Home Dossiers Fout in de oorlog ‘Waffen-SS’ers dachten dat het verleden niet lang aan hen zou kleven’

‘Waffen-SS’ers dachten dat het verleden niet lang aan hen zou kleven’

  • Gepubliceerd op: 1 maart 2024
  • Laatste update 04 mrt 2024
  • Auteur:
    Maud Zonneveld
  • 8 minuten leestijd
Waffen SS'ers in Vught
Kampen voor foute Nederlanders
Dossier Fout in de oorlog Bekijk dossier

Hoewel ze geen paspoort meer hebben, blijven veel Syriëgangers toch in Nederland. Ook in 1945 verloren mannen die zich bij de Duitsers hadden aangesloten hun Nederlanderschap. Maar de omgang met deze Waffen-SS’ers en de Syriëgangers verschilt volgens historicus Peter Romijn. ‘De huidige wetgeving draait om uitstoting, maar na de Tweede Wereldoorlog was ook sprake van re-integratie.’

Als Nederlanders met een dubbele nationaliteit zich aansluiten bij een terroristische organisatie zoals Islamitische Staat, mag de overheid sinds 2017 hun Nederlands paspoort intrekken. Het idee daarachter is dat ze dan verhuizen naar het land van hun tweede nationaliteit, maar dat gebeurt nauwelijks. Na de Tweede Wereldoorlog verloren vrijwilligers van de Waffen-SS ook hun Nederlandse nationaliteit. Daardoor ontstond een grote groep statelozen die al snel een probleem vormde voor de Nederlandse samenleving, vertelt Peter Romijn.

Meer historische context bij het nieuws? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Wie sloten zich aan bij de Waffen-SS?

‘Meer dan twintigduizend mannen uit alle lagen van de samenleving. Ze voelden zich aangetrokken tot het nationaal-socialisme. Veel van hen wilden met Hitlers Duitsland tegen het communisme strijden of waren voorstander van een Groot-Germaans Rijk. Maar er waren ook vrijwilligers die dachten dat ze er economisch op vooruit zouden gaan. Veel boerenjongens hoopten dat ze een bedrijf konden beginnen in gebieden die Duitsland in het oosten veroverde. Tot slot waren er ook “vrijwilligers” die geen keuze hadden: zij werden uit gevangenissen geronseld.

‘Veel boerenjongens hoopten dat ze een bedrijf konden beginnen in gebieden die Duitsland in het oosten veroverde’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

De meeste vrijwilligers waren tamelijk jong, maar er waren ook ouderen bij die hoopten dat een half jaar aan het Oostfront goed zou staan op hun cv. Voor nationaal-socialistische functionarissen was het zelfs de norm om een poosje in militaire dienst te gaan. Zo meldde een aantal Nederlandse burgemeesters zich aan voor militaire training, om te laten zien dat ze voor “de goede zaak” wilden vechten.’

Waar kwamen deze vrijwilligers terecht?

‘De meeste Nederlandse en internationale eenheden van de Waffen-SS kregen een opleiding in Duitsland en moesten daarna aan het Oostfront vechten. In de laatste fase van de bezetting werden de Nederlandse vrijwilligers ook in Oostenrijk, Duitsland, Frankrijk en zelfs Nederland ingezet. Zo vochten Nederlandse Waffen-SS’ers mee aan Duitse kant tijdens de Slag om Arnhem. Dat werd hen natuurlijk extra kwalijk genomen, want ze vochten tegen de bevrijding van hun eigen land.’

Een rekruteringsaffiche van de Nederlandse SS.
Een rekruteringsaffiche van de Nederlandse SS.

Wat was de publieke opinie over de Nederlandse Waffen-SS’ers?

‘Tijdens de oorlog was het vrij simpel: wie zich aanmeldde voor de Waffen-SS werd niet meer als landgenoot gezien. Maar de meeste Nederlanders wisten niet precies waar de vrijwilligers terecht waren gekomen. Vooral in het chaotische laatste jaar van de oorlog had niemand zicht op de Nederlandse Waffen-SS’ers. Maar toen er na de oorlog verhalen naar buiten kwamen, werd hun rol in de oorlog hen zwaar aangerekend.’

Hoe verliep hun berechting?

‘Kort na de bevrijding werden enkele Waffen-SS’ers door een Nederlandse krijgsraad ter dood veroordeeld en geëxecuteerd. De bestaande wetgeving ging vooral over spionage en was niet toereikend om alle dimensies van hulpverlening aan de vijand te bestraffen. Vanaf augustus 1945 werden daarom bijzondere gerechtshoven geïnstalleerd voor de berechting van “politieke delicten” – oftewel “landverraad”. Die moesten vaststellen of een Waffen-SS’er zijn land had verraden en welke straf daarbij paste. Aanvankelijk veroordeelden deze bijzonder gerechtshoven ook een aantal Waffen-SS’ers ter dood, maar in hoger beroep werd dat al snel teruggedraaid. De Nederlandse staat kon namelijk onmogelijk duizenden mannen executeren. In plaats daarvan kregen ze een gevangenisstraf van tien tot twaalf jaar.

‘De Nederlandse staat kon namelijk onmogelijk duizenden mannen executeren’

De afrekening had ook een administratieve kant. Destijds verloor je automatisch het Nederlanderschap als je zonder toestemming van de Kroon in vreemde krijgsdienst trad. Vanaf dat moment was je in feite stateloos. Als Waffen-SS’ers uit de gevangenis kwamen, moesten ze daarom een verblijfsvergunning en een arbeidsvergunning aanvragen. Door hun stateloosheid konden ze geen aanspraak maken op allerlei rechten, zoals een ziektekostenverzekering of pensioen. Dat raakte hun families eveneens, want als een man zijn nationaliteit kwijtraakte, verloren de echtgenote en kinderen die automatisch ook. Ze werden niet eens tweederangsburgers; ze waren überhaupt geen burgers meer.’

Veel Syriëgangers blijven ondanks het verlies van hun Nederlandse nationaliteit in Nederland. Gold dat ook voor de veroordeelde SS’ers?

‘Een aantal zware oorlogsmisdadigers vluchtten naar Duitsland. In 1943 had Adolf Hitler namelijk een decreet uitgevaardigd op basis waarvan vrijwilligers van de Waffen-SS de Duitse nationaliteit konden krijgen. Dat was achteraf aantrekkelijk, want de Bondsrepubliek weigerde om Duitsers uit te leveren aan vreemde mogendheden. Toch probeerden de meesten zich in Nederland zelf te redden. Omdat er al vrij snel gepraat werd over teruggave van de nationaliteit, hadden veel statelozen niet het gevoel dat hun verleden lang aan hen hoefde te kleven.’

Waarom gaf de overheid hun het Nederlanderschap terug?

‘De regering wilde voorkomen dat ze aan de rand van de samenleving kwamen te staan en communistisch zouden worden of de illegaliteit in zouden gaan. Vanaf 1953 konden ze onder voorwaarden hun Nederlandse nationaliteit terug te krijgen; maar dit was een gunst en geen recht.  Zo mochten de Waffen-SS’ers zich tijdens de oorlog niet zwaar misdragen hebben en mocht er geen enkele twijfel bestaan over hun toekomstige gedrag. Het was dus een vorm van voorwaardelijke integratie. Bovendien kregen ze hun kiesrecht niet automatisch terug.’

Hoe probeerde de overheid oud-SS’ers te re-integreren?

‘Tussen 1946 en 1950 was er een groot re-integratieprogramma voor de “lichte gevallen” en ”gewone NSB’ers”. Zo werden er tussen 1946 en 1948 tienduizenden mensen voorwaardelijk vrijgelaten uit interneringskampen en onder toezicht geplaatst van een reclasseringsinstelling: de Stichting Toezicht Politieke Delinquenten. Maar in 1951, toen veel Waffen-SS’ers nog vastzaten, werd die stichting opgeheven. Toen de ex-vrijwilligers terugkeerden in de samenleving, verliep re-integratie via reguliere instellingen. Vooral de gemeentelijke bureaus voor sociale zaken kregen die zware taak; zij moesten de beroepen op de armenwet en aanvragen van arbeidsvergunningen regelen. Omdat gemeentes de regels voor veroordeelde SS’ers vaak verschillend toepasten, ontstond er rechtsongelijkheid. Dat was voor de staat ook een reden om teruggave van de Nederlandse nationaliteit makkelijker te maken.’

Gevangen in Vught
Gevangenen in interneringskamp Vught scheren elkaar, 1 juni 1945. Foto: WikiCommons.

Was de re-integratie een succes?

’De meeste Waffen-SS’ers hadden het gevoel dat ze niet meer bij de samenleving hoorden en velen vroegen zich af of ze dat überhaupt nog wel wilden. Sommigen wilden de Nederlandse nationaliteit en het kiesrecht niet terug: wat hadden zij aan de Nederlandse democratie die hen zo slecht behandeld had? Maar er waren ook Waffen-SS’ers die erkenden dat ze een fout hadden gemaakt en hun reputatie wilden herstellen. Zij kregen vaak te maken met een glazen plafond. Ze mochten bijvoorbeeld wel lid worden van clubs, maar geen zitting nemen in het bestuur; ze mochten ook gemeenteraadslid worden, maar een rol als wethouder zat er niet in.

‘Deze mannen zouden altijd een label houden’

De manier waarop andere Nederlanders met de Waffen-SS’ers omgingen, verschilde. In steden hoefden ze niet veel last te hebben van hun verleden. Maar in dorpen verspreidden de verhalen zich sneller. Daar was het van groot belang hoe een Waffen-SS’er bij de inwoners bekend stond. Was hij alleen maar een landverrader? Of was hij ook een buurman die hielp bij de oogst en zijn best deed te re-integreren? In dat geval kon de omgeving vaak wel over zijn verleden heen groeien. Maar een label zouden deze mannen altijd houden.’

Ziet u overeenkomsten met de Syriëgangers die nu hun Nederlandse nationaliteit verliezen?

‘De SS-vrijwilligers verloren automatisch hun nationaliteit, maar de rechtsgang voor Syriëgangers is anders. Zij raken niet vanzelfsprekend hun Nederlandse nationaliteit kwijt; dat gebeurt op basis van een ministeriële beslissing die van geval tot geval wordt genomen. Bovendien gaat het nu om een beperkt aantal mensen in plaats van een massale groep. Bij de Syriëgangers is sprake van een onwil om de groep te re-integreren. De huidige wetgeving voor Syriëgangers draait dus om uitstoting, terwijl de toenmalige wetgeving zich na verloop van tijd juist richtte op re-integratie.’

Peter Romijn is historicus, gespecialiseerd in de geschiedenis van het openbaar bestuur in tijden van oorlog en crises. Hij is emeritus-hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. Van 1996 tot 2022 was hij hoofd onderzoek en adjunct-directeur van het NIOD.

Openingsafbeelding: Nederlandse SS’ers in interneringskamp Vught op 1 juni 1945. Foto: Wikimedia Commons.