De parlementaire enquêtecommissie die de Bijlmerramp onderzocht heeft het geloof in complottheorieën in de samenleving versterkt. Dat zegt Benno Baksteen, destijds de voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Verkeersvliegers in een interview met Historisch Nieuwsblad.
Dit is artikel 8 van het dossier Bijlmerramp: de complottheorieën ontrafeld. Lees de overige artikelen hier online of download de minispecial als pdf.
Benno Baksteen is misschien wel de bekendste piloot van Nederland. De KLM-vlieger werd in 1989 voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Verkeersvliegers en werd dé luchtvaartexpert van Nederland, ook bij de ramp in de Bijlmer. Hij is al jaren met pensioen, maar wil graag helpen om misverstanden rond de ramp uit de wereld te helpen, al beseft hij ook: ‘Je kan er toch niet veel aan veranderen.’
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Baksteen: ‘Ik kwam vanaf het begin als expert in het nieuws. Op de eerste dag weet je nog niks, dan praat je vanuit je eigen kennis. De overheid was toen terecht redelijk stil. Ik kende Vincent Dekker al langer. Hij was een goed journalist, integer en zocht dingen goed uit. Hij was naar de rampplek gegaan en had daar terechte vragen over.’ Baksteen dacht daarover mee, waarop Dekker weer nieuwe vragen bij de overheid ging stellen.
‘En toen ging het mis,’ herinnert Baksteen zich. ‘Er waren veel te veel woordvoerders, wel zes of zeven. Van het ministerie, de RLD, de gemeente, politie, brandweer…Ze hadden allemaal net een iets anders verhaal. Daar zat soms wat licht tussen en dan ga je peuteren als journalist, dat snap ik. Bij iedereen gingen de luiken dicht, dat maakte hem extra achterdochtig.’
De commissie suggereerde dat de verkeersleiding feiten ‘onder de pet’ had gehouden
Dekker kwam met complotten over gevaarlijke lading en dat de Boeing op het IJsselmeer had moeten landen. ‘Ik heb hem gezegd: Vincent, zolang een toestel bestuurbaar is wil je naar een vliegveld. Dat wilde er niet in.’ De journalist van Trouw vroeg of Baksteen wilde meelezen met het manuscript van zijn boek. ‘Dat heb ik gedaan, ik heb wat luchtvaarttechnische dingen aangepast, maar het centrale punt van de landing op het IJsselmeer bleef staan en dat is flauwekul. Hij wilde mijn naam erbij op het boek, maar dat wilde ik uiteraard niet. Ik heb de tweede versie van zijn boek niet eens gekocht.’
‘Ik vind dat verder niet zo erg, jammer dan’, vervolgt Baksteen. ‘Maar voor de mensen in de Bijlmer is het wel erg. Duidelijkheid over wat er gebeurd is, is de eerste stap naar closure, om het af te kunnen sluiten. Dat zag ik ook bij de ramp bij Surinam Airways, het is heel belangrijk voor mensen dat ze weten waardoor of waarom hun dierbaren zijn omgekomen.’ Bij de ramp in de Bijlmer was het anders: ‘Het woekerde maar door.’
Scoren in de media
‘De parlementaire enquête in 1998 was een uitgelezen kans om alle complotten te ontmantelen,’ zegt Baksteen. ‘Maar in de tweede week ging het helemaal mis.’ De commissie suggereerde dat de verkeersleiding feiten over de lading ‘onder de pet’ had gehouden. ‘Dat is flauwekul. De verkeersleiding gaat niet over de lading en daar is trouwens ook helemaal geen tijd voor in een noodsituatie. De lading is iets voor de hulpdiensten, dat moet de luchtvaartmaatschappij doorgeven aan de brandweer. En zo is het ook gegaan. Maar de commissie heeft het om politieke redenen bewust laten ontsporen.’
Baksteen heeft nog geprobeerd het beeld recht te zetten: ‘Ik zat dezelfde avond nog bij Met het oog op morgen, daarna bij Buitenhof. Dat hielp niet, “onder de pet” was te sexy. Dit is geen verwijt aan de media, dit is een verwijt aan de enquêtecommissie. Dat hebben ze bewust zo gedaan. Verder heeft de commissie uitstekend werk verricht, maar dat scoren in de media uiteindelijk belangrijker was dan waarheidsvinding vind ik heel erg.’