Mijn leraar geschiedenis, de heer Piet van den Oort (God hebbe zijn ziel), leerde ons steeds oorzaak en aanleiding van historische gebeurtenissen te onderscheiden. De aanleiding voor de Eerste Wereldoorlog was het schot van Sarajevo; de oorzaak was veel dieper gelegen in de eeuwige confrontatie tussen Frankrijk en Duitsland, eerdere oorlogen, betwiste gebieden en andere machtsaanspraken. De aanleiding moesten we bij een proefwerk slechts in één regel vertellen; over de oorzaak mochten we meestal drie regels doen. Dat voorkwam veel gezwam.
Stel nu dat de laatste confrontatie tussen het zogenoemde Westen en de islamitische wereld tot een langdurige gewelddadige uitbarsting leidt, dan zullen latere leerlingen de cartoonrellen als aanleiding kunnen noemen, en als oorzaak de eeuwenlange strijd tussen monotheïstische woestijngodsdiensten, waarvan de ene – het christendom – de macht kreeg in de westelijke hemisfeer, en de andere – de islam – zich op het oosten en zuiden richtte.
De derde woestijngodsdienst, het jodendom, werd gedwongen in diaspora te gaan over de hele aardbol en kreeg na veel leed en ellende weer een heel klein puntje in de woestijn toegewezen als thuisbasis, waarover de andere twee godsdiensten prompt ruzie kregen. Olie was een complicerende factor in het geheel.
Het punt in de strijd dat we nu hebben bereikt is een soort introspectie: in hoeverre hebben wij als westers denkende mensen schuld aan de controverse? In hoeverre heeft de tegenstander gelijk? Sommige deemoedige geesten gaan ons voor. Wij westerlingen zijn arrogant en stellen onze rationele levenswijze boven die van anderen. Wij westerlingen hebben daarom te weinig begrip voor de religieuze gevoeligheden bij anderen. Wij moeten die anderen dus ontzien. Wij moeten onszelf beheersen in onze uitingen betreffende godsdienst.
Dat zelfbeheersing een vorm van zelfcensuur kan zijn wordt vergeten. Dat die redenatie een zeker arrogant paternalisme inhoudt wordt niet gezien. Het oudste kind krijgt in een ruzie met jongere broers of zussen van ouders te horen: wees jij nou de wijste. Hij beschouwt die raad knarsetandend als buitengewoon onrechtvaardig. De jongere partij ziet zich beroofd van een mogelijke echte overwinning en voelt zich ook bedrogen.
Is het dan niet goed enige zelfbeheersing te betrachten in het licht van onze veelgeroemde vrijheden? Ja natuurlijk. Vrijheid van meningsuiting, behoudens onze verantwoordelijkheid voor de wet. Je kunt er als burger van dit land voor kiezen de grenzen van je vrijheden tot bij de rechter af te tasten. Je kunt dat ook niet doen.
Je bent je niet eens altijd bewust van alle gevoeligheden die mensen of groepen koesteren. Soms komen er opeens heel nieuwe bij. Maar met een zekere onbevangenheid beweeg je je in de samenleving, in het gelukkige besef dat de rechtsstaat jou en anderen beschermt. Word je gekwetst, dan slik je dat of je gaat naar de rechter. Zelfbeheersing is alleen mogelijk in een systeem dat onbevangenheid garandeert. Je beheerst jezelf uit vriendschap. Is de onbevangenheid weg, dan wordt zelfbeheersing zelfcensuur: je beheerst jezelf uit angst.
De brandende vraag luidt: is onze onbevangenheid weg? Ik denk het wel. De pleidooien voor zelfbeheersing werden niet gehoord vóór het plaatsen van de cartoons, en ook niet meteen na het plaatsen van de cartoons, maar pas nadat de ambassades van Denemarken waren bestormd en in brand gestoken. Niet het uiten van protest door moslims was aanleiding voor de roep om zelfbeheersing, want op protest hebben ze het volste recht, evenals op een gang naar de rechter, maar het plegen van geweld en het dreigen met geweld. Gelukkig sloeg het niet over naar Europa, maar de zelfbeheersers namen het zekere voor het onzekere: ‘Laten we de wijste partij zijn.’
Een volgende vraag: is het erg om zelfcensuur te plegen? Het gros van de wereldbevolking, levend onder een dictatuur of andere autocratische regimes, doet niet anders. Waarom zouden wij ons beter voelen dan zij? Waarom zouden wij het beter moeten hebben dan zij? Waarom onze vrijheden boven hun onvrijheden stellen? De roep om zelfbeheersing, die eigenlijk een roep om zelfcensuur is, is een ultieme daad van identificatie met slachtoffers van onvrije systemen, en is van een typisch westerse neerbuigendheid.
Nelleke Noordervliet
Dit artikel is exclusief voor abonnees