De Franse koning begon ermee en daarna wilden andere vorsten het ook: een paleis beladen met goud, marmer en spiegels. Allemaal imiteerden ze Versailles.
In 1662 besloot de Franse koning Lodewijk XIV dat het bescheiden jachtverblijf dat zijn vader bij Versailles had laten bouwen moest uitgroeien tot het centrum van zijn rijk. Het nieuwe paleis moest zijn absolute macht uitstralen. De beste tuinontwerpers, architecten, kunstenaars en ambachtslieden trokken naar het dorp twintig kilometer ten westen van Parijs om samen te werken aan het paleis en de tuinen.
Vanaf 1678, toen Lodewijk zijn hof officieel naar Versailles verplaatste, was het gebouw toegankelijk voor bezoekers. Zo konden zowel Fransen als buitenlanders het hoogtepunt van de Franse kunsten en architectuur bewonderen. Bezoekers zagen barokke pracht en praal, alles in symmetrie. Het interieur wemelde van goud, marmer, spiegels en plafondschilderingen. De buitenkant werd opgeluisterd door grote bordessen en gevels met sierlijke krullen en zuilen. Tuinarchitect André le Nôtre gaf de tuinen strak vorm met geometrische patronen, lange zichtassen en fonteinen.


Versailles was een stad in het klein
Aan het hof van Versailles woonden in de hoogtijdagen 10.000 hovelingen, personeel en soldaten. Met theaters, stallen, kapellen en 800 hectare aan grond was het een minisamenleving voor de elite.

De Nederlandse stadhouder Willem III, vaak gezien als Lodewijks aartsvijand, wilde niet onderdoen voor zijn rivaal. Hij liet in Apeldoorn Paleis Het Loo bouwen, in typisch Nederlandse baksteen en op een wat bescheidener formaat, maar de tuinen met zichtassen, parterres en waterpartijen waren duidelijk door Versailles geïnspireerd. De ontwerper van de tuinen was dan ook een neef van Le Nôtre.


Ook elders in Europa verrezen paleizen naar Frans voorbeeld, zoals het Zweedse Drottningholm vlakbij Stockholm. De strakke geometrische lijnen van de tuinen werden ontworpen door Nicodemus Tessin. Toen tsaar Peter de Grote in de achttiende eeuw de Russische staat wilden omvormen naar West-Europees voorbeeld, wilde ook hij een paleis met de allure van Versailles. Hij liet bij zijn nieuwe hoofdstad Petersburg een paleizencomplex bouwen door een leerling van Le Nôtre. Peterhof werd het Versailles aan zee, met kanalen die het paleis verbonden met de Oostzee.

Zelfs in de negentiende eeuw bleef de invloed van Versailles voelbaar. Koning Ludwig II van Beieren was gefascineerd door het hof van Lodewijk XIV en liet op het eiland Herrenchiemsee een kopie van Versailles bouwen. Ook dat paleis had een spiegelzaal, om het absolutisme na 200 jaar in Beieren te laten herleven.


Spiegelzaal was het pronkstuk
De Spiegelzaal is het beroemdste vertrek van Versailles. In deze overdadig glimmende zaal werden ontvangsten, concerten en bals georganiseerd. Nog eeuwenlang bleef het een belangrijke plek: Wilhelm I werd er in 1871 tot keizer van Duitsland uitgeroepen en in 1919 werd het Verdrag van Versailles er getekend.

Versailles was niet alleen het politieke centrum van de absolute macht van koning Lodewijk XIV, maar ook een etalage van Franse cultuur en vakmanschap, die vorsten in heel Europa inspireerde om hun eigen Versailles te creëren.



