Home Koffieschaarste leidde tot boze brieven in de DDR: vervangende drankjes smaakten naar ‘onkruidverdelger’

Koffieschaarste leidde tot boze brieven in de DDR: vervangende drankjes smaakten naar ‘onkruidverdelger’

  • Gepubliceerd op: 13 jun 2025
  • Update 01 jul 2025
  • Auteur:
    Teun Willemse
Koffieschaarste leidde tot boze brieven in de DDR: vervangende drankjes smaakten naar ‘onkruidverdelger’

Waarom nu?

De koffieprijzen stijgen hard door tegenvallende oogsten. Volgens het Het Financieele Dagblad kunnen koffiebonen in de supermarkt binnenkort zelfs 25 procent duurder worden.

Eind jaren zeventig kampte de DDR met een koffietekort. In boze brieven aan het Politbureau klaagden koffieminnende Oost-Duitsers over de Kaffee-Mix die ze plotseling voorgeschoteld kregen: die deed hen nog het meest denken aan ‘onkruidverdelger’. De koffiecrisis van 1977 riep pijnlijke herinneringen op aan de schaarste van de naoorlogse jaren en legde de gebreken van de planeconomie bloot.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Begrijp het heden, begin bij het verleden: met HN Actueel leest u historische achtergronden bij het nieuws van vandaag. Nu de eerste maand voor maar 1,99.

‘Kameraden!,’ riep Erich Honecker in 1971. ‘Iedere burger van onze staat kan uit eigen ervaring oordelen dat het pad dat de marxistisch-leninistische partij van de arbeidersklasse heeft uitgestippeld, juist en succesvol is.’ Tijdens zijn eerste partijbijeenkomst als secretaris-generaal van de altijd regerende Sozialistische Einheitspartei Deutschlands (SED) kwam Honecker superlatieven te kort om het systeem te prijzen. Hij deed uit de doeken hoe zijn vijfjarenplan de economie zou stimuleren en hoe hij aan ‘de groeiende materiële behoeften van onze werkende bevolking’ zou voldoen.

Honecker stelde de Oost-Duitsers meer luxe in het vooruitzicht – een belofte die in de jaren zeventig niet langer onhaalbaar was. De DDR had na de oorlog grote moeite gehad om de bevolking in haar basisbehoeften te voorzien, maar nu zouden Oost-Duitsers steeds vaker kunnen genieten van luxeartikelen als chocola en sigaretten. En natuurlijk van koffie. Maar dat viel tegen: door een mislukte koffieoogst aan de andere kant van de wereld werden de barsten in de planeconomie zichtbaar.

Mensen in de rij voor koffie, Oost-Duitsland 1975. Magnum Photos, ANP.

Drankje voor speciale gelegenheden

Oost-Duitsers waren gek op koffie, maar in de naoorlogse jaren was het moeilijk om aan de hete drank te komen. De bevolking moest het jarenlang doen met namaakkoffie, gemaakt van mout. Tijdens de Eerste Wereldoorlog heerste er al een sociaal stigma op het drinken van surrogaatkoffie. Deze zogenoemde Muckefuck stond destijds symbool voor de grote verschillen tussen arm en rijk.

Pas in de jaren vijftig ging het beter, toen de Sovjet-Unie kilo’s koffiebonen naar de DDR begon te verschepen. In 1957 introduceerde het Politbureau zelfs zijn eigen koffiemerk: Röstfein. Die vers gebrande koffie smaakte niet slecht, maar was wel duur. Veel Oost-Duitsers schonken het brouwsel daarom alleen bij speciale gelegenheden. Bovendien gaven de meesten de voorkeur aan West-Duitse koffie, die hun vrienden en familieleden in Westpakete het IJzeren Gordijn over stuurden.

Met een elektrische keukenmachine wordt geurige bonenkoffie gemalen ter voorbereiding op de kerstviering aan de Strausberger Platz in Oost-Berlijn, 13 december 1953.
Zentralbild / Bundesarchiv
Met een elektrische keukenmachine wordt geurige bonenkoffie gemalen ter voorbereiding op de kerstviering aan de Strausberger Platz in Oost-Berlijn, 13 december 1953. Zentralbild / Bundesarchiv.

De eerste koffieproblemen waren al in de jaren zestig zichtbaar. De prijs van een kilo koffie bedroeg toen 80 Mark: een flinke hap uit het salaris van een Oost-Duitser. Koffie werd zo kostbaar, dat het Politbureau strenge regels opstelde voor cafés en restaurants. Per kopje moest exact 6,5 gram gemalen koffie worden gebruikt.

Dat de consumptie toch bleef stijgen, was te danken aan de introductie van nieuwe, goedkopere koffiemerken zoals Kosta. De regering hield de prijzen voor deze zelfgeproduceerde koffie laag, zodat het ook voor burgers met een kleine portemonnee beschikbaar was. Dankzij die ontwikkelingen slurpte een Oost-Duitser in 1976 gemiddeld tweeënhalve kilo koffiebonen per jaar op. De bevolking raakte gewend aan een dagelijkse Kaffee, blijkt uit brieven uit die tijd: ‘Als arbeidersgezin is koffiedrinken voor ons voor en na de dienst een persoonlijk ritueel geworden.’

Koffiedrinken in Jena, Oost-Duitsland, 10 maart 1955. Zentralbild / Bundesarchiv.
Jena, Oost-Duitsland, 10 maart 1955. Zentralbild / Bundesarchiv.

Dat ritueel kwam plotseling in gevaar in 1977, een rampjaar voor koffie. In Brazilië ging de helft van de oogst verloren door slechte weersomstandigheden, terwijl de productie in Angola en Ethiopië stilviel door oorlog. De DDR moest opeens 700 miljoen West-Duitse Mark neertellen voor zijn benodigde koffiebonen: vijf keer zoveel als normaal.

Het Politbureau zat met de handen in het haar. Partijleden wilden niet te veel buitenlands geld aan koffie uitgeven, zeker niet met de oliecrisis van 1973 nog vers in het geheugen. De valutareserves waren nodig op een eventuele echte crisis het hoofd te bieden. SED-lid Werner Lamberz wist een totaal verbod op koffieconsumptie nog maar net te voorkomen, door een overeenkomst te sluiten met Derde Wereldlanden. In ruil voor hun zwarte goud ontvingen Ethiopië, Angola en Mozambique karrevrachten vol Oost-Duitse wapens.

Koffie in ruil voor wapens

In 1977 kwam de communistische dictator Mengistu Haile Mariam aan de macht in Ethiopië. Hij had wapens nodig voor zijn oorlog tegen Somalië, dus sloot hij eind 1977 een deal met de DDR: 53 miljoen Oost-Duitse Mark aan wapens en militair materieel in ruil voor Afrikaanse koffiebonen. Mengistu gebruikte de Duitse wapens niet alleen tegen de Somaliërs, maar richtte ze ook op zijn eigen bevolking. Zijn regime doodde duizenden Ethiopiërs, en terwijl die slachtpartijen plaatsvonden, ging de levering van wapens door.

Na een jaar zag Mengistu in dat koffie waardevoller was dan de Oost-Duitse geweren, dus begon hij naast wapens om geld te vragen. Dat kon de DDR niet betalen. Na veertien maanden werd de overeenkomst alweer opgezegd.

Maar schimmige deals waren niet genoeg om aan de koffievraag te voldoen. Burgers werden voor hun cafeïneshot steeds afhankelijker van contacten in het Westen. Hoewel West-Duitsland en andere Europese landen ook zuchtten onder de stijgende koffieprijzen, konden hun flexibele markteconomieën beter reageren op de prijsschommelingen dan Honecker met zijn heilige vijfjarenplan.

Het Politbureau stond oogluikend toe dat er steeds meer Westpakete met koffie het land binnenkwamen. De regering had liever niet dat Oost-Duitsers met westerse luxeproducten in aanraking kwamen, maar dit was een flinke kostenbesparing. De partij begon de westerse aanvoer zelfs mee te nemen in haar berekeningen voor de benodigde hoeveelheid koffiebonen die de DDR moest importeren. Toen de koffieschaarste een hoogtepunt bereikte, waren de Oost-Duitsers voor maar liefst een kwart van hun koffie afhankelijk van care packages uit het Westen.

Maar schimmige deals waren niet genoeg om aan de koffievraag te voldoen. Burgers werden voor hun cafeïneshot steeds afhankelijker van contacten in het Westen. Hoewel West-Duitsland en andere Europese landen ook zuchtten onder de stijgende koffieprijzen, konden hun flexibele markteconomieën beter reageren op de prijsschommelingen dan Honecker met zijn heilige vijfjarenplan. Het Politbureau stond oogluikend toe dat er steeds meer Westpakete met koffie het land binnenkwamen. De regering had liever niet dat Oost-Duitsers met westerse luxeproducten in aanraking kwamen, maar dit was een flinke kostenbesparing. De partij begon de westerse aanvoer zelfs mee te nemen in haar berekeningen voor de benodigde hoeveelheid koffiebonen die de DDR moest importeren. Toen de koffieschaarste een hoogtepunt bereikte, waren de Oost-Duitsers voor maar liefst een kwart van hun koffie afhankelijk van care packages uit het Westen.

Koffie naar het Oosten, stollen naar het Westen

In 1977 kwam de communistische dictator Mengistu Haile Mariam aan de macht in Ethiopië. Hij had wapens nodig voor zijn oorlog tegen Somalië, dus sloot hij eind 1977 een deal met de DDR: 53 miljoen Oost-Duitse Mark aan wapens en militair materieel in ruil voor Afrikaanse koffiebonen. Mengistu gebruikte de Duitse wapens niet alleen tegen de Somaliërs, maar richtte ze ook op zijn eigen bevolking. Zijn regime doodde duizenden Ethiopiërs, en terwijl die slachtpartijen plaatsvonden, ging de levering van wapens door.

Na een jaar zag Mengistu in dat koffie waardevoller was dan de Oost-Duitse geweren, dus begon hij naast wapens om geld te vragen. Dat kon de DDR niet betalen. Na veertien maanden werd de overeenkomst alweer opgezegd.

Koffie van erwtenmeel

Ook de westerse aanvoer kon niet voorkomen dat het Politbureau vergaande maatregelen moest nemen. Arbeiders die gewend waren aan hun dagelijkse bakje koffie zagen met lede ogen dat hun bedrijfskantines plotseling zonder bonen zaten door een overheidsverbod. Ook ziekenhuispersoneel en soldaten moesten zich van de ene op de andere dag behelpen met oploskoffie. Prijsstijgingen waren in de Oost-Duitse planeconomie uit den boze, maar ook daar ontkwam de regering niet aan. De goedkope Kosta verdween uit de schappen, waarna Oost-Duitsers alleen nog voor duurdere koffiemerken konden kiezen, die ook nog eens flink aan kwaliteit hadden ingeboet.

Surrogaatkoffie tentoongesteld in DDR-museum in Berlijn, 2009.
Surrogaatkoffie tentoongesteld in DDR-museum in Berlijn, 2009.

In een ultieme poging de crisis te bezweren, introduceerde de regering de Kaffee-Mix. Die bestond voor de ene helft uit echte koffie en voor de andere helft uit producten als erwtenmeel, rogge of suikerbieten. In de volksmond werd de verdunde drank ‘Erichs Krönung’ genoemd: Honeckers variant van het populaire West-Duitse merk Jacobs Krönung.

Om de Kaffee-Mix een moderne uitstraling te geven, verpakte de regering het in aluminiumfolie. Het moest de surrogaatkoffie op een westers product laten lijken, maar kon de smerige smaak niet verbloemen. Tot overmaat van ramp beschadigde het goedje de koffiezetapparaten in Oost-Duitse keukens en restaurants. Filtersystemen raakten verstopt omdat het eiwit in de erwten opzwol door de druk en hitte.

‘Voor mensen zonder geur of smaak’

SED-Politicus Albert Norden waarschuwde de partij voor de gevolgen van alle ingrepen in het koffieaanbod. ‘Het gaat hier om een volksgenotsmiddel in de beste zin van het woord. Ik vrees dat de uitvoering van de […] maatregelen op weinig begrip zal stuiten en grote ontevredenheid zal veroorzaken’.

Die woorden bleken profetisch. Studenten aan de Karl-Marx-Universiteit in Leipzig waren zo boos over het gebrek aan koffie op hun campus, dat er na wekenlange protesten weer bonen werden geleverd. Voor de meeste Oost-Duitsers was demonstreren een te groot risico, dus maakten ze hun onvrede kenbaar in boze petitiebrieven aan de partijbureaus. De Kaffee-Mix was ‘een verarming van de bevolking’ en ‘verspilling van hoogwaardige koffiebonen’, klaagde een woedende koffiedrinker. Een ander sprak van ‘een illegale prijsverhoging, waarvan vooral arbeiders en gepensioneerden last hebben.’

Kaffeemix

Er werden ook ludieke brieven geschreven. Zo zette een zelfbenoemde koffiecommissie de voor- en nadelen van de Kaffee-Mix op een rijtje. De nepkoffie zou ‘veel werktijd en energie besparen, want wie ervan proeft, hoeft nooit meer een kopje’. De nadelen waren talrijker: het goedje had een eindeloze filtertijd en was uitsluitend geschikt ‘voor mensen zonder geur- of smaakzin’. Eén afzender had de Kaffee-Mix naar eigen zeggen ‘getest’ bij zijn collega’s. Hij concludeerde dat het tot maagklachten en ‘seksuele neerslachtigheid’ leidde en stelde voor het spul alleen nog te gebruiken om onkruid te verdelgen.

Het bleef niet bij boze brieven: Oost-Duitsers begonnen de Kaffee-Mix al snel te boycotten. Arbeiders en huisvrouwen weigerden de aangelengde koffie aan te schaffen. Heel even vertoonde de strakke planeconomie kenmerken van een vrije markt: consumenten lieten een product linksliggen. Zelfs enkele SED-leden schaarden zich achter de Oost-Duitse huisvrouwen: ook zij weigerden het smerige brouwsel te drinken.

De onvrede bleef niet onopgemerkt door het Politbureau, dat een speciale koffie-eenheid in het leven riep die de kwaliteit van de Kaffee-Mix moest verbeteren. De fabrikanten voegden kunstmatige aroma-olie toe, maar dat had niet het gewenste effect. Critici vergeleken de geur nog steeds met ‘een aardappelkelder’. De mixkoffie verdween net zo snel uit de schappen als hij gekomen was.

Bittere nasmaak van de naoorlogse jaren

De SED had het maatschappelijke sentiment rond koffie verkeerd ingeschat. De tekorten riepen hevige emoties op: Oost-Duitsland zat nog met de bittere nasmaak van de schaarste in de naoorlogse jaren. ‘De herinnering is nog heel levendig’, schreef een Oost-Duitser aan het partijbureau, ‘dat in vervlogen tijden bonenkoffie voor de landarbeider een luxe was.’ In hun boze brieven zetten Oost-Duitsers ook vraagtekens bij het gebrek aan transparantie van de regering. Zo klaagde een anonieme briefschrijver uit het Ertsgebergte: ‘Over de koffie hoort men niets, en ziet men niets, noch op televisie, noch op de radio of in de dagbladen. Waarom zo stil over dit slechte goed? De koffie die we tijdens de oorlog hadden, smaakte niet zo miserabel.’

Oost-Duitsers wilden hun consumptiepatroon helemaal niet meer vergelijken met de naoorlogse jaren. Ze keken tegenwoordig veel liever naar het rijke Westen, en dat vergrootte de onvrede. De Kaffeekrise versterkte het gevoel dat de DDR achterbleef. ‘De koffie wordt in de kapitalistische landen weer goedkoper, alleen bij ons wordt hij duurder,’ klaagde een Oost-Duitse vrouw in haar brief.

Zo ging de koffiecrisis van 1977 symbool staan voor de grotere problemen van de socialistische economie. Om nieuwe tekorten voor te zijn, investeerde de DDR in 1980 miljoenen in Vietnamese koffieplantages. Maar voor koffieliefhebbers waren de echte problemen pas voorbij in 1989: na de val van de Muur hoefden Oost-Duitsers zich geen zorgen meer te maken over hun dagelijkse bakje troost.

Investeren in Vietnamese koffie

Om toekomstige tekorten voor te zijn, investeerde de DDR in 1980 miljoenen in Vietnamese koffieplantages. Dat land was in 1975 begonnen met het planten van de robusta-koffieboon: die was bitterder dan de populaire arabica-boon en bevatte meer cafeïne, maar was wel gemakkelijker te oogsten.

De DDR zag kansen in zijn socialistische broederland. Het Politbureau leverde machines, breidde het aantal plantages uit en leerde de lokale bevolking koffieteelttechnieken. Het stak twintig miljoen in de bouw van een waterkrachtcentrale en liet huizen bouwen voor de tienduizend Vietnamezen die de vele kilo’s koffie moesten oogsten. In ruil voor al die investeringen zou de helft van de Vietnamese Robusta-bonen naar Oost-Duitsland gaan.

De eerste planten gingen in 1982 de grond in, maar de oogst van een koffieplant laat acht jaar op zich wachten. Tegen de tijd dat de bonen eindelijk verscheept konden worden, was de Muur gevallen en was Vietnam zijn belangrijkste klant kwijt. Het Aziatische land groeide alsnog uit tot de op een na grootste koffieproducent ter wereld.

Meer weten

  • Voor dit artikel is gebruik gemaakt van Die „Kaffeekrise” von 1977. Genussmittel und Verbraucherprotest in der DDR (2003) door Volker Wünderich, in Historische Anthropologie
  • The East German Economy, 1945–2010: Falling Behind or Catching Up? (2013) door Hartmut Berghoff en Uta Andrea Balbier.
  • Bürger, Bitten und Behörden: Geschichte der Eingabe in der DDR (2004) door Felix Mühlberg gaat over de vele petitiebrieven die DDR-burgers naar de partij stuurden.

Nieuwste berichten

Zuidkust van Java. Tekening door Franz Junghuhn, 1853
Zuidkust van Java. Tekening door Franz Junghuhn, 1853
Recensie

Het romantische leven van Franz Junghuhn

Negentiende-eeuwse onderzoekers wilden de natuur beter begrijpen en leren respecteren. Een van hen was de Pruisisch-Nederlandse ontdekkingsreiziger en avonturier Franz Junghuhn.  Twee jaar geleden maakte historicus Ulbe Bosma furore met een veelgeprezen boek over de geschiedenis van suiker. Dit keer schreef hij de biografie van Franz Junghuhn (1809-1864). De negentiende eeuw lijkt misschien een saai,...

Lees meer
Broers vechten om het hertogdom Gelre
Broers vechten om het hertogdom Gelre
Artikel

Broers vechten om het hertogdom Gelre

Jarenlang vochten de broers Reinald en Eduard om de macht in het hertogdom Gelre. Daarmee maakten ze niet alleen elkaars leven tot een hel, maar ook dat van iedereen die op hun land leefde. Er was sprake van ‘burger-moorden, dood-slaen, hangen, drenken en andere boosheden meer’.  Gelderland was een bloedbad, in 1354. Veluwse boeren trokken...

Lees meer
Stilleven van Alexander Adriaenssen
Stilleven van Alexander Adriaenssen
Interview

Gevulde eieren met suiker en kaneel: zeventiende-eeuwse recepten bevatten verbazende combinaties

Voor de bouw van de Markthal in Rotterdam onderzochten archeologen de bodem en vonden er kookpotten, keukengerei en etensresten. Op deze plek werd dus ook vroeger al veel gegeten. Naar aanleiding van de vondsten is er nu een kookboek over de historische Rotterdamse cuisine. Het is volgens auteur Manon Henzen meer dan een receptenboek: ‘Historische...

Lees meer
Jacob Ruychaver met zijn gezin op een schilderij door Frans Hals
Jacob Ruychaver met zijn gezin op een schilderij door Frans Hals
Beeldessay

Pronken met onze families doen we al eeuwen

Gezellig, gelovig of rijk. Met een familieportret laten gezinnen aan de buitenwereld zien wie ze zijn. En dat ze hun leven goed voor elkaar hebben.  Wie in de zeventiende eeuw een Amsterdams grachtenhuis binnenliep, kon in de ontvangstkamer worden verwelkomd door een groot schilderij van de bewoners. Bijvoorbeeld van een strenge vader in donkere mantel...

Lees meer