Home Dossiers De Verenigde Staten Amerikanen baseerden hun identiteit op de strijd van de pioniers

Amerikanen baseerden hun identiteit op de strijd van de pioniers

  • Gepubliceerd op: 26 maart 2024
  • Laatste update 22 apr 2024
  • Auteur:
    Frans Verhagen
  • 11 minuten leestijd
Huifkarren trekken naar het westen. Schilderij door Newell Convers Wyeth, begin twintigste eeuw.
Cover van
Dossier De Verenigde Staten Bekijk dossier

Waarom nu?

Amerikanen hebben hun identiteit steeds op andere manieren geformuleerd. Tegenwoordig spelen zaken als geslacht, ras en seksuele geaardheid een grote rol. In de negentiende eeuw kwam het idee op dat de barre strijd om het bestaan van de eerste inwoners bepalend was.

Eeuwenlang verlegden pioniers de grenzen van de Verenigde Staten. Met veel doorzettingsvermogen, inventiviteit en energie trokken ze westwaarts. Zo ontstond een specifiek Amerikaanse mentaliteit, meende de historicus Frederick Jackson Turner. Zijn ‘frontier-hypothese’ kreeg ongekend veel invloed.

In 1893 organiseerde Chicago een wereldtentoonstelling ter gelegenheid van de 400ste verjaardag van de komst van Columbus. Om het geheel wat academisch cachet te geven, was de gerespecteerde American Historical Association uitgenodigd er haar jaarvergadering te houden. Zo konden de historici op 12 juli het nuttige met het aangename combineren, zoals een bezoek aan de populaire Wild West Show van Buffalo Bill waarvoor ze ’s middags waren uitgenodigd. Van meer blijvende betekenis was dat een van de lezingen die dag misschien wel de bekendste en vrijwel zeker de meest invloedrijke werd op het historisch vakgebied.

Meer lezen over de Verenigde Staten? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

De avond was al aardig gevorderd toen de 31-jarige historicus Frederick Jackson Turner zijn voordracht hield, onder de titel ‘The Significance of the Frontier in American History’. Turner boog zich over een fundamentele vraag: wat maakte Amerika nou zo anders dan Europa? De verschillen, zo stelde Turner, waren voor een belangrijk deel het gevolg van de afwijkende fysieke omstandigheden in de Nieuwe Wereld. Die omgeving bood vrij, onontgonnen land, waardoor de Amerikaanse samenleving voortdurend westwaarts kon opschuiven. Dit ‘vrije’ land – de autochtone bevolking kwam in Turners verhaal niet voor – werkte als een magneet die mensen naar het westen trok, op zoek naar economische verbetering of avontuur.

Je had meer aan vaardigheden met een bijl of een geweer

Daar lag een frontier die zich steeds verplaatste, ‘het punt waar wreedheid en beschaving elkaar ontmoetten’, waar nieuwkomers zichzelf en hun samenleving steeds opnieuw moesten uitvinden. Ze arriveerden met hun Europese of oostkustballast, maar realiseerden zich al snel dat hun gewoontes, instellingen en culturele bagage niet erg nuttig waren in de wildernis. Aan de frontier waren complexe politieke structuren niet nodig. Er was nauwelijks sprake van wat economen een markt noemden: dit soort geïsoleerde gemeenschappen neigden in eerste instantie naar zelfvoorziening. Starre sociale omgangsvormen waren nutteloze ballast in een gebied waar je meer had aan vaardigheden met een bijl of een geweer. Standsverschillen waren irrelevant. Cultuur was bijzaak. Het was letterlijk overleven op een heel basaal niveau. Daar aan de frontier werden nieuwe gewoontes, nieuw instituties, geboren.

De trek westwaarts. Schilderij door Emanuel Leutze, 1861.
De trek westwaarts. Schilderij door Emanuel Leutze, 1861.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Een nieuw ras

Tijdens de trek naar het westen moesten mensen hun culturele bagage achterlaten, leenden ze gebruiken van andere culturen en hadden ze te maken met verschillende natuurlijke omstandigheden. Dat speelde allemaal een rol bij de totstandkoming van een unieke samenleving, die anders was dan die je in het oosten van Amerika aantrof. Het was, poneerde Turner, het terrein ‘van de snelste en meest effectieve amerikanisering’. Hier werden nieuwkomers geamerikaniseerd en gemengd tot een nieuw ras, hier vormde zich ‘een samengestelde nationaliteit’.

Turner geloofde dat veel karakteristieken van ‘de Amerikanen’ vielen te herleiden tot deze ervaring. Hun mobiliteit, hun optimisme, hun creativiteit en bereidheid te innoveren, hun materialisme, hun verspilling, waren allemaal eigenschappen van de frontier. Altijd op pad, altijd op zoek naar verbetering; even gemakkelijk een platgebrand of uitgeput gebied achterlatend voor wat nieuws. Turner vond hier ook de oorsprong van het specifiek Amerikaanse individualisme. Pioniers wilden ongehinderd de rijkdommen van hun nieuwe omgeving exploiteren en gingen daar roekeloos en onbezonnen mee om.

Nieuwkomers werden geamerikaniseerd en gemengd tot een nieuw ras

Vandaar ook de afkeer van de overheid: Amerikanen waren enkel geïnteresseerd in nationaal bestuur als het ging om land, vervoer en verdediging tegen indianen. Verder moest de overheid zich gedeisd houden. Zelfs Amerika’s vertrouwen in grass roots-democratie stamde uit deze pionierservaring, waarin de gelijkschakelende ervaring van armoede en de specifieke lokale problemen zelfbestuur bevorderde. Deze karakteristieken bleven, ook nadat de frontier zelf was verdwenen.

Turner stelde vast dat de Amerikaanse democratie pas tot volle ontwikkeling was gekomen door de confrontatie met frontier-politici als Andrew Jackson, president van 1829 tot 1837, die ervoor zorgde dat veel meer mensen konden stemmen dan in de oorspronkelijke dertien staten het geval was.

Uniek amalgaam

Turners lezing had iets van een grafrede, want hij betoogde dat die frontier nu was gesloten. Hij was zijn lezing begonnen met een citaat uit het Rapport van de Volkstelling van 1890 dat vaststelde dat er geen sprake meer was van een frontier of settlement. Voor zover er nog onontwikkeld gebied was in de VS, lag dat verspreid en geïsoleerd. De westwaartse beweging, zo constateerde het rapport, was voltooid. Volgens Turner betekende dit de afsluiting van een belangrijke historische beweging, want tot dan was de Amerikaanse geschiedenis in belangrijke mate ‘de geschiedenis van de kolonisering van de Great West’. Daarmee was de eerste fase van de Amerikaanse geschiedenis ten einde gekomen. De volgende fase zou er heel anders gaan uitzien.

In zijn lezing verwees Turner kort naar wat tot dan toe de gevestigde opvatting was van Amerikaanse historici, namelijk dat de ontwikkeling van hun land en de kenmerkende instellingen verklaard moesten worden als uitvloeisels van Europese kiemen (germs). Want dat was de gangbare opvatting onder Amerikaanse historici in de negentiende eeuw: je moest kijken naar de voorafgaande eeuwen in Europa als je wilde begrijpen hoe Amerika in elkaar zat. Amerika had niets nieuws geschapen, maar van alles geleend van Europa, vond men.

Amerikaanse pioniersfamilie, circa 1870.
Amerikaanse pioniersfamilie, circa 1870. Bron: Bridgeman Images.

Turners medestudenten schreven proefschriften over de Teutoonse wortels van de stadjes in New England en de Anglo-Saksische erfenis in de koloniale raden. Ze stelden dat de Germaanse stammendemocratie haar weg had gevonden naar Amerika. Maar Turner was opgegroeid in Wisconsin, in het Middenwesten, en hij wist wel beter: Amerika was een unieke creatie, een amalgaam. Zijn lezing was wat zijn biograaf omschrijft als ‘een onafhankelijkheidsverklaring voor de Amerikaanse historiografie’. Er was sprake van een wisseling van paradigma’s.

Zo werd het op 12 juli 1893 niet direct ervaren. Toen Turner afsloot was het al laat. De historici hadden geen zin meer in discussie. Er waren die avond al vier andere papers voorgelezen en deze jonge nieuwkomer kon niet bogen op een grote reputatie. Pas later, na publicatie van Turners essay, onderkende de gemeenschap van historici het belang van zijn gedachte.

Propagandisten van de American spirit, zoals de toen al onstuitbare Theodore Roosevelt, die zelf als treurende jonge weduwnaar in North Dakota een soort frontier-ervaring opdeed, waren enthousiast over Turners theorie. Turner werd een veelgevraagd spreker. Hij schreef een flink aantal essays, vaak voortbordurend op eerdere thema’s, al bleef zijn academische productie beperkt tot twee boeken. Als docent was Turner populair en zijn leerlingen droegen de boodschap wijd en zijd uit.

Cowboylaarzen

In de loop der jaren werd de frontier-theorie – of eigenlijk de frontier-hypothese – deel van het algemene Amerikaanse gedachtengoed. Het was ook een concept dat naadloos paste in de manier waarop de Amerikanen naar hun westwaartse ontwikkeling keken, met een romantische notie van het Wilde Westen dat kort had bestaan maar de westerling onmiskenbaar had beïnvloed. In het dagelijks gebruik raakte het idee versimpeld tot de notie dat de frontier gelijk stond aan nieuwe mogelijkheden en dat elke zichzelf respecterende Amerikaan probeerde zijn eigen grenzen te verleggen. Er gebeurde iets dat niet veel theorieën is gegeven: de frontier-gedachte werd deel van de Amerikaanse mythologie, van het Amerikaanse zelfbeeld.

Niet alleen Theodore Roosevelt zag de politieke mogelijkheden. Hoewel geen politicus meer kan claimen dat hij werd geboren in een blokhut, zoals Abraham Lincoln, profileren sommigen zich nog steeds als ruige individualisten. Ze dragen cowboylaarzen als deel van de folklore. Vorig jaar werd hartelijk gelachen om presidentskandidaat Ron DeSantis, afkomstig uit Florida, toen die zich op cowboylaarzen door Iowa bewoog.

Jonge Lincoln, lezend bij het  haardvuur. Schilderij door Eastman Johnson, 1868.
Jonge Lincoln, lezend bij het haardvuur. Schilderij door Eastman Johnson, 1868. Bron: Bridgeman Images.

Kind van de rimboe

Abraham Lincoln, volgen velen Amerika’s beste president, werd in 1809 geboren in een blokhut zonder ramen en met een aangestampte vloer, in de rimboe van Kentucky. Zijn familie kwam uit Virginia, zijn grootvader werd door indianen gedood. Na het overlijden van zijn moeder haastte zijn vader zich om een nieuwe vrouw aan zich te binden. Hij wist dat je als gezin aan de frontier niet kon overleven zonder twee volwassenen, liever nog een club van gezinnen.

Abraham Lincoln kende dit leven dus maar al te goed. Het gedurig verhuizen van zijn familie, steeds naar een nieuwe plek in dat nieuwe westen, was één lange vlucht vooruit, op de hielen gezeten door armoede, schuldeisers en de onzekerheden van een chaotisch, ongeordend land. Lincoln kwam in 1830 terecht in Illinois, toen de frontier. Van daaruit maakte hij carrière als jurist en politicus.

In zijn toespraak bij de aanvaarding van de Democratische nominatie in 1960 gebruikte John F. Kennedy de term ‘New Frontier’. Hij omschreef de jaren zestig als ‘een nieuwe frontier van onbekende mogelijkheden en risico’s, de frontier van onvervulde hoop en onvervulde dreiging’. De pioniers, zei hij, gaven hun veiligheid en comfort op om nieuwe levens op te bouwen. Ze wilden een voorbeeld voor de wereld zijn.

Met dit laatste gaf Kennedy ook nog een signaal af aan de puriteinen die van Amerika een ‘shining city on the hill’ wilden maken. Kennedy zag ‘onopgeloste problemen van onwetendheid en vooroordeel, onbeantwoorde vragen van armoede en overschot’ als nieuwe uitdagingen. ‘New Frontier’ werd een verzamelnaam voor Kennedy’s ambities, zowel binnenlands als buitenlands.

Twintig jaar later had Ronald Reagan het over de kolonist die oprukt naar het westen onder het zingen van ‘een lied dat eeuwig galmde’. Hij portretteerde zichzelf graag als houthakkende rancher op zijn eigen ‘boerderij’, niet direct aan de frontier maar in de heuvels boven Santa Barbara. Bill Clinton stelde dat ‘de nieuwe globale economie onze nieuwe frontier’ was. Als politiek cliché kon je er alle kanten mee op.

Te romantisch

Frederick Jackson Turner werd een van de belangrijkste Amerikaanse historici. Maar zijn frontier-stelling heeft veel kritiek losgemaakt. Volgens zijn critici verklaarde zijn hypothese lang niet alles. Er waren te veel variabelen – in het soort pioniers, in hun bezigheden en in de regio’s waarin ze terechtkwamen – om ze allemaal in één mal te kunnen proppen. Tegenstanders meenden ook dat Turner en zijn aanhangers het westen te romantisch benaderden en geen oog hadden voor het gewelddadige karakter van de samenleving aan de frontier. Verder is door de mythologisering van het westen het lot van de indianen lange tijd onderbelicht gebleven: er was geen ‘leeg land’, ook al had het die connotatie voor de pioniers die erheen gingen. Vrouwen spelen in Turners verhaal geen rol, maar latere historici hebben belicht hoe belangrijk vrouwen waren aan de frontier om als familie te kunnen overleven en om als gemeenschap verder te komen dan overleven in een wilde omgeving. Ook stelden critici dat Turner net deed alsof de ontwikkeling van steden en de komst van miljoenen immigranten in die steden er niet toe deden in wat hij ‘de Amerikaanse ontwikkeling’ noemde.

Frederick Jackson Turner, circa 1890.
Frederick Jackson Turner, circa 1890.

Turner was de eerste om zijn eigen stelling te relativeren. Hij sprak zijn zorgen uit over de Amerikaanse democratie, de ongehoorde concentratie van kapitaal en de opkomst van de grote ondernemingen. Daarnaast constateerde hij onrust over de immigratie en de aanwas van goedkope arbeid. Hij zag ook dat de trek naar het westen niet vanzelfsprekend meer mogelijkheden tot verbetering bood, zoals de vluchtelingen voor de Dust Bowl – een periode van grote droogte – in Californië zouden ervaren.

De kritiek ten spijt is Turners invloed onontkoombaar. Inmiddels kent Amerika een aparte richting van historici, die zich bezighouden met het westen als regio met duidelijk andere kenmerken dan de rest van het land. Zij praten eigenlijk liever niet meer over de frontier en gebruiken ook andere elementen uit Turners denken, zoals de ontwikkeling van regio’s. Een aantal van hen kijkt ook naar elementen van het Amerikaanse optreden van voor 1890 die nog lang daarna doorgingen, zoals de vervuiling en destructie van de natuurlijke omgeving en de onderdrukking van minderheden. 

Het lot van de indianen bleef lang onderbelicht

Het doet Turner tekort om zijn frontier-hypothese enkel te zien als een mythe of een constructie. Hij heeft ontegenzeggelijk een van de meest invloedrijke concepten ooit gelanceerd, dat leidde tot een nieuwe manier van denken in de Amerikaanse geschiedschrijving. Turner had het niet verkeerd gezien dat mensen aan de frontier unieke eigenschappen ontwikkelden en dat deze in de loop van de tijd de specifieke eigenschappen van Amerikanen bepaalden.

Nog steeds heeft Amerika een rusteloze energie, een flexibiliteit, inventiviteit en praktische zin, die het land onderscheiden. Nog steeds is de verspilling van natuurlijke bronnen enorm en nog steeds is mobiliteit een blijvend kenmerk. Nog steeds zoekt de Amerikaan, intuïtief misschien, de grenzen op. Zo gezien is de frontier als metafoor nooit gesloten.

Meer weten

  • De herontdekking van Amerika (2024) door Ned Blackhawk beschrijft het inheemse perspectief op de geschiedenis van de Verenigde Staten.
  • Frederick Jackson Turner (1973) door Ray Allen Billington is een klassieker.
  • The Frontier in American History (2009) door Frederick Jackson Turner bevat zijn belangrijkste essays.

Openingsafbeelding: Huifkarren trekken naar het westen. Schilderij door Newell Convers Wyeth, begin twintigste eeuw. Bron: Bridgeman Images.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 4 - 2024