Home IN BEELD: Verdronken land

IN BEELD: Verdronken land

  • Gepubliceerd op: 1 maart 2013
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Annemarie Lavèn
  • 2 minuten leestijd

Overstromingen hebben het uiterlijk van Nederland bepaald. In de Middeleeuwen kwam het gevaar vooral van zee. Enorme stormvloeden sloegen land weg en schuurden diepe wateren uit. Stormvloed ontstaat wanneer het zeeniveau door harde zuidwestenwind wordt opgestuwd. Is het dan ook nog springtij – dat is wanneer de maan de sterkste aantrekkingskracht op het water uitoefent –, dan slaat het zeewater over het land. Dit gebeurde zo vaak dat de zee het binnenmeer Almere bereikte, en zo de Zuiderzee ontstond. Ook de Noord-Hollandse en Friese meren werden steeds groter.

De rivieren vormden toen nog weinig gevaar. Er waren nog nauwelijks dijken aangelegd, waardoor de rivieren zonder grote gevolgen buiten de oevers kon treden. Dat veranderde toen de riviergebieden dichter bevolkt raakten en langs de oevers dijken werden gebouwd.

Om de stroom van de rivier te beïnvloedden legden de bewoners kribben aan: dammen die haaks op de oever staan. Tussen de kribben slibde vruchtbare grond aan, die onmiddellijk werd beplant om te voorkomen dat de grond weer wegspoelde. De rivieren werden hierdoor smaller, waardoor aan het eind van de winter te weinig ruimte was om ijswater af te voeren. Hierdoor ontstonden ijsdammen, waarachter het water opstuwde. De dijken hielden het niet en braken door.

Rivieroverstromingen kon je zien aankomen, waardoor er meestal wel tijd was om de dijken te versterken of naar hoger gelegen land te vluchten. Dat was anders bij de overstromingen van zee, want de zee kon in zeer korte tijd toeslaan. Maar rivieroverstromingen hadden wel desastreuze gevolgen doordat het water naar lager gelegen en vaak dichtbevolkte gebieden stroomde. Veengebieden waren nog kwetsbaarder voor de vele watersnoden, doordat door de ontginning van het veen maaivelddaling ontstond: de bodem klonk in en daalde.

Een ramp van ongekende omvang was de Sint-Elisabethsvloed van 19 november 1421, die leidde tot het ontstaan van de Biesbosch. Nog dodelijker was de Allerheiligenvloed van 1 november 1570, toen door aanhoudende storm gepaard met stormvloed vele dijken het begaven en een immens gebied overstroomde. Er moeten toen tienduizenden doden zijn gevallen. De laatste grote watersnoodramp staat nog in ons collectieve geheugen gegrift: zestig jaar geleden kwamen 1836 mensen om.

Ondanks de talloze overstromingen die in de afgelopen eeuwen ons land hebben geteisterd, wanen we ons veilig achter onze dijken. Nieuwe woonwijken worden ver onder zeespiegelniveau aangelegd en uiterwaarden bebouwd. Minister Schultz van Infrastructuur en Milieu had helemaal gelijk toen zij begin van dit jaar zei dat Nederlanders zijn vergeten wat het betekent om onder de zeespiegel te leven.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.