Het overheidsarchief over de Bijlmerramp wordt op verzoek van de Tweede Kamer geopend. Zijn er nieuwe onthullingen te verwachten? Nee, zeggen voormalige onderzoekers van de Rijksluchtvaartdienst, die alle stukken in hun handen hebben gehad. Maar complottheorieën blijven hardnekkig, ook al doen zijzelf hun best om het ware verhaal te vertellen.
Toen op 19 april 2024 het Adviescollege Openbaarheid en Informatiehuishouding (Acoi) in Amsterdam-Zuidoost zijn rapport presenteerde, zat oud-onderzoeker Henk Pruis in de zaal. Pruis beijvert zich al langer om de onderzoekdossiers zoveel mogelijk openbaar te maken. Na afloop van het officiële gedeelte nam hij even het woord, stelde zich voor als voormalig ramponderzoeker en richtte zich nadrukkelijk ook tot de bewoners: ‘Ik heb alles in mijn handen gehad, je kan me alles vragen.’
De eerste lichting documenten is sinds 9 september jongstleden voor iedereen in te zien in het Nationaal Archief in Den Haag. Het betreft onder meer verslagen van de dagelijkse briefings van het team dat de oorzaak van de ramp moest onderzoeken.
Of openbaarheid echt zal helpen om het wantrouwen weg te nemen, is de vraag. De voorzitter van het Acoi, Ineke van Gent, zei het al bij de presentatie van haar rapport: de meeste vragen die nog leven bij bewoners gaan over de lading – en uitgerekend daarover staat hoogstwaarschijnlijk niets nieuws in de Nederlandse archiefstukken.
Pruis heeft uitvoerig met een aantal inwoners van het stadsdeel Zuidoost gesproken over de vele complottheorieën rond de Bijlmerramp. Zoals het ‘derde rondje’, de vermeende gevaren van verarmd uranium, en de ‘mannen in witte pakken’. Sommige laten zich overtuigen, anderen houden ook na uitgebreide uitleg vast aan alternatieve feiten. Toch geeft Pruis niet op.
Lees het in de minispecial Bijlmerramp: de complottheorieën ontrafeld