De Britse historicus Simon Schama publiceert aan de lopende band. In Nederland brak hij door met Overvloed en onbehagen (1987), waarin hij de Nederlandse Gouden Eeuw met grote vragen te lijf ging. De geleerden vonden het wat te dik aangezet, maar het boek is nog altijd zeer leesbaar. Aan de overzijde van de Noordzee kent de televisiekijker hem als de eloquente professor die hoofdschuddend over historische locaties loopt. Hij maakte zo de vijftiendelige serie History of Britain en het boek dat daarbij hoorde, verder de schitterende studie over de Engelse strijders tegen de slavernij Rough Crossings en nu dus The Power of Art: een televisieserie en een kloek boek over acht topkunstenaars.
Schama wil het werk van de kunstenaars graag relateren aan cruciale episodes in hun leven. Hij vindt dat we met het aanbrengen van dergelijke verbanden niet hoeven te wachten tot de Romantiek, maar dat de zestiende eeuw een goed beginpunt is. Vanaf de Renaissance wordt de individualiteit van de kunstenaar immers benadrukt en zijn er ook kunstenaarsbiografieën in omloop.
Het uitstekend vertaalde Kracht van de kunst is overigens allerminst een representatieve schets van het kunstenaarsbestaan tussen 1500 en 2000. Schama is een gepassioneerd mens en zijn keuze valt op uitzonderlijke, heftig levende kunstenaars. Zeer geslaagd is zijn levensverhaal van Caravaggio (1573-1610), de meest gewilde Romeinse kunstenaar van zijn tijd, die ‘een door testosteron aangedreven nachtbrakersleven’ leidde. Nadat hij al enkele malen de gevangenis vanbinnen had gezien, pleegde Caravaggio na een kwestie met een dame een moord. Er werd een prijs op zijn hoofd gezet en hij moest Rome ontvluchten.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
In 1610 arriveerde daar een schilderij van de Joodse herdersjongen David met het afgehakte hoofd van de Filistijnse reus Goliath. In diens schurkentronie is een zelfportret van de kunstenaar herkenbaar. Was dit werk bedoeld als boetedoening, een gebaar van Caravaggio om zijn beschermheren in Rome te vermurwen: hier heb je het hoofd waarom jullie gevraagd hebben? Het lijkt er wel op. De ironie wil dat het hoofd daar bezorgd werd op het moment dat de boeteling zelf onderweg al overleden was. Schama’s aanwijzingen voor deze interpretatie zijn misschien wat indirect, maar zijn verhaal lijkt hier aardig te kloppen.
In het geval van de evenmin gezapig levende beeldhouwer Bernini (1598-1680) moet de schrijver het hebben van wel erg indirect bewijsmateriaal. Voordat deze de zegeningen van het gezin en een boetvaardig leven leerde kennen, liet hij in een vlaag van jaloezie een minnares verminken en sloeg hij zijn rivaliserende broer half dood. Schama probeert aannemelijk te maken dat juist iemand die zelf tot inkeer is gekomen zeer goed in staat is om de zielenroerselen van bekeerlingen in steen te vereeuwigen. Bernini’s beeld van de zestiende-eeuwse Spaanse mystica Teresa van Avila, die na een jeugd met aardse genoegens in het klooster extatische ervaringen onderging, is inderdaad zeer goed getroffen. Maar hier zijn veel retorische zinswendingen nodig om aannemelijk te maken dat deze boetvaardige kunstenaar juist vanwege zijn eigen bekeringsgeschiedenis de kloosterlinge zo hemels kon laten smachten.
Gelukkig houdt de schrijver niet al te strak vast aan dit procedé. Zo probeert hij het werk van Van Gogh juist wat te ontlasten van de gebruikelijke psychologische projecties. Bij Rembrandt en William Turner draait het om worstelingen van de kunstenaars met de markt en de opdrachtgevers. Het werk van de schilder (en ondertekenaar van executiebevelen) Jacques-Louis David is versmolten met het relaas van de Franse Revolutie en Picasso’s Guernica uiteraard met de Spaanse Burgeroorlog.
Over het algemeen zijn de biografische schetsen accuraat en vol van aardige wetenswaardigheden. Daar staat tegenover dat Schama soms helemaal los gaat in lyrische interpretaties van de kunstwerken. Als hij in het Londense Tate Modern-museum het abstracte werk van de Amerikaan Rothko bewondert, gaat dat zo: ‘Het is onmogelijk deze zaal te betreden en niet bevangen te worden door het poignante: ons komen en gaan, ingangen en uitgangen, baarmoeder, graf en alles daartussen.’ Hier celebreert hogepriester Schama de kunstmis. Het zij hem vergeven, want aan dit prachtboek valt veel te genieten.
Simon Schama
De kracht van kunst
480 p. Contact, € 49,90
Simon Schama’s Power of Art
DVD, BBC video, £ 17,00