Home Wat moet je nou met een e-reader?

Wat moet je nou met een e-reader?

  • Gepubliceerd op: 8 februari 2018
  • Laatste update 12 apr 2023
  • Auteur:
    Annegreet van Bergen
  • 5 minuten leestijd
Wat moet je nou met een e-reader?

Of het nu gaat om de aanleg van elektriciteit, het gebruik van balpennen of auto’s, altijd zijn er mensen die niets moeten hebben van nieuwlichterij. Annegreet van Bergen kan hen stiekem wel begrijpen.

Voor het slapengaan lees ik ’s avonds in bed graag Engelse klassiekers. Maar met het klimmen der jaren wordt het er niet gemakkelijker op een pil van meer dan een kilo vast te houden. Intussen begonnen steeds meer mensen in mijn omgeving de loftrompet te steken over hun e-reader. Zelfs de man naast me in bed had er eentje, en hij kreeg er niet genoeg van mij te vertellen hoezeer hij daarmee in zijn nopjes was. Kortom, na ampele overwegingen ben ook ik overgegaan tot de aanschaf van een e-reader. Vervolgens kocht ik, onder begeleiding van mijn echtgenoot, mijn eerste e-boek. Terwijl Rebecca van Daphne du Maurier – hocus pocus in een mum van tijd via de wifi – op mijn reader belandde, stond ik, mijn lijf afgewend, gezicht richting het elektronische wonder, met ogen op steeltjes te kijken.

Ik voelde me Violet Crawley, Dowager Countess of Grantham, de oerconservatieve grootmoeder uit Downton Abbey. Geboren in 1842 moet zij niets hebben van de nieuwlichterij uit het begin van de twintigste eeuw en alles wat ze afkeurt begroet ze eveneens met een afgewend lijf. Wanneer haar zoon Robert elektrisch licht in zijn kasteel laat aanleggen, knippert ze met haar ogen; al dat licht vindt ze oogverblindend. Nóóit zou zijzelf elektriciteit in haar huis willen. ‘Ik zou geen oog dichtdoen, al die gassen.’ Wanneer Downton Abbey daarna ook nog eens telefoon krijgt, zegt ze het gevoel te hebben in een roman van H.G. Wells ­ indertijd een vermaard sciencefiction-auteur ­ te leven.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Nu lachen we om Grandma’s angst voor elektriciteit en telefoons. Wij kunnen ons een leven zónder niet meer voorstellen. Maar toen ik Rebecca had gelezen en Jamaica Inn op mijn e-reader had geladen, vroeg ik me af of latere generaties ook om mij zullen lachen. Want ik mag dan – voor in bed en misschien voor op vakantie – een e-reader hebben, toch gaat er voor mij niets boven het echte, papieren boek. Als je dat oppakt zie je tenminste meteen aan de cover om welk boek het gaat (of welk boek je echtgenoot leest), zie je hoe ver je in het boek bent en weet je waar je een bepaalde passage hebt gelezen (halverwege het boek linksboven). Vooralsnog zijn boeken op de e-reader voor mij eenheidsworst, terwijl elk papieren boek zijn eigen unieke karakter heeft. Daarom kan ik me niet voorstellen dat e-boeken ooit het echte boek zullen verdringen.

Ik voelde me de oerconservatieve grootmoeder uit Downton Abbey

Maar wie weet geeft de geschiedenis me ongelijk. Niet de minsten gingen me in dat opzicht voor. Zo had Cornelis Jetses (1873-1955), de tekenaar van de oude aap-noot-Mies-schoolplaten, weinig vertrouwen in de auto. Daarom liet hij in een van zijn leesboekjes een kapotte ‘tuftuf’ door een paard voorttrekken. Hilarisch is ook de scène uit de in 1966 verschenen roman Nooit meer slapen van W.F. Hermans, die ergens in de jaren vijftig speelt. Twee studenten bespreken tijdens hun wetenschappelijke expeditie in Noorwegen hoe je het best aantekeningen kunt maken. De twee zweren bij potloden (mits voorzien van een puntbeschermer, want anders breekt de punt steeds) en moeten niets hebben van balpennen. Een van de twee: ‘Ballpoints zijn van die nieuwigheden die alleen zijn uitgevonden om de mensen meer te laten betalen voor iets dat ingewikkeld is, zodat ze niet goedkoper uit zijn met iets dat eenvoudig is en al eeuwen voldoet.’

Van langer geleden is de uitspraak van Rutherford Hayes (1822-1893), de negentiende president van de Verenigde Staten. Toen hij voor het eerst keer een telefoon zag, zei hij: ‘Een prachtige uitvinding, maar wie zou die nu ooit willen gebruiken?’ Overigens zagen ook de meeste voorbijgangers in het Amsterdam van 1999 het nut niet in van een mobiele telefoon. Toen televisiemaker Frans Bromet hun vroeg of zij een mobiel zouden kopen, antwoordden ze: ‘Ik heb een gewone telefoon, waarom moet ik dan een mobiele hebben?’ ‘Als ik ergens strand, dan is er altijd wel een telefooncel of een boer met een telefoon.’ ‘Het lijkt me helemaal niet leuk om altijd bereikbaar te zijn.’

Nu is de Eiffeltoren voor miljoenen mensen een van de redenen om Parijs te bezoeken, maar voor de schrijver Guy de Maupassant was de toren de reden om Frankrijk eens en voor altijd Frankrijk de rug toe te keren. Hij vond dit indertijd – in 1889 – hypermoderne bouwwerk van smeedijzer en klinknagels foeilelijk. In zijn ogen was de Eiffeltoren ‘een belachelijke, schamele fabriekspijp’. Ook dat laat zien hoe opvattingen over iets nieuws in de loop der tijd kunnen veranderen. Voorlopig is het ongewis hoe het mijn ‘het boek zal altijd blijven’-voorspelling vergaat.

Annegreet van Bergen is econoom en journalist. Ze schreef het boek Gouden jaren, over de naoorlogse groei die ons leven op alle fronten heeft veranderd. In deze rubriek beschrijft ze voorwerpen die grote vernieuwingen met zich meebrachten.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 2 - 2018