Diversiteit is niet de kracht, maar de zwakte van het Amerikaanse leger, roept minister van Defensie Pete Hegseth zodra hij de kans krijgt. De oorlogsverhalen van de Navajo code talkers bewijzen zijn ongelijk.
‘De domste zin in de militaire geschiedenis,’ zei Hegseth eerder dit jaar tegen defensiepersoneel, ‘is “onze diversiteit is onze kracht”. Hij houdt het niet bij woorden. Begin 2025 verwijderde het Pentagon webpagina’s waarin de militaire prestaties van zwarte Amerikanen, Japans-Amerikanen en indianen worden geprezen.
Tussen die verwijderde artikelen zaten verhalen over de Navajo code talkers: inheemse Amerikanen die tijdens de Tweede Wereldoorlog een geheime code bedachten op basis van hun inheemse taal. Hun geheimschrift werd nooit gekraakt, maar ze moesten lang wachten op erkenning voor hun oorlogsbijdrage.
Ingewikkelde grammatica
Al in de Eerste Wereldoorlog schakelde het Amerikaanse leger de hulp in van inheemse stammen. Aan het front gaven Chocktaw geheime berichten door in hun eigen taal. De boodschappers waren zo succesvol, dat Duitsland in aanloop naar de Tweede Wereldoorlog wetenschappers naar de Verenigde Staten stuurde om de inheemse talen te leren. Japan deed hetzelfde en zond studenten de Stille Oceaan over. Maar hun missie bleek onmogelijk: het aantal inheemse talen en dialecten was te groot.
Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog opperde de Amerikaanse ingenieur Philip Johnston om ook de Navajo-taal te gebruiken. ‘Het is mijn oprechte overtuiging dat de Navajo (…) een belangrijke bijdrage zullen leveren aan het winnen van deze oorlog,’ schreef hij in een brief aan de marine. Als zoon van missionarissen was hij opgegroeid op een Navajo-reservaat en sprak hij een versimpelde vorm van de taal.
De Navajo was de enige stam die niet ‘besmet’ was door Duitse verkenners
Wat het Navajo geschikt maakte, waren de ingewikkelde grammatica en vele dialecten. Plus het feit dat het een ongeschreven taal was. Zelfs nauwverwante indianenstammen konden er niets van maken. Volgens Johnston waren er slechts 28 Amerikanen die het dialect zó goed hadden bestudeerd, dat ze het enigszins konden verstaan. Hij verzekerde de generaals bovendien dat de Navajo de enige stam was die niet ‘besmet’ was door Duitse verkenners. ‘Boodschappen in deze taal kunnen onder geen enkele omstandigheid onderschept en vertaald worden door de vijand,’ beweerde hij.
‘IJzeren vis’ en ‘zwangere vogel’
Na een demonstratie op een legerbasis in Californië waren de generaals overtuigd: begin 1942 adviseerden ze hun admiraal om 200 Navajo in dienst te nemen als boodschapper. Uiteindelijk werd het een groep van 29, die de taak kreeg om in het diepste geheim een niet te ontcijferen code te verzinnen.
Een van hen, Chester Nez, herinnerde zich later hoe een majoor hen in een kamer achterliet en de deur op slot draaide. ‘Daar zaten we lang te denken: hoe gaan we deze code ontwikkelen?’ Ze besloten een Engels woord te nemen voor iedere letter van het Europese alfabet en dat te vertalen naar hun eigen, complexe taal. Voor de letter ‘D’ namen ze bijvoorbeeld devil en dog, dat ze vertaalden naar chindi en lha-cha-eh. De Navajo leerden dit codeboek uit hun hoofd en konden daarmee razendsnel boodschappen versleutelen en ontcijferen.
Als ze geen woord hadden voor een militaire term, omschreven de indianen het op hun eigen manier. Een tank was een ‘schildpad’ en bommen waren ‘eieren’. De Comanche noemden een bommenwerper een ‘zwangere vogel’ en een onderzeeër een ‘ijzeren vis’.
De Navajo waren niet de enige indianen die als boodschapper in het Amerikaanse leger dienden. In 1944 namen veertien Comanche-soldaten deel aan de invasie van Normandië. Ze hadden een vocabulaire van meer dan 100 Comanche-woorden voor militaire termen. Zo was een machinegeweer een ‘naaimachine’ vanwege het harde geluid, en noemde ze Adolf Hitler posah-tai-vo: ‘gekke witte man’.
Een van de bedenkers van de Navajo-code was Carl Gorman, die zich vrijwillig bij het Amerikaanse leger had gemeld. Toen een van zijn officieren hem vroeg hoe de Navajo hun ingewikkelde code zo snel konden onthouden, antwoordde hij: ‘Voor ons is alles geheugen, het is deel van ons erfgoed. Wij hebben geen geschreven taal. Onze liederen, onze gebeden, onze verhalen, ze worden allemaal doorgegeven van grootvader op vader op kinderen − en wij luisteren, wij horen, wij leren alles te onthouden.’
Bodyguards voor de code talkers
Na een intensieve training werden de Navajo naar Japan gestuurd om de mariniers te ondersteunen. Tijdens de eerste twee dagen van de Slag om Iwo Jima in 1945 verstuurden en ontcijferden zes Navajo code talkers maar liefst 800 boodschappen. Hun majoor kwam woorden tekort om hen te prijzen. ‘Als we deze Navajo’s niet hadden gehad, hadden de mariniers Iwo Jima nooit kunnen veroveren.’

De Japanners zetten alles op alles om de code te kraken. In de Filipijnen namen ze een Navajo-soldaat gevangen, maar urenlange ondervragingen hadden geen enkele zin. De militair begreep helemaal niets van de boodschappen van zijn stamgenoten.
Dat de Amerikanen hun geheime wapen op waarde wisten te schatten, bleek wel toen sommige code talkers door hun eigen leger gevangen werden genomen omdat ze voor Japanner werden aangezien. Ze kregen daarop persoonlijke bodyguards toegewezen. Onder de code talkers ging het lugubere gerucht dat hun bewakers een tweede opdracht hadden meegekregen: om de code te beschermen moesten ze de Navajo doodschieten als ze gevangen werden genomen.
‘Om de Verenigde Staten te helpen winnen’
Na de oorlog kregen de Navajo de opdracht hun geheime missie stil te houden. Erkenning voor hun prestaties kregen ze pas vanaf 1968, toen het programma werd vrijgegeven. In 1982 besloot president Ronald Reagan een ‘Navajo Code Talkers Day’ in het leven te roepen, en in 2000 ontvingen de bedenkers van de code de Congressional Gold Medal, de hoogste civiele onderscheiding, uit handen van Bill Clinton.

In 2008 ondertekende George W. Bush een decreet waardoor iedere code talker een medaille kreeg, maar sinds Donald Trump in het Witte Huis zit, moeten de Navajo vechten voor waardering. In 2017 maakte Trump tijdens een ceremonie voor Navajo-veteranen een gevoelige Pocahontas-grap, en in zijn tweede termijn verwijderde zijn regering informatie over de code talkers van het internet, om ze na kritiek schoorvoetend terug te plaatsen.
Het is een hard gelag voor de Navajo-stam, waar trots over hun oorlogsbijdrage overheerst. ‘Deze taal in ons gegeven door het Heilige Volk, ik weet niet hoeveel duizenden jaren geleden’, zo verwoordde code talker John Brown Jr. het in 2001. ‘We gebruiken het voor hen, om de Verenigde Staten te helpen winnen.’
