Home Juridisch dossier: Harry Mulisch géén Jeugdstormer

Juridisch dossier: Harry Mulisch géén Jeugdstormer

  • Gepubliceerd op: 14 maart 2006
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Bas Kromhout

Volgens Dick Verkijk is schrijver Harry Mulisch in de Tweede Wereldoorlog lid geweest van de Jeugdstorm, de jeugdorganisatie van de NSB. Een rapport van de politieke recherche uit 1946 geeft Verkijk echter ongelijk.



Om zijn beschuldiging te onderbouwen haalt Dick Verkijk in zijn pamflet Harry Mulisch. ‘Fel anti-nazi’ vanaf wanneer? twee ooggetuigen aan. Anneke Peperkamp-Smit en ‘Anton S.’, tijdens de oorlog buren van Mulisch, zouden hebben gezien hoe de dertienjarige Harry in het uniform van de Jeugdstorm door de straat placht te lopen. Mulisch zelf heeft de aantijging afgedaan als ‘quatsch’. Hij denkt dat de getuigen zijn padvindersuniform voor dat van de Jeugdstorm hebben aangezien.

Behalve de getuigenverklaringen, beide van recente datum, presenteert Verkijk geen bewijzen. Het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) bewaart een centrale ledenlijst van de Jeugdstorm, waarop de naam Mulisch niet voorkomt. Het instituut houdt wat de betrouwbaarheid van deze administratie betreft echter een slag om de arm.

De enige schriftelijke bron die dan nog uitsluitsel zou kunnen geven is het juridisch dossier van zijn vader, Karl Victor Kurt Mulisch, die na de oorlog voor een bijzonder gerechtshof moest verschijnen. Hij was namelijk tijdens de bezetting directeur Personeelszaken van de Amsterdamse roofbank Lippman, Rosenthal en Co., en als zodanig medeverantwoordelijk voor de liquidatie van joodse tegoeden. Op 7 mei 1945 werd Karl Mulisch gearresteerd in zijn woonplaats Haarlem. Na bijna drie jaar in verschillende interneringskampen werd hij op 28 april 1948 buiten vervolging gesteld en vrijgelaten.

Het dossier van Karl Mulisch bevindt zich in het Nationaal Archief in Den Haag. Het bevat getuigenverklaringen en verslagen van verhoren, maar ook persoonlijke bezittingen als foto’s en identiteitspapieren. Er is één zogenaamde Staat van Inlichtingen bij, op 8 juli 1946 opgesteld door de politieke recherche, afdeling Amsterdam, waarin de politieke houding van zijn zoon Harry ter sprake komt.

Na een standaardlijst waarin wordt gevraagd of de verdachte lid was van NSB, WA, SS, NSKK, Landwacht, Jeugdstorm of andere nationaal-socialistische nevenorganisaties – alle opties zijn beantwoord met een ontkennend kruisje – volgt de vraag: ‘Behoorde zijn/haar echtgenoot(e) of een van zijn haar/kinderen tot een der in de vragen 1 tot en met 7 genoemde organisaties? Zoo ja, tot welke?’ Achter deze vraag staat met getypte letters het antwoord ‘neen’.

De politieke recherche concludeerde dus dat Harry Mulisch géén lid van de Jeugdstorm was geweest. Hoe kwam zij aan die informatie? Doorgaans gingen de rechercheurs in hun speurwerk naar ‘foute’ Nederlanders grondig te werk. Voor zover er schriftelijke bewijzen waren van ‘fout’ gedrag, werden die zoveel mogelijk verzameld.

Verder leunden de tenlasteleggingen vaak op verklaringen van derden. Een veel gepraktiseerd middel was het buurtonderzoek: rechercheurs kwamen bij de omwonenden van de politiek delinquenten aan de deur om te vragen hoe deze bekendstonden.

Goede kans dus dat rechercheurs ook bij de ouders van ‘Anton S.’ hebben aangebeld. Hadden deze toen gemeld dat Mulisch jr. in zijn Jeugdstorm-uniform door de straat had gewandeld, dan was dat zeker in het dossier van de vader terechtgekomen. In het klimaat vlak na de oorlog werden dergelijke misstappen niet gauw over het hoofd gezien.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.