Er zijn dagen dat er te veel geschiedenis wordt geschreven. Zoals nu. Binnen een paar weken zijn saaie instituties, waar hoogstens droge colleges over worden gegeven, uitgegroeid tot theaters van psychologische, economische en politieke oorlogsvoering.
USAID werd afgeschaft. De NAVO werd ondermijnd. En de EU maakte een kwantumsprong naar een eigen Europese militaire samenwerking. Ze moest wel, want Washington pleegde openlijk verraad aan Oekraïne door de eigen veiligheidsgaranties van 1994 uit het raam te gooien en Vladimir Poetin te omarmen. Vervolgens zette Donald Trump alle wapenleveranties en inlichtingenvoorzieningen aan Kyiv stop. Dat bracht Europese leiders ertoe alvast een gezamenlijke Europese troepenmacht aan te kondigen. Zelfs Geert Wilders kon niet anders dan mee stribbelen.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Daniel Ziblatt en Steven Levitsky publiceerden in 2018 hun geruchtmakende boek How Democracies Die. De gebeurtenissen lijken hun playbook te volgen. Want democratische systemen kunnen heel makkelijk ontrafelen als de leiders ervan twee dingen doen: bewust en expliciet normen ondermijnen en bestaande vangrails afbreken. Dat gebeurde volgens Ziblatt al in 2016 in de VS, toen de Republikeinen weigerden de door de vorige regering genomineerde kandidaat voor het Hooggerechtshof te accepteren. Ze zetten daarmee een cruciale norm buiten werking: institutionele verdraagzaamheid. Je hebt de democratische en rechtstatelijke principes die je hebt afgesproken gewoon te accepteren. Want dat is het volgende wat de Republikeinen onder leiding van Trump al in 2016 deden en nu nog openlijker doen: de wederzijdse tolerantie onderuit schoffelen. Democratie bestaat bij de gratie van het tolereren van machtswisselingen. Je moet kunnen uithouden dat er andere partijen met andere opvattingen bestaan. En bij een machtswisseling niet iedereen ontslaan die een verkeerd partijboekje heeft. Dat is desastreus voor de democratie, én voor de continuïteit en legitimiteit van beleid en bestuur.
Maar gelukkig liet Ziblatt zien wat je wél kunt doen. Namelijk wat de Belgen, de Nederlanders en aanvankelijk ook de Fransen deden in de jaren dertig van de twintigste eeuw: een front vormen van democratische partijen, van links tot rechts, om op die manier de extremisten (vooral de nazi’s) buiten de boot te houden. Dan moet je dus niet als linkse, liberale en burgerlijke partijen elkaar de tent uit gaan vechten en je neus optrekken voor conservatieven. ‘De aartskatholieke Merz is een engerd,’ hoorde ik menigeen ter linkerzijde in Duitsland en Nederland zeggen. Of kijk naar de VS waar het anti-Trump kamp bij de verkiezingen van 2024 heilloos verdeeld was in allerlei soorten links.
Als de nood aan de man is hebben we met het oog op autoritaire dreigingen in binnen- en buitenland een nieuwe democratische Burgfrieden nodig. Soms moeten we met z’n allen de al te dynamische historische ontwikkelingen weer even in balans trekken. Dus ga eens op de koffie bij de conservatieve/linkse buurman en probeer hem als een democratische medestrijder te zien.