegrond. De bewoners zagen hoe slechts één Japans vliegtuig een rondje over de stad vloog en zonder bommen te lossen weer verdween.

“De pest kwam letterlijk uit de lucht vallen”

Bommen loste dat vliegtuig inderdaad niet, maar wel iets anders. Uit naoorlogse getuigenissen van de Japanse generaal Kiyoshi Kawashima werd bekend dat dit vliegtuig bijna 36 kilo aan met builenpest besmette vlooien over Changde had uitgestort. Twee jaar later, in 1942, onthulde dokter Chen op een Chinese persconferentie officieel dat Japan zich schuldig had gemaakt aan biologische, of preciezer: aan entomologische oorlogvoering (met insecten). Dat was toen nog maar de eerste officiële, internationale beschuldiging. De pestaanval in Changde bleek namelijk het topje van de ijsberg.

Een potentiële vijand

Volgens de Geneefse Conventie is biologische oorlogvoering verboden, maar vele regimes in Oost en West hebben dat verbod omzeild of genegeerd. De meest ijzingwekkende vormen van biologische oorlogvoering in de twintigste eeuw zijn ontwikkeld door de Japanse legerarts en generaal Shiro Ishii. Tijdens de Eerste en Tweede Chinees-Japanse Oorlogen in de jaren dertig en veertig ontwikkelde hij een effectief programma ter verspreiding van onder andere cholera en pest in China.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

De figuur Shiro Ishii moet begrepen worden in de historische context van het moderne Japan. Na het einde van het shogunaat en de terugkeer van het keizerrijk in 1868 (de Meji-restauratie) maakte het eiland een razendsnelle ontwikkeling door. Japan industrialiseerde en moderniseerde, en liet zich inspireren door westerse ideeën over imperialisme, militarisme en kolonialisme, om die daarna verder samen te smelten tot een giftige ‘eigen’ vorm van ultranationalisme. Toen Japan in 1895 China versloeg en in 1905 ook nog een nederlaag toebracht aan het Russische tsarenrijk, wist de wereld dat er in het Verre Oosten een nieuwe grootmacht was opgestaan, en een potentiële vijand.

Shiro Ishii in zijn studententijd.

In deze overgangstijd kwam Shiro Ishii ter wereld – in 1892 in Chiyoda, ten zuiden van Tokyo. Hij was het vierde kind van een voormalig feodaal heerser, die, ondanks de afschaffing van de feodaliteit, nog steeds leefde als een landheer. In deze elitaire kringen leefde een sterk Japans superioriteitsgevoel ten opzichte van andere Aziatische volkeren, en werd de keizer verheerlijkt als de zon zelve.

De jonge Ishii was begaafd en kon door het netwerk van zijn familie een goede positie krijgen aan de Kyoto-universiteit, waar hij geneeskunde studeerde. Medestudenten uit die tijd beschreven de latere gifmenger als een onaangename en onvriendelijke student, die in het laboratorium de troep die hij achterliet nooit opruimde. Aan het begin van de jaren twintig werkte hij bij een hospitaal in de hoofdstad, waar hij zich ’s nachts te buiten ging aan slemp- en zuippartijen en bezoeken aan schimmige bordelen die piepjonge geisha’s exploiteerden.

Tokyo Tribunaal

In februari 1947 vroegen de Sovjets officieel om de uitlevering van Ishii, die ze wilden berechten in een tribunaal in Chabarovsk. Maar de Amerikanen, die op dat moment Japan hadden bezet, legden dit verzoek naast zich neer. De Koude Oorlog was in de maak. Ze begrepen dat Ishii over nuttige bacteriologisch-militaire kennis beschikte en in ruil voor informatie boden ze hem immuniteit. Tijdens de processen van het Tokyo Tribunaal (1946-1948) werd Ishii in het geheel niet genoemd en Eenheid 713 evenmin. Toen in 1981 in de VS voor het eerst een artikel over Ishii’s experimenten verscheen in het Bulletin of the Atomic Scientist was dat voor velen nieuw. Ook voor Bert Röling, de rechter die Nederland had gerepresenteerd in het Tokyo Tribunaal. Bij het artikel stond zijn persoonlijke reactie. Hij noemde het een bittere ervaring dat deze oorlosmisdaden verborgen waren gehouden door de Amerikaanse regering.

Toen hij in 1927 aan zijn proefschrift aan de universiteit van Kyoto werkte, stuitte Ishii op een document over de Geneefse Conventie. Daar las hij over biologische oorlogvoering, en ook dat de wereld die zou verbieden. Japan had deze conventie ondertekend, maar het parlement had het niet geratificeerd. Ishii zag een kans. Sterker nog: hij ervoer een waar eureka-moment. Biologische oorlogvoering leek hem een goedkope oplossing, die Japan – arm aan staal – kon helpen de imperiale dromen in Azië te verwezenlijken. Dood en verderf, zo besefte de jonge arts, kon je eigenlijk ook zonder kanonnen zaaien.

In de daaropvolgende jaren maakte hij een lange wereldreis door Rusland, Europa en de Verenigde Staten om zich te verdiepen. Zo zou hij zelfs enige tijd aan het roemruchte Massachusetts Institute for Technology (MIT) in Boston hebben gestudeerd. In 1930 keerde hij met een missie terug naar Japan, dat in de tussentijd steeds militaristischer en nationalistischer was geworden.

Horrorkabinet

In 1931 viel Japan China binnen en bezette grote delen van Mantsjoerije. Van het leger kreeg Ishii een complex tot zijn beschikking om zijn zo gewenste laboratorium te realiseren, in het industriële district van Harbin. Al in zijn eerste laboratoria sneed Ishii Chinese, Mongoolse en ook Russische gevangenen levend open, nadat ze waren geïnfecteerd met onder andere antrax, pest en snot (een kippenziekte). Zo probeerde hij de ontwikkeling van ziektes te observeren, teneinde ze te verbeteren. De buitenwereld had er toen nog weinig weet van, al wisten Chinezen in omliggende dorpen wel dat zij die vervoerd werden naar Ishii’s onderzoekscentrum levend noch dood zouden terugkeren.

Later in de jaren dertig verhuisde Ishii’s horrorkabinet naar het meer afgelegen Pingfan. Een groot complex, met de eufemistische naam ‘Afdeling voor epidemiepreventie en watervoorziening’ (kortweg: Eenheid 731), werd uit de grond gestampt met daarin laboratoria, gevangenissen voor mensen en fokruimtes voor ratten, muizen en vlooien. Het officiële verhaal was dat Ishii hier vaccins ontwikkelde tegen zoönotische ziektes, maar in feite zocht hij juist naar manieren om dit soort aandoeningen zo veel en zo goed mogelijk te verspreiden.

Achter de Chinese linies tijdens de Slag om Changde, 1943.

Het ‘materiaal’ bestond uit Chinezen, al dan niet gevangen tijdens de oorlog. Het was niet de bedoeling dat stafmedewerkers deze proefkonijnen zagen als mensen, laat staan als burgers. Ishii en zijn staf beschouwden de testpersonen als een soort hout (maruta) dat je in tweeën kon splijten en schaven, omhakken en doorzagen. In Eenheid 731 spoten de artsen de Chinese gevangenen in met ziektes en observeerden daarna nauwgezet wat er gebeurde, zowel met de zieke als met de (nog) gezonde gevangenen. Wanneer deze maruta’s eenmaal zwart uitgeslagen waren van de pest ging het mes erin. Dan haalden ze de organen uit de Chinezen om ze verder in het lab te onderzoeken.

Maar daar bleef het niet bij. In Eenheid 731 onderzocht Ishii ook de weerbaarheid van het lichaam door mensen deels te bevriezen of levend te koken, uit te hongeren en uit te drogen, en langdurig bloot te stellen aan giftige gassen, hoge doses elektriciteit en centrifugale druk. Andere experimenten waren soms zo kwaadaardig en bizar dat zelfs de meest morbide horrorschrijver ze niet zou kunnen bedenken, laat staan beschrijven.

Besmette vlooien

Generaal Ishii sprak over zijn experimenten als ‘het geheimste van het geheim’. Om de wreedheden stil te houden, gaf hij zijn meest loyale familieleden en getrouwe vrienden uit Chiyoda sleutelposities in het laboratorium. Het leger zag erop toe dat zij die meer wisten direct gedood werden. Alles diende de overwinning van Japan en de uitbreiding op het vasteland, maar met dat gemartel in Eenheid 731 was Ishii er nog niet. De ziektes moesten toch de wereld in.

Geen excuses

Sommige ziektekiemen uit de tijd van Ishii leven nog voort, en in de omgeving van Changde lijden veel mensen aan een ziekte waarbij de benen wegrotten. Chinese overlevenden en slachtoffers van de biologische aanvallen hebben compensatie geëist van de Japanse overheid. In 2002 erkende een rechtbank in Japan dat het leger de epidemieën in Mantsjoerije heeft verspreid, maar verwierp financiële compensatie. Ook in hoger beroep, in 2007, bleef compensatie uit. De toenmalige regering van Shinzo Abe (en elke andere regering die daarop volgde) heeft de uitspraak van de Japanse Hoge Raad over de epidemieën nooit herhaald, bevestigd of vertaald naar officiële excuses.

Het gebruik van microben als wapen bleek minder eenvoudig dan gedacht. Je kunt grote hoeveelheden besmette vlooien wel uit vliegtuigen werpen, maar die overleven de koude lucht niet. Een ontploffende bom zorgt ervoor dat de temperatuur voor de vlooien te hoog oploopt en dat ze verbranden. Een oplossing vond Ishii in keramieken capsules, die na een plof op de grond eenvoudig braken. Andere effectieve methoden die het leger later zou inzetten betroffen het rondspuiten van bacteriën, of het lokaal (laten) uitdelen van met bacillen besmeerd brood, snoep, graan of rijst.

Na de bezetting van Mantsjoerije in 1931-1932 ging Japan in 1937 over tot de tweede fase: een volledige invasie van China. Tijdens deze Tweede Chinees-Japanse Oorlog, die duurde tot 1945, werden de ‘vruchten’ van Ishii’s onderzoek daadwerkelijk geplukt. Zo vertrok er in oktober 1940 een trein van Pingfan naar Hangzou met een lading van 50 kilo vloeibare cholerabacteriën, 70 kilo tyfusbacteriën en miljoenen met pest besmette vlooien. Het leger leegde de bacteriën in de waterbronnen in de buurt van de havenstad Ningbo, en op 27 oktober sproeiden ze de vlooien vanuit vliegtuigen over de huizen.

“De Japanners verstrekten met bacillen besmeerd brood, snoep, graan of rijst”

Meerdere hooggeplaatste Japanse legerleiders hebben later getuigd dat ze filmbeelden hebben gezien van de cholera-aanval op Ningbo. Met die propagandafilm hoopte Ishii het hoogste gezag in Tokyo – en wellicht de keizer – te overtuigen van zijn successen, en over te halen om nóg meer te investeren in biologische oorlogvoering.

In november brak in Ningbo, zoals verwacht, de epidemie uit. Een week na het ‘stille bombardement’ waren er al twintig mensen overleden, en het aantal groeide met de dag. Een overlevende was de achtjarige Hu Xian Zhong, die zijn ouders, broers en zussen verloor. In 1997 herinnerde hij zich: ‘Een maand na de uitbraak van de pest werden meer dan honderd gebouwen in het centrum tot de grond toe afgebrand om de verspreiding van de ziekte te voorkomen. Vijfhonderd mensen werden uit hun huis gegooid om op de straat te leven, nadat ze hun familie en bezittingen verloren hadden. Ik was een van hen.’

Dat Hu de pest-aanval van Ningbo had overleefd, mag een wonder heten. Normaal sterft 90 procent van de pestpatiënten, maar in Ningbo ging het om 99 procent. In Eenheid 713 hadden Ishii’s artsen de ziekte namelijk zo goed opgekweekt op levende, gezonde mensen, dat hun man-made pest dodelijker was dan ooit.

Glansrijke carrière

En zo deden de ziektes hun oorlogswerk. Tienduizenden en uiteindelijk zelfs honderdduizenden mensen stierven door toedoen van Ishii’s programma van dood en verderf door cholera, tyfus en pest. Na de aanvallen op Ningbo en Changde experimenteerde hij ook met bombardementen van met antrax besmette veren. Of hij liet met antrax besmeurde levende vogels los, die hun veren boven steden zouden afschudden.

In het laatste jaar van de oorlog ontwierp hij zelfs een plan onder de codenaam ‘Kersenbloesem in de nacht’ dat bedoeld was om de pest te verspreiden in San Diego, aan de Amerikaanse westkust. Het bleef bij plannen, want nadat de Amerikanen hun giftige en verwoestende atoombommen op Hiroshima en Nagasaki hadden geworpen, eindigde de Japanse agressie.

Nog voordat de rook was opgetrokken, vielen de Sovjetlegers Mantsjoerije binnen. In totale paniek vernietigden de Japanners al het bewijsmateriaal van hun gruweldaden. De nog levende gevangenen in Eenheid 731 werden direct gedood, het lab werd vernietigd, en de ratten, muizen en vogels losgelaten – waarop een nieuwe epidemie uitbrak. De Sovjets arresteerden twaalf legerofficieren en medici, die bij de processen van Chabarovsk (in 1949) werden veroordeeld tot jarenlange werkkampen in Siberië. Hoewel de processen ideologisch gekleurd waren, boden de getuigenissen een goed en vooral vers inzicht in de praktijken die hadden plaatsgevonden in Eenheid 713 en elders in bezet China.

Ishii zelf viel niet in handen van de Sovjets. En ook niet in handen van de Amerikanen. Zij verleenden hem, net als de keizer, immuniteit en hij leefde nota bene nog tot zijn dood in 1959 in vrede in Japan (zie kader). Hij en andere veteranen van Eenheid 713 hadden in het naoorlogse Japan nog een glansrijke carrière. Pas vanaf het einde van de jaren tachtig is deze gitzwarte bladzijde uit de Japanse geschiedenis – mede door druk en juridische claims vanuit het steeds zelfbewustere China – enigszins bespreekbaar geworden.

Meer weten:

A Plague upon Humanity (2004) Daniel Barenblatt geeft een historisch overzicht van de Japanse biologische oorlogvoering.

Factories of Death (2015) door Sheldon Harris gaat in op de Amerikaanse cover-up.

Het loon van de schuld (2012) door Ian Buruma beschrijft de verwerking van de oorlogsmisdaden in Japan.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 12 - 2022