Home Column Jaap Scholten over Laci Márffy

Column Jaap Scholten over Laci Márffy

  • Gepubliceerd op: 22 maart 2016
  • Laatste update 13 okt 2022
  • Auteur:
    Jaap Scholten
Column Jaap Scholten over Laci Márffy

Laci Márffy was een nazaat van ‘de grootste Hongaar’. Maar veel minder succesvol, zo merkte Jaap Scholten. Tot driemaal toe verloor Laci zijn familielandgoed.

Enkele maanden voor hij stierf liet Laci Márffy mij een foto van zijn grootvader zien. De grootvader, Geza Széchenyi, zag eruit als een gedistingeerde zeerover, een man met een prachtige snor en een zwart ooglapje. Naar hem was de plek vernoemd waar voor de oorlog reusachtige koeienstallen hadden gestaan: Geza Major. Nu restte er alleen nog een waterput. De graslanden waren veranderd in bossen of akkers. Geza Major was een plek geweest waar het stikte van de herten, herinnerde Laci zich uit zijn jeugd.

Laci Márffy was een pezige man met wakkere, helblauwe ogen, de laconieke gelatenheid van een vooroorlogse gentleman en de kuierende pas van een boer. De vader van zijn grootvader Geza was een broer van István Széchenyi (1791-1860), de landeigenaar en politicus die door zijn generatiegenoten tot ‘de grootste Hongaar’ was bestempeld. Széchenyi had in de negentiende eeuw nauw contact met de gezagvoerders van Europa, van Metternich tot Louis Philippe van Frankrijk, maar de familietraditie leerde bescheidenheid.

Toen István als jongeman eens terugkeerde op het familielandgoed in Hongarije, liet zijn vader alle horigen zich in een rij opstellen voor zijn drie zonen. ‘Kijk naar deze mensen, mijn dierbare zonen,’ zei de vader. ‘Het is dankzij hun arbeid en zweet dat jullie je bevoorrechte leven kunnen leiden. Vergeet dat nooit en behandel hen ernaar: met compassie, liefde en dankbaarheid. Om dit te tonen wil ik dat jullie nu naar voren stappen en de oudste van hen met een handkus danken.’
 

István Széchenyi held van de napoleontische oorlogen

István Széchenyi verwierf een heldenstatus in de napoleontische oorlogen door te paard in de nacht tussen de linies door te gaan, om achter de legers van Napoleon het aanvalsbericht aan de koning van Zweden te brengen. Bij terugkomst uit de oorlog zag hij in hoezeer Hongarije achterbleef in de vaart der volkeren en nam hij het initiatief tot een reeks hervormingen en moderniseringen. Hij verweet het de te frivole aristocratie dat Hongarije in de Middeleeuwen bleef steken.

Széchenyi besefte dat het verschil tussen arm en rijk geslecht moest worden, dat de feodale verhoudingen niet langer mochten voortbestaan, dat Buda en Pest verbonden moesten worden.

Hij richtte de paardenrenbaan in Boedapest op, de Academie voor Wetenschappen en clubs voor de aristocratie en lagere adel, naar Engels voorbeeld, om plekken te creëren waar over de inrichting van de samenleving gediscussieerd kon worden, maar vooral om de Hongaarse grootgrondbezitters uit Wenen, Parijs en Londen terug naar huis te lokken.
 

Hij struinde liever door de modder dan tussen Wichtigmacher

Jaarlijks wordt István Széchenyi geëerd. In de laatste jaren van zijn leven moest Laci Márffy bij de herdenking in Boedapest de honneurs namens de familie Széchenyi waarnemen en de krans bij het standbeeld voor de Academie van Wetenschappen leggen. Laci vond dat soort erebaantjes stinkvervelend. ‘I hate that.’ Hij was een buitenman. Hij struinde liever door de modder dan tussen Wichtigmacher.

Ik leerde Laci kennen toen hij al dik in de zeventig was. Hij was tweemaal onteigend in zijn leven, eerst van het familielandgoed in het zuiden van Hongarije in 1949 door de communisten en de tweede keer in het Mvurmi-district in Zimbabwe waar hij zich in 1952 had gevestigd. Laci was daar na omzwervingen terechtgekomen en met een Engelse getrouwd. Ze hadden langzaam maar zeker weer een landbouwbedrijf van 800 hectare opgebouwd.

In Zimbabwe had hij 50 lokale families werk geboden en had hij, in de geest van zijn oudoom, op zijn landgoed een school gesticht, maar hij had als een dief in de nacht moeten vluchten. De oorlogsveteranen waren op een dag gekomen in een legertruck, schuimbekkend, bewapend en dronken. Zijn gezin had vijf uur gekregen om wat spullen te pakken en zich uit de voeten te maken.
 

Laci  keert terug naar Hongarije

Na Zimbabwe was hij naar Hongarije teruggekomen. Met de restitutiecoupons die zijn familie had gekregen had hij in het zuiden van Hongarije een stuk landbouwgrond weten te bemachtigen dat voorheen de Széchenyi’s toebehoorde. Het stuk land, Geza Major, was in 1927 de bruidsschat van zijn moeder geweest. Laci had er een eenvoudige loods voor een tractor en landbouwgereedschap gebouwd en een barak om te wonen, vier dunne muren met een dak van golfplaat. Het dichtstbijzijnde gehucht was op vijf kilometer afstand en alleen te bereiken langs een modderweg die door tractoren van loonwerkers en vrachtwagens van bosbouwers kapot werd gereden.

Hij had maïs en zonnebloemen verbouwd en woonde daar primitief als een Afrikaanse boer. Zijn droom was dat een van zijn zonen met hem zou komen boeren en het bedrijf voortzetten – terug in het oude vaderland, op grond van zijn moeder, niet ver de plek waar hij ter wereld was gekomen.

De zoon kwam, maar vertrok weer. De afgelegenheid, de modder, de tegenvallende oogst, de vrieskou, de wildschade, de lange nachten in de winter, de humeurige Hongaren, de uitzichtloosheid: hij liet weten er geen toekomst in te zien en reisde af. Laci probeerde nog eventjes door te boeren, maar uiteindelijk gaf hij zijn droom op en verkocht Geza Major aan ons. Het was de derde keer dat hij afstand moest doen van een familielandgoed, maar de eerste keer dat hij ervoor betaald kreeg.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 4 - 2016