Home ‘Amerika is gebouwd op een breuk tussen intellectuelen en “gewone mensen”‘

‘Amerika is gebouwd op een breuk tussen intellectuelen en “gewone mensen”‘

  • Gepubliceerd op: 6 februari 2018
  • Laatste update 04 apr 2023
  • Auteur:
    Geertje Dekkers
  • 5 minuten leestijd
‘Amerika is gebouwd op een breuk tussen intellectuelen en “gewone mensen”‘

Een slaaf, een wrokkige militair, een vrouw op de vlucht, een noble warrior, een voormalig schoenmaker en een onwaarschijnlijke president: aan de hand van zes hoofdpersonen beschreef de Amerikaanse historicus Russell Shorto de Amerikaanse Revolutie (1775-1783) in zijn nieuwe boek Lied der revolutie: ‛Deze periode draait om vrijheid. Dat is te zien aan de levens van mijn hoofdpersonen. Daarom heb ik hen geselecteerd.’

Welke rol speelde vrijheid in de levens van uw hoofdpersonen?

‛Dat verschilt totaal. Margaret Coghlan bijvoorbeeld, was volkomen tegen haar zin getrouwd. Tijdens haar leven vonden steeds meer mensen dat een vrouw zelf moest kunnen beslissen over een huwelijk maar die vrijheid was voor haar niet weggelegd. Ze was doodongelukkig en zocht op allerlei manieren naar mogelijkheden om iets van haar bestaan te maken. Daarin was ze bewonderenswaardig maar haar leven was vaak ook heel tragisch.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Totaal anders was George Germain, Brits minister van de Amerikaanse kolonies tijdens de onafhankelijkheidsstrijd. Hij was zo belachelijk, zo feodaal. Hij was altijd uit de op de verdediging van het Britse empire – dus tegen de Amerikaanse vrijheid. Hij leed ooit een schandalige militaire nederlaag, en was de rest van zijn leven bezig zijn eer te herstellen.’

‘We denken vaak dat er twee partijen waren in de Amerikaanse Revolutie: Amerikanen en Britten. Maar er waren tíg groeperingen’

Hoe veranderde uw kijk op de Revolutie door dit boek?

‛Ik ben gaan inzien hoe ontzettend ingewikkeld het conflict was. We denken vaak dat er twee partijen waren: Amerikanen die onafhankelijk wilden worden en Britten die daar tegen waren. Maar er waren tíg groeperingen.

Een van mijn hoofdpersonen is Cornplanter, een Seneca-leider. De Seneca hoorden bij de Iroquois-indianen, zoals blanken hen noemden. Aanvankelijk had ik het idee dat indianen één partij waren in het conflict, maar het waren heel veel partijen, met ieder eigen belangen. Dat laat het leven van Cornplanter zien. Hij was een noble warrior, een echte strijder, en werd gedwongen mee te vechten in de oorlog tussen Britten en Amerikaanse kolonisten. Maar intussen speelden er dus ook nog allerlei spanningen met andere volkeren.’

Hoe verliep de Revolutie voor andere minderheden?

‛Ik volg ook Venture Smith, als Broteer Furro geboren in West-Afrika en als slaaf naar Amerika gebracht. Daar begon de strijd om de vrijheid maar die draaide nog niet om slaven. Toch wist Smith zichzelf en zijn familie vrij te kopen en een bestaan op te bouwen op eigen land, als welvarend man. Hij was wel een uitzondering: ik had voor mijn boek personages nodig wiens leven goed was gedocumenteerd en Smith liet zijn memoires opschrijven. Dat was voor de meeste slaven onmogelijk.’

‘Ik denk dat de mentaliteit van de Nederlandse kolonisten een rol heeft gespeeld in de Revolutie’

U schreef eerder in een boek over Nieuw Amsterdam dat de Nederlandse stichters begin zeventiende eeuw tolerantie en hang naar vrijheid meenamen naar Amerika. Speelde dat volgens u nog een rol tijdens de Revolutie, tegen het einde van de achttiende eeuw?

‛Nederlandse kolonisten bleven heel lang invloedrijk in New York en omgeving. Er werd bijvoorbeeld lang Nederlandse gepraat. Pas na de Franse en Indiaanse Oorlog (tussen Britten en Fransen in Amerika, 1754-1763, red.) kwam de nadruk op het Engelse te liggen.

In de Nederlandse Republiek broeide de nadruk op vrijheid en individualisme al vroeg in de zeventiende eeuw en sindsdien was het ideaal meer dan een eeuw lang opgebouwd. Ik denk dat de mentaliteit van de Nederlandse kolonisten een rol heeft gespeeld.’

George Washington is ook een hoofdpersoon in uw boek. Voor veel Amerikanen is hij een belangrijke vertegenwoordiger van de Amerikaanse vrijheid. Zat dat er van jongs af aan in?

‛Bepaald niet. Bij zijn geboorte was de verwachting dat hij lid zou worden van de koloniale gentry. Maar toen zijn vader jong stierf, kwam hij er slechter voor te staan. Het zag er naar uit dat hij zijn hele leven op het platteland zou wonen. Hij vond een uitweg door het leger in te gaan. In de Franse en Indiaanse Oorlog was hij succesvol en daardoor werd hij bekend. Daar lag de basis voor zijn verdere carrière, waar hij helemaal niet op voorbereid was. Hij redde zich door boeken te lezen over hoe hij zich moest gedragen en door gedrag van mensen te kopiëren. In het openbaar droeg hij een masker, gedroeg hij zoals hij dacht dat het moest. Ook toen hij president was.’

Ook uw laatste hoofdpersoon, Abraham Yates junior, maakte een onverwachte carrière.

‛Yates begon als schoenmaker, een nederig beroep, en dat maakte hem wrokkig. Hij werd jurist en kreeg een mooie carrière, maar hij ageerde zijn hele leven tegen de politieke elite. Hij was er trots op een common man te zijn, zoals veel Amerikanen na hem. En hij was heel achterdochtig ten opzichte van de overheid, ook net als veel latere Amerikanen.

Yates’ anti-elitaire houding is een voorbeeld van een diepe scheidslijn die door de hele Amerikaanse geschiedenis loopt. Het land is gebouwd op een grote breuk tussen intellectuelen en “gewone mensen”, met wantrouwen tot gevolg. Over die breuk staat niets in de grondwet maar hij is er altijd geweest en er is nooit geprobeerd hem te repareren. Die scheidslijn verdeelt Amerika ook vandaag de dag nog, net als de afkeer van de elite. En dat is een groot probleem.’

Russell Shorto, Lied der Revolutie. Geschiedenis van de Amerikaanse Vrijheid Ambo|Anthos 2017 520 p. € 29,99