Migranten in Hollandse steden werden tussen 1680 en 1810 nogal eens gediscrimineerd. Hoewel historici veel hebben geschreven over de tolerantie in het gewest, kregen nieuwkomers soms zwaardere straffen voor een overtreding dan een autochtoon. Dat constateren Leidse historici.
‘Migranten kregen te maken met allerlei vormen van stigmatisering,’ vertelt Manon van der Heijden, hoogleraar stadsgeschiedenis aan de Universiteit Leiden. Met collega’s beschrijft ze in het Journal of Social History hoe rechtbanken omgingen met nieuwkomers in Amsterdam, Rotterdam en Leiden.
Meer historisch nieuws lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
‘De verschillen tussen “autochtone” en “allochtone” inwoners werden vooral duidelijk als iemand de regels overtrad, of daarvan werd verdacht. Zo werden nieuwkomers tijdens verhoren vaker gemarteld en mochten zij minder vaak hun delict afdoen met een financiële regeling. Ook kregen migranten andere straffen. Ze kregen vaker een lijfstraf, zoals geseling of brandmerking. En ze liepen een grotere kans op verbanning, terwijl autochtonen voor eenzelfde vergrijp in de gevangenis belandden. Blijkbaar wilden steden de kosten van een gevangenisverblijf niet betalen voor een vreemdeling, maar alleen voor de eigen mensen.’
Het kostenaspect speelde een grote rol bij de manier waarop steden migranten bejegenden, zegt Van der Heijden. ‘Stedelingen waren bang dat migranten een beroep zouden doen op de lokale armenzorg.’ Wie van de ene naar de andere stad trok, gold indertijd al als migrant. Ook als de nieuwe woonplaats vlakbij lag. ‘Veel Hollandse steden besloten tegen het einde van de zeventiende eeuw dat nieuwkomers die in armoede vervielen, moesten worden onderhouden door hun stad van herkomst. Ze mochten hun nieuwe stad geen geld kosten.’
In de Hollandse steden kon het aandeel migranten oplopen tot wel 50 procent van de bevolking. Mensen met allerlei culturele achtergronden leefden er door elkaar. Dat leidde soms tot geweld tegen nieuwkomers. ‘Maar gezien de hoge percentages migranten vind ik eigenlijk dat het wel meeviel met het aantal incidenten,’ zegt Van der Heijden. ‘Er was discriminatie, maar het verbaast me bijna dat er niet meer conflicten waren.’
