De moedernegotie
Handel met Oostzeegebied bracht meer rijkdom dan de VOC
De Gouden Eeuw van de Republiek dreef voor een groot deel op handel met de Oostzee. Hollanders haalden op grote schaal bulkgoederen als hout, graan en zout uit de Baltische staten. Veel succesvolle Nederlanders verdienden een fortuin met deze ‘moedernegotie’.
Op nieuwjaarsdag 1626 overlijdt in Amsterdam Cornelis Pietersz. Hooft, 79 jaar oud. Cornelis is een rijk man: zijn huis aan het Singel is een van de grootste van de stad. Het wordt in het jaar van zijn overlijden getaxeerd op 23.000 gulden, en zijn hele nalatenschap wordt geschat op 321.500. Dat zijn voor die tijd kolossale bedragen: een ambachtsman verdient in het westen van de Republiek ongeveer 300 gulden per jaar.
Cornelis, wiens zoon Pieter Cornelis later een van de grootste dichters uit de vaderlandse geschiedenis zal worden, heeft zijn rijkdom vergaard in de Oostzeehandel, die door tijdgenoten wordt omschreven als ‘genoechsaem de siele van de gehele negotie’. De Oostzeehandel geldt als de ‘moedernegotie’, en bestaat vooral uit bulkgoederen als graan, hout, pek, teer, huiden en vellen, al zullen in de loop van de zeventiende eeuw ook luxeartikelen uit het Oostzeegebied hun weg naar de Republiek vinden.
De vader van P.C. Hooft vergaarde zijn rijkdom in de Oostzeehandel, die door tijdgenoten wordt omschreven als ‘genoechsaem de siele van de gehele negotie’
Cornelis Hooft, afkomstig uit een Zaans geslacht van schippers en graanhandelaars, maakt al op jonge leeftijd kennis met de Oostzeehandel. Vader Pieter Willemszoon Hooft is schipper en handelt met het Baltisch gebied en Frankrijk. Hij verdient genoeg om zijn zoon een opleiding te kunnen geven en hem onder te brengen bij een ervaren koopman.
Zodoende reist Cornelis vanaf zijn zestiende vier jaar lang geregeld naar het Oostzeegebied. Cornelis raakt aldus vertrouwd met de zeeroutes, de havens, en de lokale gebruiken in het gebied. Bovenal gebruikt hij deze tijd om netwerken op te bouwen met de plaatselijke kooplieden. Die contacten zullen hem later uitstekend van pas komen.
Eerst komt echter de Opstand tegen Spanje tussen Hooft en zijn plannen. Als tegenstander van Spanje wordt Cornelis in 1569 gedwongen
Fluitschip
Die graanhandel uit de Oostzee ging terug tot de vijftiende eeuw. In 1438 en 1441 waren de Hollanders al in de Sont in oorlog met de Duitse Hanzestad Lübeck, om de doorgang tussen Zweden en Denemarken open te houden voor hun scheepvaart. In de daaropvolgende jaren slaagden de Hollanders
Uit het oudste register van de Sont-tol, een door de Deense kroon tussen 1497 en 1857 geheven tol op schepen die door de Sont voeren, blijkt dat in 1497 al meer dan de helft van de passerende schepen uit
Vanwege de graanhandel bouwde
Het meeste graan kwam uit Polen, Oost-Pruisen en Lijfland, in het huidige Letland en Estland. In de jaren zestig van de zestiende eeuw leverde alleen Dantzig (
Er was in die jaren sprake van een ware een invasie van Baltisch graan. De belangrijkste oorzaak was een prijsverschil tussen oost en west. In West-Europa traden een economische groei en inflatie op die het Oostzeegebied nauwelijks kende. Daardoor ontstond een prijsverschil tussen onder meer
Er was in die jaren sprake van een ware invasie van Baltisch graan.
Dat Amsterdam kon uitgroeien tot dé graanhaven van West-Europa, had daarnaast te maken met de gunstige ligging van de stad. Bovendien wisten de Hollanders de transportkosten laag te krijgen. Aanvankelijk waren die juist hoog. Dat zette de Hollanders ertoe aan efficiëntere schepen te ontwikkelen. Het grote voorbeeld daarvan was het fluitschip, dat een revolutie veroorzaakte in het vervoer van bulkgoederen als hout, graan en zout. De fluit had een groot laadvermogen en een kleine bemanning. Voor een fluit van tweehonderd ton kon worden volstaan met negen of tien bemanningsleden, terwijl een gelijkwaardig Engels schip er minstens dertig nodig had.
Van belang was bovendien dat de Hollanders beschikten over goede netwerken. Cornelis Pietersz. Hooft was daarvan een sprekend voorbeeld. De contacten die hij voor zijn twintigste had opgebouwd kwamen na zijn terugkeer in
Bovendien kreeg Cornelis sterke banden met Italië. Aan het einde van de zestiende eeuw verbreedde hij zijn handelsnetwerk net als een aantal andere Hollandse kooplieden naar de laars van Europa, waar de vraag naar graan toenam. Cornelis handelde er dan ook in graan en rogge. Daarnaast trad hij vanaf 1592 op als vertegenwoordiger van Italianen die in
Politieke macht
Cornelis was daarmee geen uitzondering. Veel andere Amsterdamse kooplieden concentreerden zich op de winstgevende handel in graan en hadden daarvoor een netwerk dat zich uitstrekte van het Baltisch gebied tot de Middellandse Zee. Hoewel Cornelis ook investeerde in de Verenigde Oost-Indische Compagnie (bij de oprichting ervan in 1602 vroeg hij voor 9600 gulden aandelen aan) bleef de handel in graan zijn kernactiviteit.
De Hollandse beheersing van de Oostzeehandel was erg gunstig voor de Republiek. Ze stimuleerde andere economische activiteiten als scheepsbouw, de textielindustrie en de zeilmakerij. Ook was het de drijvende kracht achter de eerder genoemde handel op het Middellandse-Zeegebied, waar geregeld een tekort was aan graan. Het bulkgoederenvervoer legde zo de basis voor het succes van de Opstand tegen Spanje: in 1587 schreef de Spaanse vertegenwoordiger Benito Nuñez vanuit Polen aan de hertog van
Tijdgenoten zagen de handel met het Baltische gebied als de ruggengraat van de Nederlandse economie
Geen wonder dus dat tijdgenoten spraken van de ‘moedernegotie’. Zij zagen de handel met het Baltische gebied als de ruggengraat van de Nederlandse economie. Het was de oudste handel van de Republiek, en er werden in termen van schepen en bemanning de meeste middelen aan besteed. Bovenal leverde de Oostzeehandel het broodgraan voor
De investeringen in de Oostzeehandel waren navenant. Jaarlijks werd er voor ongeveer 6 miljoen gulden in geïnvesteerd: meer dan de investeringen in de veenhandel, landwinning, windmolens en schepen. Gedurende het grootste deel van de zeventiende eeuw was het ook meer dan er werd uitgegeven aan de handel met Indië.
De handel met de Oostzee was dus cruciaal voor de Republiek. De vaart op Indië was natuurlijk veel spectaculairder – de handel met de Baltische staten verliep sterk routinematig, zonder veel avonturen en ongelukken -, maar de Oostzee-handel was dus zeker zo succesvol. De scheepvaart en handel op het Oostzeegebied brachten meer rijkdom op dan de Verenigde Oost-Indische Compagnie.
Al met al legde de Oostzeehandel de basis voor de rijkdom van de Gouden Eeuw. Zo werd in 1636 een raming gemaakt van de Europese invoer in
De Baltische handel was in de eerste helft van de zeventiende eeuw dan ook de belangrijkste bron van rijkdom van de Hollanders
De Baltische handel was in de eerste helft van de zeventiende eeuw dan ook de belangrijkste bron van rijkdom van de Hollanders, en vooral van de Amsterdamse kooplieden. Dat vertaalde zich in politieke macht. Veel handelaren waren ook regenten. Cornelis vormde daarop geen uitzondering. In 1582 wordt hij benoemd tot schepen, en in 1583 en 1586 werd hij herkozen. In 1584 trad Cornelis bovendien toe tot de vroedschap, een positie die hij tot het einde van zijn leven innam. Bovendien werd hij meerdere malen afgevaardigd naar de gewestelijke Staten van Holland en was hij van 1589 tot 1601 lid van de Gecommitteerde Raden (het dagelijks bestuur) van Holland en West-Friesland.
Daar bleef het echter niet bij. In 1588 werd hij gekozen tot burgemeester van
Meer informatie
Boeken
Wie naar informatie zoekt over de Oostzeehandel, begint bij Jonathan Israels The Dutch Republic. It’s Rise, Greatness and Fall 1477-1806 (1995) en Maarten Praks Gouden Eeuw. Het raadsel van de Republiek (2002). Een mooie inkijk biedt ook A.Th. van Deursen, De last van veel geluk. De geschiedenis van Nederland 1555-1702 (2004). Onmisbaar is Milja van Tielhof, The ‘Mother of all Trades’. The Baltic Grain Trade in
Het meest toegankelijke, rijk geïllustreerde en leesbare werk is een artikel van J. Thomas Lindblad, ‘Nederland en de Oostzee 1600-
Artikelen
Nederlanden dankten rijkdom aan hun ligging