Over Adolf Hitler als leider van nazi-Duitsland zijn boekenkasten vol geschreven. Voor de mens achter de politicus is de laatste jaren steeds meer aandacht. Wat voor iemand was de Führer privé?
Had Adolf Hitler, de nazileider die verantwoordelijk was voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog en de moord op miljoenen Europese Joden, een privéleven? In veel studies is wel een hoofdstuk over dat leven ingeruimd, maar wordt er wat meewarig over gedaan. Zo schreef Guido Knopp, historicus en hoofd van de redactie eigentijdse geschiedenis van de Duitse televisiezender ZDF, in zijn overigens uitstekende boek Hitler. Een balans: ‘Hij [Hitler] leidde een arm en oninteressant privéleven. Alles wat een mensenleven vormt, wat een mens sterkt en kneedt, ontbrak bij hem: opleiding, vriendschap, liefde, huwelijk.’
Meer lezen over Adolf Hitler? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
Knopp verkondigt een merkwaardige opvatting van het begrip privéleven, die je ook wel bij andere Hitler-biografen aantreft. Hij gaat er stilzwijgend van uit dat er een maatstaf bestaat waaraan je een interessant privéleven zou kunnen afmeten. Hitler had in die opvatting zijn middelbare school moeten afmaken, een vervolgopleiding moeten voltooien, dienen te trouwen, een aantal kinderen op de wereld moeten zetten en een gedegen baan bij de overheid of in het bedrijfsleven moeten vinden. Kortom, het burgerlijke en gangbare patroon dat miljoenen mensen in hun leven afleggen.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Je kunt ook anders tegen het privéleven van Adolf Hitler aankijken. Hier was iemand die door zijn achtergrond en ouderlijk milieu voorbestemd leek het middelmatige leven te leiden van een provinciaal ambtenaar, maar die de wijde wereld in trok en iets van zijn leven maakte. Die daarbij allerlei interessante lieden ontmoette, aanbeden werd door tal van vrouwen en miljoenen bewonderaars en zich ’s ochtends nooit bij een baas hoefde te melden. Hoezeer Hitler ook is bepaald door maatschappelijke omstandigheden, wie goed kijkt, ziet dat hij welbewust voor een leven koos waarbij hij al de burgerlijke keuzes van zijn tijd zoveel mogelijk vermeed.
Incestueus
Welbeschouwd stamde Adolf Hitler ook niet uit een milieu dat zomaar burgerlijk kan worden genoemd. Zeker, zijn vader was bij de geboorte van Adolf op 20 april 1889 een op het oog keurige inspecteur van de douane in het Oostenrijkse grensplaatsje Brauna, gelegen aan de rivier de Inn en grenzend aan Zuid-Duitsland. Maar Alois Hitler, die 52 jaar was bij de geboorte van zijn zoon Adolf, leidde een onrustig leven vol verhuizingen, drank en vooral vrouwen. De moeder van Adolf Hitler, Klara Pölzl, was alweer zijn derde vrouw. Zij werd jaar na jaar zwanger van Alois, die ze ‘oom’ noemde. Niet voor niets: Alois Hitler en de 23 jaar jongere Klara waren verre familie van elkaar. Zijn vermoedelijke vader, Johann Nepomuk Hiedler, was namelijk ook haar grootvader.
Alois Hitler was als buitenechtelijk kind geboren. Zijn moeder, Maria Anna Schicklgruber, trouwde vijf jaar na zijn geboorte met Johann Georg Hiedler. Onder historici is een debat ontbrand of hij de werkelijke vader van Alois was of zijn broer Johann Nepomuk – een vraag die nog steeds niet naar bevrediging is beantwoord. Hoe dit ook zij, Alois Schicklgruber nam in 1876 de naam van zijn stiefvader aan – die hij meteen maar veranderde in het deftiger klinkende ‘Hitler’. Een naamsverandering die de loop van de geschiedenis beslist heeft beïnvloed. Of, zoals de Amerikaanse journalist William L. Shirer in 1960 in zijn bestseller The Rise and Fall of the Third Reich stelde: ‘Heil Schicklgruber’ zou als groet ondenkbaar zijn geweest.
Adolf Hitler was het vierde kind dat uit het incestueuze huwelijk van Alois Hitler en Klara Pölzl werd geboren, maar het enige dat vooralsnog bleef leven. Slechts zijn zeven jaar jongere zus Paula zou eveneens haar geboorte en kinderjaren overleven. Moeder Klara droeg niet alleen de zorg over haar twee eigen kinderen, maar ook nog over de twee kinderen uit een eerder huwelijk van Alois Hitler: Alois junior en Angela, die later een rol van betekenis zou spelen in het leven van Adolf Hitler. Het gezin Hitler kan zo rond 1900 als een heftig huishouden worden getypeerd. Het botste vooral tussen vader en zoon Hitler. Adolf moest in de voetsporen van zijn vader treden en ambtenaar worden. Vader Hitler, een barse man, getooid met een martiale snor, trachtte het verzet met harde hand te breken. Hij sloeg er regelmatig op los.
Bij zijn lievelingsschrijver Karl May, bekend van zijn indianenverhalen, had Hitler gelezen dat het een teken van moed was je pijn niet te tonen
Tegen een van zijn secretaresses zou Hitler later vertellen hoe hij die klappen onderging. Bij zijn lievelingsschrijver Karl May, bekend van zijn indianenverhalen, had Hitler gelezen dat het een teken van moed was je pijn niet te tonen. Toen hij op een keer klappen kreeg, telde hij die in stilte zonder een kik te geven. Geen wonder dat Hitler niet van zijn vader hield, maar hem des te meer vreesde, zoals hij later zou toegeven. Het moet een opluchting voor de veertienjarige Adolf zijn geweest dat zijn vader op 3 januari 1903 plotseling stierf in zijn stamcafé, waar hij in de laatste jaren van zijn leven dagelijks kwam. Zijn vaders voorliefde voor bier en wijn riepen zoveel afkeer bij de jonge Hitler op dat hij zijn hele leven geheelonthouder bleef.
Nu zijn vader dood was, kon Hitler eindelijk zijn eigen plan trekken. Zijn liefdevolle moeder trachtte hem te bewegen op school zijn best te blijven doen, maar kon niet voorkomen dat hij er de brui aan gaf. Het uitgedunde gezin betrok in Linz, de stad waaraan Hitler tot de laatste dagen van de Tweede Wereldoorlog met nostalgie zou terugdenken, tijdelijk een kleine etagewoning. Die bestond slechts uit een keuken, een woonkamer en een zijkamertje. Het is tekenend voor de liefde waarmee Klara de jonge Hitler omringde dat zij met dochter Paula en haar gebochelde zus Johanna (aan wie Hitler later liever niet meer herinnerd werd) gezamenlijk in de woonkamer sliep, terwijl Adolf alleen de zijkamer bewoonde.
Hitler was een klaploper
Niet voor lang. Op zijn zestiende verliet Hitler in 1905 de middelbare school zonder diploma – met het vaste voornemen kunstenaar te worden. In de twee jaar dat hij nog thuis woonde, leidde hij het leven van een klaploper, onderhouden door het weduwepensioen van zijn moeder, die hem door en door verwende. Met zijn enige jeugdvriend, de muzikaal begaafde August Kubizek, fantaseerde hij over een grootse carrière als kunstenaar. Kubizek was een welkome gast in het gezin Hitler, waar moeder Klara, bezorgd over de toekomst van haar lieveling, blij was dat deze tenminste enige aanspraak had. Terwijl de gesprekken voortdurend gingen over schilderkunst en architectuur, bezochten de twee vrienden tentoonstellingen en gingen ze naar het muziektheater, waar ze in het bijzonder verrukt waren over de uitvoeringen van stukken van de Duitse componist Richard Wagner.
In deze tijd groeide bij Hitler het plan om toelatingsexamen te doen voor de kunstacademie in de Habsburgse hoofdstad Wenen. Toch was het niet alleen de kunst die de zestienjarige Adolf vervulde. Hij werd ook voor de eerste keer verliefd – en hoe! Smoorverliefd was hij op Stefanie, een leeftijdgenote uit een goed-burgerlijk milieu. Ondanks aandringen van Kubizek haar zijn liefde te verklaren, hield Hitler zijn verliefdheid verborgen en raakte in extase bij iedere glimp van aandacht die Stefanie hem gaf. Zo kon het niets worden – en het werd ook niets. Zijn benadering van Stefanie was tekenend voor zijn hoofse opvatting van vrouwen: zij waren wezens van een andere planeet, enerzijds mateloos bewonderd, anderzijds stilzwijgend veracht als het zwakke geslacht.
Stefanie zou voor jaren de laatste vrouw in het leven van Hitler zijn. Na zijn mislukte poging door te dringen tot de kunstacademie bleef hij in zijn Weense jaren (1907-1913) voornamelijk omringd door mannen. Misschien was de dood van zijn moeder, de vrouw die zo onbaatzuchtig van hem hield, wel debet aan de jarenlange windstilte. Klara Hitler stierf op 21 december 1907 op 47-jarige leeftijd aan een agressieve vorm van borstkanker. Dankzij de haar behandelende (Joodse) arts Eduard Bloch is bekend hoe wederkerig de liefde was. ‘Als je hem zo zag, dan was de liefde voor zijn moeder zijn opvallendste karaktertrek. Hoewel hij geen “moederskindje” was in de gewone betekenis van het woord, heb ik nooit een hechtere band gezien,’ zou Bloch later schrijven. Hitler huilde toen hij hoorde dat zijn moeder ten dode was opgeschreven, deed alles om haar pijnlijke ziekbed te verlichten en regelde een stijlvolle uitvaart. Gekleed in een zwarte mantel en witte handschoenen en een hoge hoed dragend, liep hij op 23 december 1907 achter de lijkwagen.
Hitler had diverse Joodse kennissen in het mannentehuis en schuwde ook de verkoop van schilderijen aan Joden niet
In Wenen woonde Hitler op verschillende adressen en uiteindelijk in tehuizen voor daklozen. Hij probeerde zijn geld te verdienen met de verkoop van zijn schilderijen. Ondanks zijn mythische schildering in Mein Kampf dat hij in Wenen zijn antisemitisme zou hebben opgedaan, hebben verscheidene getuigen dit tegengesproken. Een van hen, Reinhold Hanisch, die maandenlang vrijwel dagelijks met Hitler omging, ontkende stellig dat Hitler in deze jaren al antisemiet was. De latere Führer had diverse Joodse kennissen in het mannentehuis en schuwde ook de verkoop van schilderijen aan Joden niet.
Zonderling
In zijn Weense jaren was het alsof Hitler het leven zoveel mogelijk alleen wenste te leven. Met zijn familie had hij na de dood van zijn moeder jarenlang geen enkel contact. Hij bleef een zonderling, maar dan een zonderling die ervoor zorgde niet buiten de groep te vallen. Dat bleek nadrukkelijk tijdens de Eerste Wereldoorlog, die door Hitler als een bevrijding van zijn uitzichtloze bestaan werd gevierd. In de loopgraven bleek nog eens zijn eenzelvigheid: hij ontving geen post, dronk geen alcohol en zijn grootste vriend was een van het Britse front overgelopen terriër, die hij Foxl noemde.
Maar de kameraden tijdens de Grote Oorlog zou Hitler op zijn eigen, ingewikkelde manier zijn leven lang trouw blijven. Zo benoemde hij zijn meerdere Max Amann tot directeur van het Franz Eher-Verlag, de partij-uitgeverij, verantwoordelijk voor de uitgave van Mein Kampf. Ook andere kameraden uit de loopgraven zou Hitler later als oude getrouwen belonen met functies in het Derde Rijk. Een voorbeeld is Fritz Wiedemann, die hij in 1935 benoemde tot adjudant.
Niet dat die oude kameraadschap altijd doorslaggevend was. Dat ervoer Ernst Röhm, wiens Sturm Abteilung na de machtsovername van de nazi’s in 1933 een staat in de staat dreigde te worden. Hitler had een sterk gevoel van loyaliteit aan de oud-strijder, maar luchtmachtminister Hermann Göring en SS-leider Heinrich Himmler wisten hem te overtuigen dat Röhm Hitlers macht en doel (een sterke Wehrmacht waarmee Europa kon worden veroverd) in gevaar bracht. Eenmaal daarvan overtuigd, was Hitler ook keihard en vergat hij alle loyaliteit. Röhm werd op 30 juni 1934 samen met de gehele SA-top meedogenloos uit de weg geruimd, in de Nacht van de Lange Messen.
De sadist Stalin pestte zijn ondergeschikten graag door hun vrouwen naar een kamp te sturen, terwijl zijzelf dag aan dag met de tiran in vergadering zaten
De moord op Röhm laat iets zien van de ware Hitler. Hij kon loyaal zijn, wellevend en belangstellend voor de kring die zijn opmerkelijke loopbaan van begin tot einde begeleidde. In vergelijking tot zijn collega-dictator Josef Stalin moet Hitler voor zijn intimi een aangenamer mens zijn geweest. Bij Stalin wist geen van de paladijnen zich ooit op zijn gemak. Ieder lid van het politbureau kon van de ene op de andere dag in het concentratiekamp verdwijnen of doodgeschoten worden. De sadist Stalin pestte zijn ondergeschikten graag door hun vrouwen naar een kamp te sturen, terwijl zijzelf dag aan dag met de tiran in vergadering zaten.
Bij Hitler niets van dit alles. Hij was kameraadschappelijk jegens zijn oude getrouwen totdat die in zijn ogen het tegendeel bewezen. Zo hield Hitler Hermann Göring ondanks diens morfineverslaving en zijn onvermogen de luchtverdediging te organiseren lang de hand boven het hoofd. Pas een week voor het einde van het Derde Rijk, toen Göring hem vanuit Beieren vroeg of hij de macht moest overnemen omdat Hitler klem zat in de Führerbunker in Berlijn, vermoedde Hitler dat er verraad in het spel was: hij beval Görings arrestatie en executie. Vijf dagen later, op 28 april 1945, kreeg Hitler een uitbarsting van woede toen hij hoorde dat de ’trouwe Heinrich’ Himmler met westerse geallieerden onderhandelde over overgave.
Hitlers onmogelijke liefde
Zolang de oude getrouwen geen bedreiging voor zijn macht vormden, kon Hitler veel van hen verdragen. Zo kon hij lange tijd geen kwaad woord horen over zijn hoffotograaf Heinrich Hoffmann, die steeds vaker dronken opdook in zijn gezelschap. Ook de omstreden arts Theodor Morell, die door andere artsen aan het hof als een kwakzalver werd beschouwd, hield tot het einde zijn vertrouwen. Hitler was dus loyaal aan zijn getrouwen, maar eiste ook loyaliteit. Het lijkt erop dat hij ook vrouwen daarop uitkoos, al was dit niet het enige criterium. Magda Goebbels, bijvoorbeeld, van wie het een publiek geheim was dat ze een grote verering voor de Führer koesterde, was dan wel tot in de dood loyaal aan Hitler, maar hij vond haar ook te ambitieus en te veeleisend.
Dan was Eva Braun, die hij eind jaren twintig in de fotozaak van Hoffmann in München had leren kennen, hem liever. Zij was ook loyaal, maar in alles aan hem ondergeschikt. Deed Eva Braun hem in de verte aan zijn moeder denken? Klara Hitler was immers ook volstrekt dienstbaar aan haar man. Het is niet zeker. Wel zeker is dat Hitler niet alleen de heerszucht over vrouwen van zijn vader kopieerde, maar ook zijn voorkeur voor veel jongere vrouwen. Eva Braun was 23 jaar jonger dan de man die niet alleen haar minnaar zou worden, maar een dag voor zijn dood ook haar echtgenoot. Hitler trouwde met haar uit loyaliteit en genegenheid, niet omdat ze zijn grote liefde was.
Hitler trouwde met Braun uit loyaliteit en genegenheid, niet omdat ze zijn grote liefde was
Dat voorrecht bleef voorbehouden aan zijn nicht Geli Raubal, de dochter van zijn halfzus Angela. Deze mollige, welbespraakte vrouw met een grote erotische uitstraling betoverde haar oom zo dat hij haar geheel voor zichzelf claimde en haar iedere andere liefde verbood. Geli leek echter in koppigheid op haar oom en het kwam herhaaldelijk tot heftige aanvaringen, die ten slotte leidden tot haar zelfmoord in september 1931. Het was een onmogelijke liefde, aangezien Geli niet over talent voor ondergeschiktheid beschikte.
Om macht ging het Hitler in zijn privéleven al evenzeer als in zijn politieke leven. Hij wist talloze mensen om zijn vinger te winden, maar trok wel steeds aan de touwtjes. Zodra hem kritische vragen werden gesteld, viel hij uit zijn rol. Bij een van haar vele bezoeken aan de Berghof, Hitlers buitenverblijf in de Beierse Alpen, stelde Henriëtte von Schirach, de vrouw van Hitler-Jugendleider Baldur von Schirach, in 1943 de Jodenvervolging ter discussie. Hitler werd woedend en nodigde haar nooit meer uit. De charmeur kon beleefd, innemend en loyaal zijn, maar alleen op eigen voorwaarden.