In verhalen over de Tachtigjarige Oorlog worden geuzen vaak omschreven als bloeddorstige mannen, die blind achter Willem van Oranje aanliepen. Pieter Serrien bestrijdt die opvatting in zijn nieuwe boek In Opstand!. Op basis van dagboeken en brieven schetst hij een onafhankelijker beeld van de geuzen. Vrouwen speelden een belangrijke rol in hun opstand, en de geuzen waren idealisten die droomden van calvinistische republieken. ‘Hun erfenis is nog altijd voelbaar.’
Wie waren de geuzen?
‘Aanvankelijk waren het vooral calvinistische edellieden die pleitten voor meer religieuze tolerantie. Hun opstand begon met een propagandastunt. De edelen gingen in Brussel in vol ornaat op de knieën en smeekten de landvoogdes van Spanje om meer tolerantie voor de calvinisten. Ze werden uitgelachen als des gueux: bedelaars. Maar de geuzen omarmden die naam. Ze slaagden erin om zowel lokale politici als de gewone bevolking mee te krijgen in hun opstand. De Spaanse overheid in Brussel trad ontzettend hard op. Executies, vervolgingen en extra belastingen maakten het voor de geuzen een stuk gemakkelijker om propagandamateriaal te maken.’
Meer lezen over de Tachtigjarige Oorlog? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
Wat motiveerde de opstandelingen?
‘Iedere lokale groep had zijn eigen motivatie. Maar allemaal ervaarden ze de onderdrukking van hun protestantse geloof door de katholieke kerk en de onderdrukking van lokale besturen door het centrale Spaanse gezag. Burgers konden ook wel wat hulp gebruiken, vonden de geuzen. Net voor hun opstand vond een van de meest verschrikkelijke winters in onze geschiedenis plaats. In Antwerpen werden er zelfs markten gehouden op de bevroren Schelde. Mensen stierven massaal en prijzen stegen hallucinant, maar het centrale bestuur was drukker met het vervolgen van protestanten dan met het oplossen van maatschappelijke problemen. De geuzen sprongen in dat gat.’
‘Executies en vervolgingen maakten de propaganda van de geuzen een stuk makkelijker’
U schrijft dat ook vrouwen leiding gaven aan de opstand. Heeft u een voorbeeld?
‘In mijn onderzoek botste ik op Petronella van Praat: vrijvrouw van het kasteel in Batenburg en een echte geuzenleider. Ze doet mij denken aan de sterke vrouwen in Game of Thrones die hun hele kroost aanzetten tot politiek verzet.
Aan het begin van de opstand riep Petronella haar familie samen en droeg ze haar gezinsleden op om zich te verspreiden door de Nederlanden. Haar dochter zorgde dat de regio rond Hasselt in opstand kwam en twee van haar zoons sloten zich aan bij het eedverbond van de adellijke geuzen. Zelf organiseerde Petronella een beeldenstorm. Ze was uiteindelijk aangetrouwde familie van bijna alle belangrijke geuzen, die allemaal “tante Petronella” tegen haar moesten zeggen.
Toch liep haar plan niet goed af. Haar twee jongste zonen werden gearresteerd tijdens een poging om Amsterdam te veroveren en werden naar Brussel gebracht. Een jaar later werden de broers geëxecuteerd op de Grote Markt in Brussel. Haar andere zonen sneuvelden of werden vermoord. Tegen het einde van de zestiende eeuw was Petronella een getraumatiseerde oude vrouw.’
Sommige historici zetten de geuzen weg als bloeddorstige struikrovers en criminelen.
‘Ze vormden een bont genootschap. Het waren zeker niet altijd lieverdjes en zonder twijfel zaten er ook criminelen tussen. Toch had de gewone katholiek weinig te vrezen van de geuzen. Priesters die tegen de protestanten preekten, kregen er het vaakst van langs.
Je moet daarnaast niet vergeten dat deze mannen en vrouwen ontzettend veel te verliezen hadden. Als ze gepakt werden, namen de Spanjaarden al hun bezittingen af en werden ze verbannen. Ze hebben mensen zien sterven of werden uiteindelijk zelf geëxecuteerd. Geuzen louter crimineel noemen, klopt daarom niet. De gruwel die hen is overkomen omwille van hun opstand is vele malen erger dan hun eigen geweld.’
‘De geuzen waren niet zwart-wit’
Is dit terug te lezen in de dagboeken en brieven van de geuzen?
‘Die geven ons een eerlijker beeld van de geschiedenis. De gemiddelde beschrijving van de geuzen is geschreven door katholieken. Dat kan niet positief zijn. Maar de geuzen zijn niet zwart-wit. Ze zijn zo grijs als maar zijn kan. Waren het opstandelingen? Ja. Gebruikten ze geweld? Zeker. Maar zij werden ook ontzettend onverdraagzaam behandeld en hadden genoeg reden om in opstand te komen. In een van de dagboeken lees je hoe een geuzenleider publiekelijk terechtgesteld wordt. Die getuigenis moet je bijna even wegleggen omdat de gruwel te groot is, en dan besef je hoe extreem deze oorlog was.’
Hoe kwamen de geuzen aan hun einde?
‘De opstand van de geuzen veranderde in 1578 van een burgeroorlog in een oorlog tussen het onafhankelijke noorden en het overheerste zuiden. De meeste geuzenleiders waren dood, gesneuveld of geëxecuteerd. Maar hun opstand was grotendeels geslaagd. Ze wisten de macht van de kerk en Spanje te breken.
Toch waren er op dat moment nog drie soorten geuzen actief. Allereerst de geuzen die meegingen in het verhaal van de Staten-Generaal en Willem van Oranje. Na hun opstand droomden ze nu van een nieuwe onafhankelijke staat. De tweede groep bestond uit de volhouders: de water- en bosgeuzen, die in de marge van de oorlog een rol bleven spelen. De derde groep waren de radicaalste geuzen. Zij vonden dat de opstand niet ver genoeg ging.’
‘Geuzenrepublieken bestreden armoede en dachten na over volksvertegenwoordiging’
De radicale geuzen stichtten zelfs eigen stadsrepublieken, schrijft u.
‘Aan het begin van de opstand hebben sommige geuzen het met een slok op al stoer over de oprichting van calvinistische stadsrepublieken. Dat die droom daadwerkelijk uitkomt, verbaasde mij. Deze “stadsgeuzen”, zoals ik ze noem, stichtten calvinistische stadsrepublieken. Dat begon in Brussel , maar ook Antwerpen, Gent en enkele Noord-Nederlandse steden kwamen aan de beurt. Aan de ene kant grepen de geuzen terug op oude middeleeuwse stadsrechten. Ze wilden de macht teruggeven aan de gilden en de lokale stadsbesturen. Maar aan de andere kant waren ze ook vooruitstrevend. Met heuse sociale programma’s probeerden de geuzenrepublieken actief armoede aan te pakken. Er werd zelfs nagedacht over volksvertegenwoordiging. Hoewel je het eigenlijk geen democratie mag noemen, is het toch bijzonder.’
Een soort achttiende-eeuwse revolutionairen avant la lettre?
‘Het meest revolutionaire aan de geuzen vind ik de band die tussen hen ontstond. Het is mooi om te zien hoe dicht Vlaanderen en Wallonië bij elkaar zitten in deze geschiedenis, Hetzelfde geldt voor Nederland en België. Iemand uit Groningen had voorheen totaal geen connectie met iemand uit Antwerpen. Ze keken niet verder dan de muren van hun eigen stad. Plotseling kwamen ze samen op een schip van de watergeuzen en ontstonden er vriendschappen. Hoewel hun republiekjes uiteindelijk veroverd werden en de geuzen ten onder gingen, is hun erfenis daarom nog altijd voelbaar. Verzetsmensen in de Tweede Wereldoorlog noemden zichzelf ook geuzen. We mogen ze niet afdoen als randfiguren van de geschiedenis. Ze waren de hoofdfiguren van hun tijd.’
In opstand! Geuzen in de Lage Landen
Pieter Serrien
624 p. Horizon, € 34,99