Home Dossiers Eerste Wereldoorlog Een kleine geschiedenis van de Grote Oorlog

Een kleine geschiedenis van de Grote Oorlog

  • Gepubliceerd op: 6 oktober 2010
  • Laatste update 20 feb 2023
  • Auteur:
    Willem Melching
  • 4 minuten leestijd
Een kleine geschiedenis van de Grote Oorlog
Cover van
Dossier Eerste Wereldoorlog Bekijk dossier

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Historischnieuwsblad.nl? U bent al lid vanaf €1,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Koen Koch heeft de kroon op zijn werk gezet. In kort bestek geeft hij een synthese van de militaire geschiedenis van de Eerste Wereldoorlog. Dat lijkt een mission impossible, maar Koch weet trefzeker de essentiële momenten van de Grote Oorlog te belichten. Het boek is traditioneel ingedeeld: elk jaar krijgt een eigen hoofdstuk. Zo is 1915 natuurlijk het jaar van ‘stagnatie en escalatie’ en 1916 het jaar van ‘de grote veldslagen’. Deze systematiek maakt het boek bruikbaar als naslagwerk en het is een goede metgezel op slagveldreis.

Het overgrote deel van het boek bestaat uit beschrijvingen van klassieke veldslagen, gelukkig voorzien van duidelijke kaarten. Hierbij is Koch in zijn element; hij profiteert volop van zijn ervaring als gepassioneerd rondleider op het slagveld. Koch baseert zich op de nieuwste literatuur, zodat ook voor ingewijden veel nieuws te ontdekken valt. Hij maakt en passant een einde aan mythes die we bij amateurhistorici zoals Geert Mak telkens weer zien opduiken. Zo neemt hij afstand van het cliché van de ‘zinloze oorlog’. Natuurlijk was de oorlog niet zinloos, anders zou Duits nog steeds de voertaal van Belgische en Noord-Franse schoolkinderen zijn.

Meer lezen over de Eerste Wereldoorlog? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Koch maakt korte metten met de mythe dat er sprake was van een bewapeningswedloop. De vlootwedloop was in 1912 al geëindigd in een eclatante overwinning van Groot-Brittannië. In navolging van onderzoekers als Verhey en Becker maakt ook hij een einde aan de fabeltjes over het oorlogsenthousiasme in de zomer van 1914. En dat de oorlog kort zou duren, geloofde ook in 1914 al niemand. Buiten enkele geënsceneerde demonstraties in de grote steden was het animo gering. De mensen waren in 1914 heus slim genoeg om te beseffen dat oorlog geen feestje was.

Maar er is ook kritiek mogelijk. Zo is de behandeling van de oorzaken en aanloop van de oorlog moeizaam. Telkens neemt Koch een nieuwe aanloop, maar hij komt niet tot een overtuigend exposé. Hij houdt de anekdotische toon vast, maar dat gaat weer niet samen met een heldere en systematische behandeling van de gecompliceerde internationale verhoudingen.

In zijn verklaring voor het uitbreken van de oorlog legt hij zonder enige aarzeling de schuld bij Oostenrijk-Hongarije en Duitsland. Dit is opmerkelijk, aangezien uit de recente literatuur blijkt dat álle betrokken landen oorlog als een reële optie zagen en álle landen een gevoel van haast hadden. Oorlog was voor de betrokken politici en militairen een bruikbaar instrument voor hun beleid.

Het lot van de burgerbevolking komt uitsluitend aan bod wanneer die zich daadwerkelijk in de frontlinie bevindt. Daardoor wordt bijvoorbeeld aan de Armeense genocide, toch een essentieel deel van de totale oorlog, slechts terloops een passage gewijd. Natuurlijk is het makkelijk om bij een boek van deze bescheiden omvang hiaten te vinden, maar dat is flauwe kritiek. Het is wel storend dat de financiering en de logistieke organisatie van de oorlog nauwelijks aandacht krijgen. Ook de ingewikkelde machtsspelletjes tussen politici en militairen worden nergens diepgravend geanalyseerd. De geheel eigen rol van de militairen in de julicrisis van 1914 blijft zo onderbelicht.

Net als in talloze andere boeken is bij Koch het Britse perspectief dominant. Dat is jammer. Hij heeft blijkbaar niet veel op met de Duitse literatuur en de Duitse taal. Dat blijkt niet alleen uit de literatuurlijst, maar ook uit zijn interpretatie van het Rückversicherungsvertrag van 1887. Dat heeft echt niets met rugdekking te maken, maar alles met herverzekeren. Ook blijven Nederlandse historici ten onrechte vrijwel onvermeld.

Deze kritiekpunten nemen echter niet weg dat we hier te maken hebben met een helder geschreven overzichtswerk van internationale allure, dat veel nieuwe inzichten verwerkt in een klassiek opgezet verhaal.