Proefschriften, lezingen en studies kunnen ons beeld van het verleden ingrijpend veranderen. Gees van der Plaat rekent in haar proefschrift Eendracht als opdracht. Lieuwe van Aitzema's bijdrage aan het publieke debat in de zeventiende-eeuwse Republiek af met het negatieve imago van de zeventiende-eeuwse diplomaat en geschiedschrijver Van Aitzema.
Een cynicus, een heimelijk katholiek en bovenal een landverrader – zo luidt volgens Gees van der Plaat de algemene opvatting over Lieuwe van Aitzema (1600-1669). Ten onrechte, vindt zij. 'Wie de moeite neemt het oorspronkelijke werk van Aitzema volledig te bestuderen, krijgt een volstrekt ander beeld van deze intrigerende persoonlijkheid. Aitzema was een diplomaat die historicus werd, maar altijd diplomaat bleef. Met zijn geschiedschrijving probeerde hij bovenal bij te dragen aan het bewaren van de eenheid binnen de Republiek.'
Bepalend voor Aitzema's negatieve imago is een kritisch artikel uit 1864 van de historicus Robert Fruin. Hoewel Fruin de onpartijdigheid van Aitzema waardeerde, beschuldigde hij Aitzema van het allergrofste landverraad vanwege diens correspondentie met de Engelse staatssecretaris Thurloe tijdens de Eerste Engelse Oorlog (1652-1654). 'Flauwekul,' oordeelt Van der Plaat onomwonden. 'Fruin beoordeelde Aitzema als historicus, maar vergat dat hij ook diplomaat was. Die correspondentie is niets anders dan een normale diplomatieke briefwisseling.' Door deze negatieve beeldvorming hebben sinds Fruin vele historici, onder wie Huizinga, Aitzema's werk links laten liggen. 'Terwijl zijn werk van grote waarde is voor onze beeldvorming over de zeventiende eeuw.'
Wie was deze Lieuwe van Aitzema? Als diplomaat behartigde Aitzema in de Republiek de belangen van de Hanze-steden, waaronder Danzig, Lübeck, Hamburg en Bremen. Tot zijn hoofdtaken behoorde het bevorderen van de vrije handel en zeevaart in het Oostzee-gebied, die de basis vormde voor het Hollandse wereldhandelssysteem. Hierdoor zat Aitzema als een spin in het web van de Hollandse politiek. Hij verstrekte politiek en cultureel nieuws aan zijn opdrachtgevers. 'Dankzij zijn functie als nieuwsleverancier beschikte hij over materiaal dat zeer geschikt was om een belangrijk contemporain geschiedwerk te schrijven,' vertelt Van der Plaat.
En dat deed Aitzema. Zijn bekendste werk is het omvangrijke Saken van staet en oorlogh, een politieke geschiedenis van de Republiek in de jaren 1621-1669. Het boek is een mengeling van informatief bronnenmateriaal, een weergave van het levendige politieke debat in die tijd en Aitzema's eigen opvattingen over controversiële kwesties als de opstand tegen Spanje, de relatie tussen Kerk en Staat, het stadhouderschap en de beste staatsvorm voor de Republiek.
Vriendjespolitiek
Saken van staet en oorlogh vormt volgens Van der Plaat een onuitputtelijke bron voor wie meer van de Gouden Eeuw wil weten. Allereerst vanwege de vele authentieke stukken die Aitzema in zijn streven naar waarheid en onpartijdigheid in zijn werk gebruikte. Daarnaast vindt zij het van belang dat 'wij de zeventiende eeuw eindelijk door de ogen van een zeventiende-eeuwer zien'.
Van der Plaat: 'De beeldvorming van de zeventiende eeuw wordt gedomineerd door de nationalistische, geïdealiseerde geschiedschrijving van de negentiende eeuw. De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden werd vanuit die visie altijd geportretteerd als een eenheidsstaat, die zich als één land tegen Spanje keerde.' Maar zo simpel lag het niet. 'De Republiek wás geen natiestaat, en Aitzema toont dit onder andere aan door de opstand niet te kwalificeren als een vrijheidsstrijd of een godsdienstoorlog, maar als een hevige interne strijd om de macht. De aanzienlijken wilden zelf regeren en gebruikten de godsdienst volgens Aitzema louter als middel om dit doel te bereiken.'
Met zijn prikkelende stellingen hield Aitzema zijn tijdgenoten een spiegel voor. Het beste voorbeeld daarvan is volgens Van der Plaat Aitzema's opvatting dat de pauselijke staat de ideale republiek is. Het staatsbewind met zijn veelhoofdig bestuur had volgens Aitzema de nodige nadelen met zich meegebracht. In de praktijk was een oligarchie ontstaan, waarin vriendjespolitiek aan de orde van de dag was. Van de vrijheid om alle ambten naar verdienste te bekleden, zoals binnen de Kerk het geval was, was niets terechtgekomen. 'Voor de Hollandse calvinisten was zo'n opvatting natuurlijk dodelijk!'
Hoewel Aitzema altijd beweerde onpartijdig te zijn, liet hij zich in de loop der jaren over politieke kwesties, zoals het bestuur door een staatsbewind of door een stadhouder, steeds duidelijker uit. 'In zijn eigen tijd en ook later is hij unaniem beschouwd als een staatsgezind auteur. De oplettende lezer ontdekt in Aitzema's werk echter gaandeweg een voorkeur voor het stadhouderschap. De stadhouder herstelde verschillende malen de door Aitzema zo gekoesterde eendracht in het land, iets wat het staatsbewind niet lukte,' verklaart Van der Plaat.
'De grootste uitdaging van mijn onderzoek lag erin een eenduidig beeld van Aitzema te schetsen,' vertelt Van der Plaat. 'En wat ik steeds weer tegenkwam in zijn werk is zijn streven naar eenheid in het land. Dat verklaart zijn uiteindelijke voorkeur voor een stadhoudersbewind, zijn afwijzing van de predestinatieleer, zijn pleidooi voor tolerantie jegens katholieken en zijn heimwee naar de tijd van voor de Reformatie.'
Eendracht als opdracht. Lieuwe van Aitzema's bijdrage aan het publieke debat in de zeventiende-eeuwse Republiek door Gees van der Plaat. 264 pag. Uitgeverij Verloren, euro 25,00
Dit artikel is exclusief voor abonnees