Om de democratie te behouden moet het politieke midden samenwerken, zegt de Amerikaanse historicus Timothy W. Ryback in het oktobernummer van Historisch Nieuwsblad. Adolf Hitler was nooit aan de macht gekomen als centrum-rechts en centrum-links een coalitie hadden gesmeed.
Ryback onderzocht hoe Hitler in 1933 rijkskanselier van Duitsland werd in een rechtse coalitie. Aan zijn benoeming ging een halfjaar vooraf, waarin de politieke elite zocht naar een manier om een kabinet te vormen dat kon rekenen op een meerderheid in het parlement. ‘Het probleem was dat de middenpartijen grote aantallen kiezers verloren aan de antidemocratische extremen: de NSDAP en de communistische partij. Het midden was gevaarlijk smal geworden,’ zegt de historicus.
De NSDAP was bij verkiezingen in juli 1932 de grootste partij in de Rijksdag geworden. Maar rijkspresident Paul von Hindenburg wilde absoluut niet dat Hitler kanselier werd. Allerlei scenario’s werden bedacht om de nationaal-socialisten in een regeringscoalitie te krijgen, zonder dat Hitler de leiding kreeg. Maar die hield hardnekkig vast aan zijn eis om tot kanselier te worden benoemd. Uiteindelijk gingen de rechtse coalitiegenoten en Von Hindenburg overstag.
Er waren nauwelijks alternatieven voor een meerderheidskabinet, zegt Ryback. ‘Dat was deels te wijten aan de obstructiepolitiek van de nationaal-socialisten in de Rijksdag. Zij verlamden de voorgaande minderheidskabinetten keer op keer en brachten hen ten val. Een oplossing had misschien gevonden kunnen worden als de verschillende centrum-rechtse partijen en de sociaal-democraten hadden samengewerkt. Zo’n coalitie zou moeilijk te smeden zijn geweest, maar je zou willen dat ze het gedaan hadden, want al die partijen waren voor de democratie.’
Er waren nauwelijks alternatieven voor een meerderheidskabinet
Deze geschiedenis bevat volgens Ryback een actuele les: ‘Het midden moet standhouden. In een parlementair systeem moeten centrum-rechts en centrum-links zoeken naar een manier om polarisatie te voorkomen.’
Stroom nepnieuws
Verder wijst de Amerikaan op de verantwoordelijkheid van de media. ‘In de Weimarrepubliek ging veel nepnieuws rond. Zo vond ik een krantenartikel waarin werd beweerd dat de regering, om te voldoen aan de herstelbetalingseisen die waren afgesproken in het Verdrag van Versailles, een bepaald percentage van de Duitse jongeren aan de geallieerden wilde verkopen om slavenarbeid te verrichten in de Franse en Britse kolonies. Een compleet verzonnen verhaal. Denk je eens in wat het met mensen deed als ze zoiets ’s ochtends aan de ontbijttafel lazen. En niet alleen dit ene nepbericht, maar een voortdurende stroom van gefabriceerd of gemanipuleerd nieuws.’
‘Hitler kwam niet aan de macht dankzij één grote leugen, maar dankzij honderden kleine leugentjes,’ zegt Ryback. ‘Individueel accepteerden mensen misschien maar twintig procent van alles wat hij verkondigde, maar als een heleboel mensen zich door een deel van de boodschap aangesproken voelden, kon hij toch een grote achterban vergaren.’
Lees hier het uitgebreide interview met Timothy W. Ryback.
