Caro Verbeek schreef een lofzang op de neus. In Een kleine cultuurgeschiedenis van de (grote) neus behandelt ze beroemde reukorganen in de westerse kunst en cultuur. Zo beschrijft ze de neuzen van Michelangelo, Rembrandt, Gogol en Barbra Streisand. Verbeek toont ook de veranderende opvattingen. Tegenwoordig leggen we geen verband meer tussen iemands reukorgaan en zijn karakter. Maar in de Renaissance zag men een grote neus als ‘de zetel van eer’. ‘Hoe groter de neus, hoe eervoller je was.’
Wat is het historische belang van de neus?
‘Lang werd aangenomen dat de neus iets zei over de innerlijke eigenschappen van de bezitter. Mensen “lazen” neuzen en koppelden daar eigenschappen aan. Aristoteles stelde deze kunde – fysiognomie – op schrift en vergeleek het uiterlijk van mensen en dieren. Dat ging in de trant van: “Een leeuw heeft lange poten en is moedig, dus iedereen met lange armen is moedig.” Mensen geloofden tot in de negentiende eeuw in gelaatskunde. Tegenwoordig beoordelen we een neus alleen nog maar op zijn eventuele schoonheid.’
Welke eigenschappen werden aan neuzen toegedicht?
‘In de Renaissance zag men een grote neus als “de zetel van eer”: hoe groter de neus, hoe eervoller je was. Ter legitimatie en bevestiging liet Lorenzo de Medici zijn neus bijvoorbeeld groter portretteren dan die in werkelijkheid was. Hetzelfde gebeurde met dodenmaskers – bij dat van Dante bijvoorbeeld. In zijn tijd stond een “adelaarsneus” symbool voor welbespraaktheid en dichterlijkheid. Dante had een aanzienlijke neus, maar de vorm kwam niet geheel overeen met het gewenste profiel. Zijn dodenmasker kreeg daarom een frontaal rechtere neus.’
Waarom is een groot reukorgaan uit de gratie geraakt?
‘Door de vreselijke verminkingen die soldaten tijdens de Eerste Wereldoorlog op het slagveld opliepen, maakte de plastische chirurgie een sterke ontwikkeling door. Steeds vaker gingen mensen niet alleen om medische, maar ook om esthetische redenen onder het mes. Advertenties en reclames riepen op je reukorgaan te laten verfraaien: “Een kleinere neus maakt je succesvoller!”’
Waren historische figuren onzeker over hun gelaat?
‘Michelangelo kreeg een minderwaardigheidscomplex toen zijn neus beschadigd raakte door een ferme klap in zijn gezicht. Als therapeutische bezigheid beitelde hij daarna de mooiste neuzen op zijn kunstwerken.
Toen de kunstenaar een van zijn bekendste standbeelden had afgerond, de David, voldeed de neus volgens zijn opdrachtgever niet geheel aan de verwachtingen. De kunstenaar pakte daarop een ladder en deed alsof hij de neus aanpaste door er wat gruis af te slaan. In werkelijkheid veranderde hij niets, maar de opdrachtgever vond het plotseling perfect. Neuzen zijn nooit mooi of lelijk; de schoonheid ervan wordt bepaald door culturele omstandigheden en de verhalen die we erover vertellen.’
Amber Heemskerk is stagiaire bij Historisch Nieuwsblad.
Een kleine cultuurgeschiedenis van de (grote) neus
Caro Verbeek
232 p. Atlas Contact, € 21,99.