Home De Nederlandse Stalin had gevoel voor humor

De Nederlandse Stalin had gevoel voor humor

  • Gepubliceerd op: 26 mei 2004
  • Laatste update 25 mei 2023
  • Auteur:
    Wim Berkelaar
  • 4 minuten leestijd

Een politieke partij die altijd op grote belangstelling van historici heeft mogen rekenen is de Communistische Partij Nederland (CPN). Voormalig communist Ger Verrips schreef de integrale geschiedenis van de partij en over partijleider Paul de Groot, de Stalin van de Lage landen, verschenen zelfs twee biografieën.

Is die belangstelling voor het Nederlands communisme niet wat overdadig? Nee. Want de communistische partij maakte deel uit van een wereldbeweging. Eenderde van de wereldbevolking leefde in de jaren vijftig onder het communisme. Voor de kleine CPN, die tijdens de Koude Oorlog in Nederland in een volstrekt isolement verkeerde, was de band met het wereldcommunisme essentieel. ‘Onze strijd zou uitzichtloos zijn, indien de binnenlandse strijd niet werd geplaatst in het raam van de internationale ontwikkeling van de triomfantelijke overwinning van het socialisme in de gehele wereld,’ zei partijvoorzitter Paul de Groot in mei 1961 op een partijcongres.


Ik ontleen dit ronkende citaat aan de intrigerende studie die Arthur Stam over de CPN en haar buitenlandse kameraden heeft geschreven. De 77-jarige Stam, die eerder van zich deed spreken met studies als Van Marx tot Mao. De communistische herziening van de marxistische ideologie (1968) en Opkomst en ontbinding van het wereldcommunisme (1975), bewijst de lezer een goede dienst met zijn nieuwste boek. Stam heeft de leggers van het communistische dagblad De Waarheid doorgenomen en de notulen van het partijarchief uitgeplozen, op zoek naar de reacties van de CPN op de voortdurende strijd tussen de communistische giganten China en de Sovjet-Unie, die eind jaren vijftig in alle hevigheid uitbrak. Dat kan geen pretje zijn geweest. De Waarheid stikte niet alleen van ondoorgrondelijk jargon, de krant barstte ook van demagogie en leugenachtigheid.

De Groot, almachtig binnen zijn partij, stond machteloos tegenover de vele zwenkingen in de communistische wereldbeweging. Zolang Stalin aan de macht was in de Sovjet-Unie (tot 1953) heerste er rust. Maar met zijn opvolger Chroesjtsjov ging het mis. Diens zogenoemde destalinisatierede op het twintigste partijcongres, waarin hij Stalin wegzette als misdadiger, vormde het begin van een schisma in het wereldcommunisme. Het China van Mao Zedong bleef Stalin vereren en nam afstand van de Sovjet-Unie. De Groot stond tweeslachtig tegenover Chroesjtsjov, die hij binnenskamers met ‘knoeichef’ aanduidde – gebrek aan humor kan de Nederlandse Stalin niet ontzegd worden. De Groot koesterde echter ook bewondering voor Chroesjstjov, die met de lancering van de Spoetnik niet alleen de Russische ruimtevaart maar ook het communisme op de kaart zette.

Met de toenemende onenigheid tussen de Sovjet-Unie en China koerste De Groot steeds meer aan op ‘autonomie’. Hij probeerde te laveren tussen de twee grootmachten, al koesterde hij meer sympathie voor China dan voor de Sovjet-Unie. De doldrieste koers van Chroesjtsjov en diens steeds radicalere verguizing van Stalin streek De Groot almaar meer tegen de haren in. Stalin was en bleef voor hem de grote oorlogsleider, die de wereld had bevrijd van het fascisme. De Nederlandse partijleider was zelf zwaar gehavend uit de oorlog gekomen en refereerde bij elke gelegenheid aan zijn ervaringen tussen 1940 en 1945.

Nadat Chroesjtsjov in 1964 was afgezet, reageerde de CPN dan ook opgelucht. De euforie duurde echter maar kort: met het beleid van Chroesjtsjov werd onvoldoende afgerekend door diens opvolger Breznjev – dus besloot calimero De Groot de afgezette partijleider zelf maar te verguizen. De kolommen van De Waarheid stonden tussen 1964 en 1974 vol met schimpscheuten over de Sovjet-Unie en vol waardering voor de ‘culturele revolutie’ in China. Dat bij die revolutie duizenden Chinezen omkwamen, deerde de CPN niet. Mensenlevens telden nu eenmaal niet al te zwaar bij communisten, en Nederlandse communisten vormden op die regel geen uitzondering.

Na de val van De Groot in 1977 maakte het marxisme-leninisme plaats voor het marxisme-feminisme. De opmerkelijke combinatie van ouderwetse communistische karaktermoordenaars als Marcus Bakker en feministische opportunisten als Ina Brouwer hield nog geen tien jaar stand. In 1986 verdween de CPN roemloos uit de Tweede Kamer.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.