Tijdens de antiracismedemonstraties van afgelopen zomer zwol de roep om teruggave van Afrikaanse kunst aan.
Onder de hashtag #BlackArtsMatter en leuzen als ‘Houdt u niet van plunderen? Dan zult u het British Museum haten’ vroegen activisten aandacht voor een al lang lopend debat over restitutie van kunst aan Afrikaanse landen. Dat debat heeft volgens hen tot te weinig resultaten geleid.
In Nederland werd het Tropenmuseum met verf beklad door de groep Helden van Nooit. ‘Collecties zijn geroofd en tot op de dag van vandaag nog steeds niet teruggekeerd naar het land van herkomst,’ stelde de groep op Instagram. In Parijs probeerden demonstranten Afrikaanse funeraire kunst mee te nemen uit het Musée du Quai Branly-Jacques Chirac. Maar voordat ze het museum konden verlaten, werden ze tegengehouden. In Londen richtten de acties zich onder meer tegen het British Museum, dat in koloniale tijden kunst uit de hele wereld naar Engeland haalde, vaak op een bepaald niet nette manier. Ook het Museum of London kreeg veel kritiek vanwege uit Benin geroofde bronzen beelden in de collectie.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Te midden van de protesten bood veilinghuis Christie twee standbeelden uit Nigeria te koop aan, die tijdens de Biafra-oorlog van 1967-1970 naar Europa kwamen. Een duidelijk geval van roof, vonden critici, die luid protesteerden tegen de verkoop. Maar volgens Christie voldeden de papieren aan de regels. De verkoop ging door.