Home Winifred Wagner en een Belgische soldaat

Winifred Wagner en een Belgische soldaat

  • Gepubliceerd op: 22 juni 2004
  • Laatste update 29 mrt 2023
  • Auteur:
    Janna Laeven
  • 6 minuten leestijd

Winifred Wagner, een intieme vriendin van Hitler, verlicht tijdens de Tweede Wereldoorlog de krijgsgevangenschap van een jonge Belgische soldaat. Na afloop van de oorlog bewijst hij haar op zijn beurt een dienst. Een reconstructie aan de hand van teruggevonden brieven.

Het is 1947 en Winifred Wagner staat in het Beierse Bayreuth terecht voor een Amerikaanse denazificatierechtbank. Haar wordt vooral verweten dat ze het erfgoed van de grote componist Richard Wagner heeft bezoedeld door er haar goede vriend Adolf Hitler bij te betrekken. Zelf maakt Winifred echter koppig onderscheid tussen de persoon Hitler en zijn ideologie. ‘Mijn nationaal-socialisme was eigenlijk alleen met de persoon van Hitler verbonden. Al het andere interesseerde me niet zo,’ zegt ze in 1975 in een interview met de Duitse film- en documentairemaker Hans Syberberg. ‘Hem ontmoet te hebben is een ervaring die ik nooit had willen missen.’

Winifred Wagner wordt geboren in het Engelse Hastings als Winifred Williams; haar vader is een middelmatig schrijver, haar moeder toneelspeelster in provinciale theaters. Ze verliest hen al voor haar tweede jaar. Na een moeilijke jeugd in verschillende Engelse weeshuizen komt ze terecht bij Karl Klindworth, een ver familielid in Duitsland. Klindworth was een oude vriend van de componist Richard Wagner. In 1914 wordt Winifred, dan zeventien jaar oud, voorgesteld aan de bijna dertig jaar oudere Siegfried Wagner. Hij is de zoon van Richard en zijn opvolger als leider van de Bayreuther Festspiele, een van de grootste en meest prestigieuze operafestivals in Europa. Een jaar later zijn ze getrouwd. Het paar neemt zijn intrek in villa Wahnfried, die Richard Wagner in Bayreuth had laten bouwen. Ze krijgen vier kinderen en stellen zo de Wagner-dynastie veilig.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Winifred neemt algauw een belangrijke plaats in binnen de familie Wagner. Siegfried is biseksueel en heeft regelmatig homoseksuele escapades, wat vanzelfsprekend verborgen moet blijven. Hij is vaak afwezig en Winifred neemt in huize Wahnfried en in Bayreuth de teugels steeds steviger in handen. In 1923 ontmoet ze Hitler, een groot bewonderaar van Richard Wagner, voor het eerst; ze is erg onder de indruk. Wanneer hij na zijn mislukte couppoging wordt gevangengezet, stuurt Winifred hem liefdevolle brieven en cadeautjes. Ook het papier waarop Hitler in de gevangenis het manuscript van Mein Kampf schrijft, zou van haar afkomstig zijn.

Na Siegfrieds dood in 1930 neemt Winifred de leiding van de Bayreuther Festspiele ook formeel over. Vanaf die tijd wordt haar band met Hitler alleen nog maar inniger. Hij logeert regelmatig in de villa en er gaan zelfs geruchten dat de twee met elkaar zullen trouwen. Het is vooral Winifred die daarop probeert aan te sturen, maar Hitler houdt de boot af. Winifreds kinderen noemen Hitler ‘oom Wolf’ en hij noemt haar zijn ‘hoge vrouwe’.

Ook tijdens de jaarlijkse Festspiele is Hitler steevast aanwezig, en Bayreuth begroet hem met steeds meer vlagvertoon. Hitler nodigt dikwijls hoge partijleden bij de festivals uit, en ook zij verblijven vaak in huize Wahnfried. Als de oorlog begint en Winifred de Festspiele wil opschorten, haalt Hitler haar over dit niet te doen: tot in 1945 wordt het festival georganiseerd. Winifred steunt Hitler onvoorwaardelijk en tot het eind. Zelfs als Hitler op het laatst in een bunker verblijft, blijft hij opbeurende brieven van Winifred ontvangen.

Taakstraf

Aanvankelijk wordt Winifred na de oorlog veroordeeld tot beslaglegging op haar vermogen en een taakstraf van 450 dagen, waarbij ze het stationsplein van Bayreuth moet schoonmaken. Maar uiteindelijk wordt de zware aanklacht tegen haar afgezwakt. In het tweede vonnis van de rechtbank wordt Winifred nog slechts ‘gedeeltelijk schuldig’ en ‘een kleine overtreder’ genoemd. Er zijn namelijk getuigenverklaringen van vele nazi-slachtoffers, onder wie ook joden, die Winifred persoonlijk heeft geholpen.

Een van die getuigen was mijn Belgische grootvader, Albert De Koninck. In 1940 wordt hij krijgsgevangen gemaakt, nadat hij zijn compagnie is kwijtgeraakt. Hij wordt, samen met nog zo’n dertig andere Franse en Belgische krijgsgevangenen, tewerkgesteld ‘op het land’ in de buurt van Bayreuth. Tijdens deze periode van zware dwangarbeid ontmoet hij Winifred Wagner. Wellicht valt hij haar op door zijn mooie blonde kop. Hij spreekt goed Duits en mogelijk heeft hij als tolk gefungeerd of zijn zij op andere wijze aan de praat geraakt. Als Albert door het zware werk letterlijk instort, zorgt Winifred er persoonlijk voor dat hij in het ziekenhuis in Bayreuth wordt opgenomen. Zij zoekt hem daar ook op. Vervolgens regelt ze dat hij voortaan in de keuken van het Festspielhaus mag werken.

Na zijn vrijlating, eind 1940, houden de twee contact. In de schoenendoos die mijn grootvader naliet, zitten vriendelijke briefjes en kaarten van Winifred. Een wenskaart met het strenge gezicht van de Führer voorop en een gelukwens op de achterkant, een boekje met fotootjes van villa Wahnfried en Hitlers bezoeken aan de Festspiele, een postkaart met haar eigen afbeelding op de voorkant en de hartelijke groeten aan Albert De Koninck. En die ene brief, uit 1946, waarin zij hém om hulp vraagt.

5. Mai 1946

Mein lieber Herr De Koninck

Allereerst hoop ik, dat u met de uwen het einde van de oorlog goed bent doorgekomen en allen gezond en monter bij elkaar bent.

Mijn huis in Bayreuth – het woonhuis, dat Richard Wagner ooit voor zichzelf liet bouwen, is nog op 5 april 1945 door bommen verwoest en we wonen nu zeer bescheiden op het land in de buurt van Bayreuth. Omdat ik oud-lid van de NSDAP ben, heeft men mijn hele bezit in beslag genomen en in de Amerikaanse bezettingszone is een wet ingevoerd, waarmee men ook mij ter verantwoording wil roepen en eventueel bestraffen. Nu heb ik echt in mijn hele leven niemand kwaad gedaan. Als ik dat echter niet aan de hand van betrouwbare getuigenissen kan bewijzen, zal men mij niet geloven en toch bestraffen! Daarom wil ik u zeer hartelijk verzoeken mij eventueel een getuigenverklaring te sturen, dat ik, toen u en uw kameraden in Duitse krijgsgevangenschap waren en de zomer bij ons werkten, alles gedaan heb wat ik kon om uw zware lot te verlichten. Mishandeling van krijgsgevangenen is een van de misdrijven, die terecht bestraft zal moeten worden. Wanneer u nog contact heeft met een van uw toenmalige kameraden, dan zou het erg lief van u zijn, als u ervoor zou kunnen zorgen dat zij mee ondertekenen of ieder voor zich een getuigenis willen sturen. […]

Veel hartelijke groeten,

Uw Winifred Wagner

Mijn grootvader antwoordt in een brief van 6 juni 1946 dat hij de gruweldaden van de Duitsers veroordeelt, maar dat zij hem inderdaad heeft geholpen en altijd goed heeft behandeld. De toon van de brief blijft koel. Hij schrijft dat hij geen contact meer heeft met zijn kameraden. Hun adressen ‘kent hij ook niet meer’. De afsluiting is zakelijk: ‘Deze brief kunt u eventueel als getuigenis aanwenden en ik hoop dat hiermee uw verzoek voldoende beantwoord is.’

Deze en andere getuigenverklaringen overtuigen de rechtbank; uiteindelijk komt Winifred er zelfs zonder enige straf vanaf. Met Albert de Koninck neemt ze echter geen contact meer op.