Bijna zestig jaar regeerde keizer Haile Selassie over Ethiopië. Decennialang gold hij als het boegbeeld van de Afrikaanse emancipatie. Dat maakte hem over de hele wereld populair; Jamaicanen geloofden zelfs dat hij God was. Maar uiteindelijk ging hij roemloos ten onder.
Voor zijn kroning tot keizer in 1930 droeg keizer Haile Selassie de naam Tafari Makonnen. Volgens een legende bezocht een kluizenaar in 1892 zijn vader Ras Makonnen, de gouverneur van de Ethiopische provincie Harar. Diens vrouw had enkele miskramen gehad en was weer zwanger. ‘Maar deze keer,’ zo profeteerde de kluizenaar, ‘zal het kind kerngezond ter wereld komen en blijven leven. Hij zal opgroeien tot een prima jongen; en terwijl hij nog maar een jongeman is zal hij opstaan om de heerser van Ethiopië te worden en het hele land met een stevige hand te leiden. Hij zal Ethiopië grootsheid en trots schenken en het land wereldberoemd maken. Maar uiteindelijk zal hij alles wat hij met zijn eigen handen heeft opgebouwd vernietigen en het land in puin achterlaten.’
Meer historische verhalen lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
Haile Selassie is geliefd en gehaat. Het Jamaicaanse rastafari-geloof beschouwt Haile Selassie als een God, als de zwarte koning die zou komen om de nazaten van de tot slaaf gemaakte Afrikanen te verlossen. In West-Europa en de Verenigde Staten was de keizer na de Tweede Wereldoorlog populair vanwege zijn strijd tegen fascistisch Italië. Maar critici wijzen erop dat Haile Selassie een autoritair bewind voerde en te traag was met hervormingen. Ook was hij medeverantwoordelijk voor een hongersnood in de jaren zeventig en discrimineerde hij bevolkingsgroepen in zijn eigen land.
‘Wij zijn geen God’
De Jamaicaans-Amerikaanse burgerrechtenactivist Marcus Garvey voorspelde in 1914 dat er een zwarte koning zou opstaan, die de nazaten van de tot slaaf gemaakte Afrikanen zou verlossen. Volgens de Jamaicaanse prediker Leonard Percival Howell was Haile Salassie deze koning en de ‘naar de aarde teruggekeerde Messias’. De keizer, zelf Ethiopisch-orthodox, ontkende dit. ‘Wij zijn geen God. Wij zijn geen profeet. Wij zijn de slaaf van God,’ zei hij in 1966, toen hij op staatsbezoek was in Jamaica. Toen in 1975 het nieuws naar buiten kwam dat Haile Selassie was overleden, wilden Rastafari-aanhangers dat niet geloven. Reggae-muzikant Bob Marley schreef daarom het nummer ‘Jah Live’ (‘God leeft’).
Om hem te kunnen duiden, eerst even terug in de geschiedenis van Ethiopië. Het eeuwenoude christelijke keizerrijk werd sinds 1270 geregeerd door de Salomonische dynastie, die beweerde af te stammen van de Israëlische koning Salomo en de legendarische koningin van Sheba. Eind negentiende eeuw was Ethiopië een van de twee Afrikaanse landen die niet was gekoloniseerd door westerse machten – het andere was Liberia. De Italianen probeerden Ethiopië in 1896 in te lijven, maar leden een zware nederlaag bij Adwa. Toch bleef de koloniale dreiging bestaan. Toen de jonge Tafari Makonnen in 1916 regent werd, was dit een belangrijk argument voor hem om zijn land te moderniseren.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Twee miljoen slaven
Een belangrijke concurrent voor Tafari was zijn drie jaar jongere neef Lij Iyasu, van 1913 tot 1916 de ongekroonde keizer van Ethiopië. Lij Iyasu lag slecht bij de Ethiopische adel en stelde zich bovendien positief op tegenover de islam, een doodzonde in de ogen van de conservatieve Ethiopisch-orthodoxe staatskerk. Hij werd ervan beschuldigd dat hij zich tot de islam had bekeerd en werd afgezet. In zijn plaats kwam zijn tante Zewditu op de troon. Tafari Makonnen werd benoemd als haar regent en als kroonprins. Als regent nam hij de dagelijkse leiding van het land op zich, terwijl Zewditu als keizerin het laatste woord had.
Boek der koningen
De Kebra Nagast, de Glorie van de Koningen, is het nationale epos van Ethiopië, geschreven in de veertiende eeuw. Veel Ethiopische christenen beschouwen dit epos als een historisch betrouwbaar werk. Het vertelt de geschiedenis van Ethiopië vanaf koning Salomo en de koningin van Sheba tot aan de keizers van de Salomonische Dynastie. Volgens de Kebra Nagast zou de Israëlische koning Salomo met een list de koningin van Sheba, koningin Makeda, hebben verleid, waarop zij een zoon kreeg. Deze Menelik, die de Ark van het Verbond mee zou hebben genomen naar Ethiopië, zou de stamvader zijn van de latere koningen en keizers.
Vanaf 1916 werd hij Ras Tafari Makonnen genoemd, Ras is een hoge adellijke titel en wordt vertaald met ‘hertog’. Ras Tafari meldde Ethiopië aan als lid van de Volkerenbond. Een voorwaarde was dat de slavernij er werd afgeschaft. Hij beloofde een einde te maken aan deze praktijk en deed zijn best, waarop Ethiopië in 1923 werd toegelaten tot de Volkerenbond. Maar begin jaren dertig telde het land nog steeds zo’n twee miljoen slaven.
In 1924 maakte Ras Tafari zijn eerste grote reis over de wereld: hij bezocht vele landen in het Midden-Oosten en Europa. Het doel van zijn tour was om Ethiopië toegang tot de zee te geven via Eritrea, zodat het keizerrijk makkelijker handel kon drijven. Maar de Fransen voelden niet de behoefte om Ras Tafari hierin te steunen. Toch was de reis succesvol. Westerse media waren onder de indruk van de regent en zijn exotische gevolg, wat op langere termijn goodwill opleverde. En Ras Tafari bezocht in Europa ziekenhuizen, scholen en fabrieken. Die inspireerden hem om Ethiopië verder te moderniseren.
In het binnenland moest hij opboksen tegen reactionaire krachten. Zo marcheerde in 1928 Balcha Safo, gouverneur van de regio Sidamo, met een leger op naar de hoofdstad Addis Ababa. Hij betoonde zijn respect aan de keizerin, maar niet aan Ras Tafari. Terwijl de opstandige gouverneur bij de keizerin op bezoek was liet Ras Tafari de troepen van Balcha Safo omkopen, zodat ze huiswaarts keerden, en verving hij hem door een andere gouverneur. Niet lang daarna volgde een couppoging die heimelijk gesteund werd door Zewditu, maar mislukte. Ze had hierna geen andere keus dan haar neef Ras Tafari tot Negus (koning) te benoemen.
Ten slotte kwam ook Zewditu’s echtgenoot Gugsa Welle in 1930 in opstand tegen Negus Tafari. Maar Gugsa Welle sneuvelde in een gevecht en de keizerin stierf twee dagen later. Het is nog steeds onduidelijk wat de precieze doodsoorzaak was. Ze leed aan diabetes en had mogelijk buiktyfus opgelopen, maar critici denken dat Tafari haar uit de weg liet ruimen. Na Zewditu’s dood stond niets Tafari’s troonsbestijging nog in de weg. Hij werd Negusa Nagast (letterlijk: ‘koning der koningen’) Haile Selassie van Ethiopië.
Ondertussen zat de nederlaag bij Adwa de Italianen nog steeds dwars. Dictator Benito Mussolini zocht naar een excuus om Ethiopië de oorlog te verklaren. Dat vond hij in december 1934, toen Ethiopische soldaten slaags raakten met Italiaanse troepen bij de Walwal-oase in de Ogaden-woestijn. De grens tussen Ethiopië en Italiaans-Somaliland was niet duidelijk vastgelegd en beide partijen claimden het grondgebied. Mussolini gebruikte het incident voor een grootschalige invasie, die op 3 oktober 1935 van start ging.
Het Italiaanse leger was beter uitgerust dan het Ethiopische en had veel meer tanks, kanonnen en vliegtuigen. De Italianen zetten 390 vliegtuigen in, de Ethiopische luchtmacht had slechts 19 toestellen en 30 piloten. Italiaanse vliegtuigen konden daarom ongestraft Ethiopische dorpen met gifgas bestoken, met veel burgerdoden tot gevolg.
Toen de situatie in mei 1936 militair gezien onhoudbaar bleek, besloot Haile Selassie Ethiopië te ontvluchten. Op 30 juni hield hij een gepassioneerde toespraak voor de Volkerenbond in Genève. Italiaanse journalisten begroetten de keizer met racistische apengeluiden, maar werden daarna van de tribune verwijderd. Haile Selassi sprak vloeiend Frans, de taal van de diplomaten, maar hield zijn toespraak in zijn moedertaal, het Amhaars. Hij vertelde zijn luisteraars over de Italiaanse invasie, de dodelijke gevolgen van mosterdgas en brak een lans voor kleine staten, die beschermd moesten worden tegen de agressie van grotere staten. Met de Italiaanse invasie stond de toekomst van de Volkerenbond zelf op het spel, aldus de keizer, want de organisatie was immers opgericht om vrede in de wereld te bewaren en agressie van de ene staat tegen de andere te voorkomen. ‘Het is het vertrouwen dat elke staat moet stellen in internationale verdragen,’ sprak hij. ‘In één woord, het is de internationale ethiek die op het spel staat. Hebben handtekeningen onder een verdrag alleen waarde als de machten die dit hebben ondertekend er een persoonlijk, direct en onmiddellijk voordeel bij hebben?’
Italiaanse journalisten begroetten de keizer met apengeluiden
Hoewel zijn speech veel indruk maakte op de aanwezigen en op de internationale pers, bereikte Haile Selassie zijn doel niet. Hij kreeg geen militaire hulp om de Italianen uit zijn land te verdrijven. Bovendien waren de weinige sancties die Italië opgelegd kreeg nauwelijks effectief.
Van 1936 tot 1940 verbleef de keizer in ballingschap in Bath in het Verenigd Koninkrijk. Daar probeerde hij tevergeefs aandacht te vragen voor Italiaanse misdaden in zijn keizerrijk: plundering van kunstschatten en wreedheden tegen de lokale bevolking.
In de zomer van 1940, toen Mussolini de kant van nazi-Duitsland koos, keerden zijn kansen. De Britten wilden nu wel naar Haile Selassie luisteren. De keizer reisde eind dat jaar naar Egypte, waar hij samen met de Britten plannen maakte om Ethiopië te bevrijden. De keizer riep zijn volk op om in opstand te komen tegen de Italiaanse bezetter, reguliere Britse troepen vielen de Italianen vanuit het noorden en zuiden aan, terwijl elite-eenheden de Italiaanse aanvoerlijnen vernielden. Op 5 mei 1941, precies vijf jaar nadat de Italianen Addis Abeba hadden bezet, trok Haile Selassie de keizerlijke hoofdstad binnen als overwinnaar.
Ontevredenheid groeit
Dankzij zijn opstelling tijdens de Tweede Wereldoorlog was het internationale prestige van Haile Selassie enorm toegenomen. Hij was een gerespecteerd staatsman, die zich hard maakte voor internationale samenwerking. Zo was de keizer een van de medeoprichters van de Verenigde Naties, nam hij in 1961 deel aan de oprichtingsvergadering van de Beweging van Niet-Gebonden Landen en leidde hij twee jaar later de oprichting van de Organisatie voor Afrikaanse Eenheid (OAU), de voorloper van de Afrikaanse Unie. Het OAU-hoofdkwartier kwam in Addis Abeba te staan.
Hoewel Haile Selassie een trouwe bondgenoot van het Westen was, steunde hij de dekolonisatiebeweging en de emancipatie van de ‘Derde Wereld’. Dit maakte hem in Afrika, in de Caraïben en onder Afro-Amerikanen immens populair.
Daarnaast boekte de keizer enkele belangrijke politieke successen. In 1948 werd de Ogaden-regio aan Ethiopië toegewezen en in 1962 annexeerde de keizer de voormalige Italiaanse kolonie Eritrea. Ook slaagde Haile Selassie er in 1959 in om de Ethiopisch-orthodoxe Tewahedo Kerk onafhankelijk te maken van de Koptisch-orthodoxe Kerk en onder zijn gezag te brengen, wat betekende dat de kerk nu ook belasting moest gaan betalen.
Ondertussen kampte Ethiopië met structurele problemen die maar niet werden opgelost. Ethiopië was allesbehalve een liberale democratie. De adel en de kerk hadden veel macht en privileges, de staat discrimineerde de Oromo- en de Harari-volken en er was veel armoede. Een hongersnood in Tigray in 1958 kostte aan meer dan 100.000 mensen het leven.
Zwarte vliegeniers
De Afro-Amerikaanse luchtvaartpionier John Robinson werd in april 1935 door Haile Selassi benoemd tot commandant van de Ethiopische luchtmacht. Robinson was vliegenier, maar had in de Verenigde Staten nauwelijks carrièrekansen vanwege het wijdverspreide racisme. Zo waren zwarte vliegeniers niet welkom bij de Amerikaanse luchtmacht. In Ethiopië kreeg Robinson wel de gelegenheid om zich te bewijzen. Niettemin had de kleine Ethiopische luchtmacht geen schijn van kans tegen de honderden Italiaanse vliegtuigen, die ook nog eens moderner waren.
Robinsons avonturen in Ethiopië hielpen Afro-Amerikanen om zich te emanciperen. De Tuskegee Universiteit in Alabama zou in de Tweede Wereldoorlog zwarte gevechtspiloten opleiden, de Tuskegee Airmen, die vochten boven Italië en Duitsland.
Toen Haile Selassie in 1960 op staatsbezoek in Brazilië was, deden enkele ontevreden officieren een couppoging. De staatsgreep mislukte, maar liet wel de kwetsbaarheid van de keizer zien. De meerderheid van het Ethiopische volk steunde hem nog, maar jonge officieren en de intelligentsia vonden dat Haile Selassie een sta-in-de-weg was voor vooruitgang.
De coup was een teken aan de wand, toch sloeg Haile Selassie dat in de wind. De ontevredenheid nam toe: studenten radicaliseerden en werden communist, terwijl veel boeren teleurgesteld raakten in de keizer omdat de beloofde landhervormingen niet werden doorgevoerd. In 1973 brak er een nieuwe hongersnood uit in de provincies Wollo en Tigray, die aan zo’n 200.000 mensen het leven kostte. Volgens critici had de keizer te weinig gedaan om deze humanitaire ramp te voorkomen.
Lange tijd was de keizer zelfs heel progressief
Een groep communistische officieren, gesteund door de Sovjet-Unie, pleegde een staatsgreep. Op 12 september 1974 zette de Provisorische Militaire Bestuurlijke Raad, beter bekend als de Derg, de keizer af. Haile Selassie overleed op 27 augustus 1975, officieel een natuurlijke dood, vanwege complicaties na een operatie aan zijn prostaat, maar een kolonel van de Derg had de 83-jarige keizer vermoord door een kussen zo lang tegen zijn gezicht te houden dat hij stierf.
Haile Selassie was geen God, maar ook geen tiran. In vergelijking met het bloeddorstige regime van de Derg viel zijn bewind relatief mee. De Derg was verantwoordelijk voor martelingen, massa-executies en de verschrikkelijke hongersnood van de jaren tachtig. De keizer had honderden gevangenen gratie verleend en in Ethiopië zaten tijdens zijn regering nooit meer dan tien politieke tegenstanders vast. Hij was niet de reactionaire despoot die de communistische propaganda van hem maakte. Lange tijd was de keizer zelfs heel progressief. Maar zijn tragiek was dat hij te lang op de troon bleef. Had hij eerder troonsafstand gedaan en meer geluisterd naar hervormingsgezinde critici, dan had niet alleen de geschiedenis positiever over hem geoordeeld.
Meer weten
- Der Letzte Kaiser von Afrika: Triumph und Tragödie des Haile Selassie (2014) door Asfa-Wossen Asserte is een biografie over de laatste keizer van Ethiopië.
- De keizer (2007) door Ryszard Kapuscinski beschrijft de ondergang van de Ethiopische monarchie.
- A History of Ethiopia (2002) door Marcus Harold behandelt de geschiedenis van Ethiopië vanaf de prehistorie.
Openingsbeeld: Haile Selassie in 1966. Bron: Getty Images.