Tijdens de collegedag Conflict in het Midden-Oosten op 4 april vertelt historicus Sietske van der Veen over de oorsprong van het zionisme en de staat Israël. Ze geeft alvast een voorproefje van haar lezing. ‘Ik schets een context van het zionisme die mensen minder goed kennen.’
‘Tijdens mijn college ga ik terug naar de wortels van de huidige situatie in het Midden-Oosten,’ zegt Van der Veen. ‘Welke ideeën liggen ten grondslag aan de staat Israël? Hoe zijn deze ideeën geëvolueerd? En wat kwam er uiteindelijk van die idealen terecht?’
‘Om het zionisme goed te begrijpen ga ik terug naar het eind van de negentiende eeuw, de eeuw van het nationalisme. Toen raakte het idee dat iedere natie, ieder volk, een eigen staat zou moeten hebben wijdverbreid. Er ontstonden verschillende nationalistische bewegingen, waaronder het zionisme. Theodor Herzl, de “vader” van het politieke zionisme, stelde dat hoe meer Joden in Europese samenlevingen integreerden of “assimileerden”, hoe meer zij werden gehaat. Joden zoals Herzl voelden zich in Europa tweederangs burgers, er was behoefte aan een alternatief. Door Jodenvervolgingen sloeg het zionisme vooral in Oost-Europa aan, maar ook in West-Europese landen waar Joden veel te maken kregen met antisemitisme. Met de opkomst van het nazisme in de jaren dertig werd het zionisme onder Europese Joden populairder. De Tweede Wereldoorlog maakte voor veel Joden duidelijk dat een Joodse staat noodzakelijk was.’
‘Voor 1967 keken velen met bewondering naar de jonge Joodse staat’
‘Ik besteed tijdens mijn lezing extra aandacht aan het zionisme in Nederland. Nederland was voor een lange tijd een relatief veilige plek voor Joden. In vergelijking met Joden in bijvoorbeeld Frankrijk en Oost-Europese landen voelden Nederlandse Joden zich minder aangetrokken tot het zionisme. Dat veranderde in het Interbellum. Steeds meer met name Joodse jongeren uit de middenklasse begonnen toen te geloven in een eigen Joodse staat. In speciale opleidingscentra genoten zij een landbouwopleiding of hachsjara. Dit was ter voorbereiding op hun aliyah, hun emigratie naar het mandaatgebied Palestina. Ze werden “Palestina-pioniers” of chaloetsiem genoemd.’
Zesdaagse Oorlog
‘Ik eindig mijn verhaal bij de Zesdaagse Oorlog van 1967, een kantelpunt. De Israëlische bezetting van de Gazastrook, de Sinaï-woestijn, Oost-Jeruzalem, de Golanhoogten en de Westelijke Jordaanoever zorgden voor een machtsverschuiving in het Midden-Oosten. Daarvóór keken velen uit de westerse wereld met bewondering naar de jonge Joodse staat die te midden van vijanden een democratie wist te stichten met een eigen economie. Na de Zesdaagse Oorlog begon dat beeld in de publieke opinie te kantelen, en kwam er bijvoorbeeld langzaam meer aandacht voor het lot van de Palestijnen. De andere sprekers op de collegedag zullen meer nadruk leggen op de periode na 1967.’
Openingsbeeld: Delegaties op het eerste Zionistische Congres in 1897.