Home Regels en rituelen in de Tweede Kamer

Regels en rituelen in de Tweede Kamer

  • Gepubliceerd op: 6 november 2018
  • Laatste update 15 dec 2023
  • Auteur:
    Ollie Peijnenburg
  • 7 minuten leestijd
Regels en rituelen in de Tweede Kamer

Onmiskenbaar is er aan het Binnenhof de laatste zeventig jaar veel veranderd. En toch behield de Tweede Kamer al die tijd haar eigen karakter. In Macht der gewoonte ontleedt politiek historica Carla Hoetink de politieke cultuur van de naoorlogse Tweede Kamer. Ze zet uiteen wat en wie het leven en werken aan het Binnenhof bepalen. ‘Pas sinds het eind van de vorige eeuw en de opkomst van Pim Fortuyn zijn Kamerleden zo gericht op media-aandacht.’

Hoe kwam u erbij om een boek te schrijven over regels en rituelen in de Tweede Kamer?
‘Toen ik mijn afstudeerscriptie aan het voorbereiden was, stuitte ik op een archief over uitlatingen van Kamerleden die de officiële verslagen van de debatten niet gehaald hadden. Van 1934 tot 2001 had de voorzitter van de Tweede Kamer namelijk de bevoegdheid tot schrappen. Nog steeds kan een voorzitter Kamerleden terugfluiten, maar in deze periode konden woorden die hij in strijd vond met de waardigheid van het parlement, of die buiten de Kamer tot strafvervolging zouden hebben geleid, in zekere zin censureren.

Deze vondst leidde uiteindelijk tot een onderzoek naar de taalregels binnen de Kamer. Welk taalgebruik was gepast? Het antwoord op deze vraag was niet eenduidig te geven. Wat niet mocht hing vooral af van de spreker en de context waarin diegene deze uitlatingen deed. Kamerleden aan de uitersten van het politieke spectrum  – rechts-extremistisch of links-radicaal – werden het meest afgehamerd door de voorzitter. De communisten gebruikten bijvoorbeeld veel opruiend taalgebruik. Zij waren de voornaamste oorzaak van het aanscherpen van het Reglement van Orde. Zo begon ik me meer in het algemeen af te vragen welke spelregels er in de Kamer gelden en kwam ik uit bij het idee voor dit boek.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Het Reglement van Orde is een belangrijk thema in uw boek. Wat houdt dit precies in?
‘Dit is een vrij saai document. In principe vormt het de basis voor het functioneren van een Kamerlid, een soort spelregelboekje. Hierin wordt vooral de procedurele kant van het Kamerwerk beschreven, dus alle rechten en plichten die een Kamerlid heeft. Formeel schetst dit reglement dus wat de mogelijkheden van de parlementariër zijn, maar de kunst is om te weten hoe die te gebruiken. Femke Halsema beschrijft de werking van de Kamer zeer treffend in haar politieke memoires: “Het lijkt een zinloze parlementaire bureaucratie, maar elk ervaren Kamerlid weet dat beheersing van de procedures macht in het debat betekent.” Je moet er een bepaald Fingerspitzengefühl voor hebben. Wanneer moet je iemand even vleien om diegene mee te krijgen en wanneer kun je een ander Kamerlid tegenwerken? Dat vraagt politieke ervaring. Zoiets staat niet beschreven in het Reglement van Orde.’

‘De communisten gebruikten veel opruiende taal’

Kunt u hiervan een voorbeeld geven?
‘Geert Wilders weet precies wat wel en niet kan. Om dit beter te begrijpen moet je Wilders vergelijken met Thierry Baudet. Die heeft misschien wel dezelfde motivatie om in de Kamer te zitten, maar mist Wilders’ finesse en gevoel voor het Reglement. De PVV-voorman kan enorm goed timen. Hij snapt bijvoorbeeld precies wanneer je een hoofdelijke stemming moet aanvragen. Dit doet hij dan ook op een moment dat er veel media-aandacht is, bijvoorbeeld vlak voor het achtuurjournaal.

Ook weet hij dat de Kamervoorzitter vandaag de dag nog maar weinig politieke ruimte heeft om hem aan te pakken indien hij grove taal gebruikt. Voormalig Kamervoorzitter Gerdi Verbeet kan hierover meepraten. Toen zij Wilders ter verantwoording riep tijdens een debat, antwoordde hij daarop: “Mevrouw de voorzitter, wat u daarvan vindt, interesseert mij geen zier.” In principe had zij de bevoegdheid wel om hem te berispen en de vergadering te schorsen, maar dan was er een enorme mediarel ontstaan. Kortom, hij beheerst het Reglement van Orde uitstekend. Maar hij loopt dan ook al heel lang rond op het Binnenhof.’

Is er van oudsher sprake van een soort hiërarchie in de Tweede Kamer?
‘Het hangt heel erg af van welke positie een Kamerlid inneemt, van welke partij hij of zij is en hoe diegene de balans weet te vinden tussen persoonlijke ambitie en vermogen tot samenwerking. Zo wordt onofficieel de plaats van een politicus in de rangorde bepaald. Is een Kamerlid sociaal vaardig en laat hij ook ruimte voor anderen om te shinen, dan krijgt hij waarschijnlijk veel steun. Kamerleden met veel parlementaire ervaring staan ook altijd hoger in de pikorde. Zo was Freule Wttewaal van Stoetwegen, een oude adellijke dame van de CHU, in de jaren zestig een beetje de moeder van het parlement geworden. Zij kon gerust commentaar leveren op de maidenspeech van een D66’er in 1967: “U hield een goed verhaal, maar zo’n das moet u voortaan niet meer omdoen.” Bij elke nieuwkomer vond toch een bepaald soort socialisatie plaats. Bewust of onbewust werden parlementariërs berispt of geschapen naar het evenbeeld van de zittende Kamerleden, die een bepaalde overtuiging hadden over hoe het hoorde.

Wat houdt het Kamervoorzitterschap in?
‘De Kamervoorzitter beheert de agenda, overziet de procedures en conventies in de Kamer, bewaakt de toonhoogte, bepaalt welk uiterlijk vertoon in de Tweede Kamer gepast wordt geacht en ziet erop toe dat men naar behoren omgaat met de parlementaire instrumenten. Hoeveel ruimte hij of zij daarvoor krijgt, is uiteindelijk aan de voltallige Kamer. Elke generatie Kamerleden krijgt op die manier een passende voorzitter.

In de tweede helft van de twintigste eeuw groeide de Kamervoorzitter uit tot een gevestigd instituut, zowel binnen als buiten de Kamer. Het voorzitterschap ging veel meer betekenen dan alleen het leiding geven aan de parlementaire vergadering én het parlementaire bedrijf. De Kamervoorzitter was ook ambassadeur van de parlementaire democratie, verbindende schakel tussen regering en de Kamer en steeds vaker ook tussen coalitie en oppositie. Tevens was deze persoon de bewaker van de parlementaire vergadercultuur.’

Heeft de komst van de televisie grote invloed gehad op het reilen en zeilen van de Tweede Kamer?
‘In de jaren 50 had het medium nog niet veel invloed. Pas toen in het midden van de jaren 60 in veel huishoudens een televisie kwam, ontstond er meer belangstelling. In de jaren 60 en 70 begonnen de Kamerleden zich zicht- en hoorbaar wat anders te gaan gedragen als er debatten werden uitgezonden. Dit gebeurde echter maar bij een klein deel van de daadwerkelijke hoeveelheid debatten. Pas sinds het eind van de vorige eeuw en de opkomst van Pim Fortuyn zijn Kamerleden zo gericht op media-aandacht.’

‘Beheersing van de procedures betekent macht in het debat’

Ging het er verhit aan toe in de plenaire debatten?
‘De jaren 80 en 90 waren in de Kamer over het algemeen uitzonderlijk zakelijk, compromisbereid en saai. Dat heeft ons misschien een beetje in slaap gesust. Want in de tijd daarvoor was het wel anders. In de jaren van polarisatie, vanaf ongeveer 1967, kon het er uiterst fel en persoonlijk aan toegaan in het parlementaire debat. En ook in de jaren vijftig, die toch het imago hebben saai te zijn, waren de woordenwisselingen op zijn zachts gezegd niet altijd braaf. Het optreden was misschien wel minder op de beeldmedia gericht dan in latere tijd, de debatten waren des te heftiger. “Voor welke goedmoedige idioten ziet de heer Gortzak ons eigenlijk aan?”, sneerde nota bene premier Willem Drees in een debat in 1950 tegen CPN-woordvoerder Henk Gortzak, toen die probeerde te betogen dat de communisten allesbehalve een gevaar voor de rechtsstaat betekenden. Onparlementair taalgebruik is van alle tijden.’

Zal een oud-Kamerlid zich nog thuis voelen in de politieke sfeer van nu?
‘Ja en nee. Enerzijds zou hij zich verbazen over hoe het er nu aan toegaat. Dat ligt aan de manier waarop Kamerleden zich op dit moment in het debat, de media en tegenover het kabinet gedragen. Anderzijds heerst in de Tweede Kamer een cultuur die specifiek is voor dit instituut. De kernwaarden van het Nederlandse parlement zijn al tweehonderd jaar oud. Hoewel de vormen van het parlement door de tijd heen veranderen, blijft het een stabiel instituut. Uiteindelijk put een volksvertegenwoordiging vertrouwen en legitimiteit uit twee dingen: het meegaan met de ontwikkelingen in de samenleving én het vasthouden aan de eigen stabiele principes. De uiterlijke schil, wat Kamerleden dragen en hoe ze praten, is dus totaal veranderd, maar in de kern zou een politicus van zeventig jaar terug zoals Willem Drees nog steeds zien dat dit de Nederlandse Tweede Kamer is. Dat is die macht der gewoonte.’

Carla Hoetink is politiek historicus en universitair docent bij de afdeling Geschiedenis van de Radboud Universiteit.