Landgoed Depok op West-Java was een autonoom gebied, dat werd bestuurd door vrijgemaakte slaven. Jan-Karel Kwisthout vertelt het fascinerende verhaal, dat helaas wat wijdlopig is opgeschreven.
De stichter van Depok, Cornelis Chastelein, kwam uit een familie van welvarende kooplieden. Zijn vader was bestuurder van zowel de VOC als de WIC en stierf toen Cornelis zeven jaar was. Tien jaar later vertrok Cornelis met zijn twee zusters naar Indië, waar ook hij in dienst van de VOC trad. Hij maakte er vlot carrière en werd een van de twaalf leden van de Raad van Indië, het bestuurslichaam dat samen met de gouverneur-generaal de Hoge Regering in Indië vormde.
Meer recensies lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
Hij vergaarde een fortuin en kocht ten zuiden van Batavia drie landgoederen, die hij door zijn slaven tot ontwikkeling liet brengen door er onder meer koffie en peper te verbouwen. Principiële bezwaren tegen het koloniale bewind en de slavernij had hij niet, maar niettemin had hij de nodige kritiek op de VOC. Zo vond hij dat Indië niet louter als wingewest mocht dienen en dat de lokale bevolking beschermd moest worden tegen de inlandse vorsten. Hij bepleitte zelfs een beperkte mate van autonomie op lokaal niveau. Op zeker moment nam hij ontslag, al zou hij in 1705 weer voor de VOC gaan werken.
Chastelein liet twee van zijn landgoederen na aan zijn wettige en buitenechtelijke kinderen. Na zijn overlijden bleek dat hij zijn 200 slaven de vrijheid schonk en dat zij bovendien ‘ten eeuwige dage, offte voor altijt’ collectief eigenaar van het landgoed Depok werden. Ook had hij bepaald hoe het bestuur van deze autonome gemeenschap geregeld moest worden. De VOC was hier mordicus tegen en de Raad van Indië bepaalde dat Cornelis’ zoon Anthony eigenaar en bestuurder werd, terwijl de vrijgemaakte slaven het ‘altijt duurend’ vruchtgebruik van Depok kregen.
Toen enkele nazaten van Chastelein in 1844 het volledige eigendom van Depok eisten, vernietigde het Hooggerechtshof het besluit van de VOC en kregen de nakomelingen van de vrijgemaakte slaven het collectieve eigendom en hun autonomie weer terug. Pas in 1952 zou de Republiek Indonesië een einde maken aan het Particuliere Land Depok, dat bijna tweeënhalve eeuw een vreemde eend in de koloniale bijt was geweest.
Drie eeuwen Depok. De erfenis van Cornelis Chastelein (1657-1714) aan zijn vrijgemaakte christenslaven
Jan-Karel Kwisthout
425 p. Verloren, € 45,-
Openingsafbeelding: Sinterklaas bezoekt een school in Depok, 1939.