Tijdens het Interbellum en de oorlog probeerden Joodse journalisten nog steeds hun vak uit te oefenen. Piet Hagen laat zien hoe ze doorzetten, ondanks antisemitisme, vervolging en genocide.
Journalist Piet Hagen (1942) schrijft dikke pillen. Zijn biografie over Pieter Jelles Troelstra (2010), die de Joast Halbertsmaprijs kreeg, is 969 pagina’s lang. Koloniale oorlogen in Indonesië (2018) beslaat 1024 pagina’s en zijn nieuwste boek Dubbel zondebok telt 718 bladzijden.
Meer recensies lezen van historische boeken? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
Hagens kracht is zijn verhalende stijl. Ook heeft hij een scherp oog voor details. Maar in Dubbel zondebok, een boek waarin het wel en wee van Joodse journalisten in Nederland in de periode 1920-1945 centraal moet staan, gaat het te vaak en te lang over onderwerpen die eigenlijk in de voetnoten thuishoren. Het tragische levensverhaal van de Joodse historicus Jacques Presser is indrukwekkend, en Hagen vertelt het prachtig, maar Presser was geen journalist. Menno ter Braak, de belangrijkste Nederlandse intellectueel van het Interbellum, was niet Joods. Natuurlijk hoort hij in het boek te staan – je kunt niet om Ter Braak heen –, maar hij hoeft geen hoofdpersonage te zijn.
Een andere omissie is het gebrek aan structuur en analyse. Hagen gaat bijvoorbeeld in detail in op de gelijkschakeling van verschillende media, zoals De Telegraaf en Het Volk, maar je mist als lezer het macroperspectief. Wat is er nou aan de hand? Wat zijn de belangrijkste trends? Dit komt wellicht ook doordat elk hoofdstuk uit het boek uit kleine verhalen bestaat, die stuk voor stuk heel interessant zijn, maar niet altijd even goed op elkaar aansluiten, en doordat er onvoldoende verbinding tussen de verschillende verhalen is. Elk hoofdstuk zou eigenlijk een samenvatting en een tussenconclusie moeten hebben, zodat even herhaald wordt wat je net allemaal hebt gelezen en je meer grip krijgt op de enorme hoeveelheid aan informatie die Hagen je wilt vertellen. Het boek wordt dan misschien nog langer, maar veel informatie kan naar de voetnoten of er helemaal uit, zoals passages over het antisemitisme van Martin Luther of Joodse drukkers in de zeventiende eeuw.
Toch is het belangrijk dat dit boek er gekomen is. Ondanks de gebreken vertelt Dubbel zondebok een belangrijk verhaal, namelijk dat van Joodse journalisten die in tijden van antisemitisme en daarna van vervolging en genocide toch hun werk probeerden te blijven doen. Daardoor kunnen Duitsland-correspondenten Marcus van Blankenstein en Karl Mayer, de Duitse Exil-journalist Joseph Roth en natuurlijk Loe de Jong, die voor Radio Oranje in Londen werkte, journalisten van nu inspireren.
Dubbel zondebok. Joodse journalisten in tijden van antisemitisme en vervolging, 1920-1945
Piet Hagen
718 p. Arbeiderspers, € 39,99