‘De Verenigde Staten kunnen hun veiligheidsbehoefte niet handhaven – zelfs niet met enorme kosteninspanningen – zonder de steun van de bondgenoten.’ De kracht van de trans-Atlantische coalitie hangt af van ‘de aanhoudende kracht en wil van de VS om als leider op te treden’ en de instemming ‘van de coalitiepartners om een passend deel van de verantwoordelijkheid te dragen’.
Zo formuleerde de Republikeinse president Dwight D. Eisenhower in oktober 1953 zijn Nationale Veiligheidsstrategie. Dat was ook toen, net na de Tweede Wereldoorlog, geen liefdesverklaring aan Europa. Het was hoogstens een contract op huwelijkse voorwaarden. Er was commitment, maar er waren ook eisen. De voormalig opperbevelhebber van de NAVO kende zijn pappenheimers. Hij wist dat de Europese landen met de Koreaoorlog net achter de rug helemaal niet zo geneigd waren al hun kostbare wederopbouwwinsten in een trans-Atlantische defensieput te storten.
Die rode draad heeft het Europees-Amerikaans bondgenootschap altijd gekarakteriseerd: er was altijd een spanning tussen het waarde-deel en het transactionele ‘tit-for-tat’-deel. De ene keer hamerde een president meer op de centen, de andere op de waarden. De Nationale Security Strategy van president George W. Bush van september 2002 barst bijvoorbeeld van het ronkende taalgebruik: ‘Gedreven door het geloof in de principes van vrijheid en de waarden van de open samenleving, gaat onze positie gepaard met ongeëvenaarde verantwoordelijkheid, verplichtingen en mogelijkheden.’ Dit ‘Amerikaanse internationalisme’ maakt de wereld ‘niet alleen veiliger, maar ook beter’. Amerika zet zich volgens de president in voor ‘politieke en economische vrijheid, vreedzame relaties met andere staten en respect voor menselijke waardigheid’.
In het licht van alle eerdere NSS-documenten is de Nationale Veiligheidsstrategie die het Witte Huis in november 2025 presenteerde, een keiharde breuk. Allereerst zijn alle waarden overboord gezet: Donald Trump verklaart de op regels gebaseerde wereldorde, het Amerikaanse internationalisme, failliet. Daarvoor in de plaats postuleert hij een multipolaire wereldorde met wisselende bondgenootschappen en een opdeling in invloedssferen voor de grote mogendheden (of Japan en Oekraïne dat nu willen of niet). Ten slotte is Europa niet langer de trouwe bondgenoot, maar lijkt als lastpak of zelfs als vijand te worden beschouwd.
Met die gemeenschappelijke waarden gingen de Amerikanen altijd al slordig om. Maar als we kijken naar het transactionele aspect is dat een kader waarvan vanaf 1941 zowel Amerika als Europa hebben geprofiteerd. En ook dat kader lijkt nu door Trump te worden opengebroken, want Europa moet zich onderwerpen zonder dat de VS er een harde veiligheidsgarantie voor teruggeven. En dat is dus echt een probleem. Want of we het nu leuk vinden of niet, de multilaterale, op regels gebaseerde orde werd ondanks alles door Amerika’s macht en inzet bijeengehouden. We zijn nu in een situatie beland waarbij de leraar – die weliswaar best vervelend was en soms zelfs gehaat – de klas heeft verlaten. De vraag is niet of de kinderen elkaar te lijf gaan, maar wanneer de pleuris uitbreekt – en of de verstandigste kinderen de orde dan nog kunnen redden.
