Exact een eeuw geleden begon een revolutie die gek genoeg in vrijwel geen enkel geschiedenisboek te vinden is. En dat terwijl de hele wereld er rigoureus door veranderde. Waar anders dan in het zo rebelse Frankrijk vloog een piloot in september 1921 voor het eerst flink harder dan 300 kilometer per uur? Een prestatie die tot dat moment gold als onmogelijk. Twee maanden later bleef een geheel metalen Junkers voor het eerst langer dan een etmaal in de lucht – ook al zo’n barrière die lang onmogelijk te slechten leek. Vliegen was een volwassen manier van transport geworden; onze planeet begon in hoog tempo te krimpen.
En dat waren nog maar de inleidende beschietingen. Er volgde een langdurige periode van hevige turbulentie. Luchtvaart ging steeds hoger, sneller en verder. Met als mijlpaal de vlucht van Charles Lindbergh tussen New York en Parijs in 1927. Niet dat het daarmee ophield: drie jaar later vlogen mensen al over de polen en het snelheidsrecord stond aan het einde van het decennium ruim boven de 600 kilometer per uur. Vliegtuigbouwers die iets te lang vasthielden aan oude technologie, liepen gelijk hopeloos achter, zo ondervond pionier Anthony Fokker tot zijn schade en schande.
De geschiedenis herhaalt zich volgens het cliché constant, maar altijd net even anders. Ook de jaren twintig van deze eeuw beloven een tijdperk van versnelling in de luchtvaart te worden. Alleen vindt de acceleratie nu plaats op een gebied waar de piloten van een eeuw geleden geen weet van hadden: duurzaamheid. Ook nu telt het begin van dit decennium opvallend veel eerstelingen. In augustus landde voor het eerst een elektrisch toestel op Schiphol. Chinezen presenteerden een paar maanden eerder de primeur van een straalmotor op stroom – lange tijd voor onmogelijk gehouden. Een experimenteel Duits toestel met elektromotor verbeterde het snelheidsrecord klimmen.
Het grote verschil met toen is dat we nu weten wat het doel is. Halverwege deze eeuw moet de luchtvaart volgens internationale afspraken totaal groen zijn. Een doelstelling die alleen kan worden gehaald met een explosie aan records à la de roaring twenties. Net als Fokker een eeuw geleden, zal dat de nodige slachtoffers eisen. De dubbeldeks Airbus superjumbo, net tien jaar in dienst, ligt in veel landen al bij de recycling. Vier motoren die kerosine slurpen – het is zo vreselijk twintigste-eeuws. En net als een eeuw geleden zullen sommige nieuwe technologieën tussenoplossingen blijken, vraag dat maar aan de ooit zo machtige firma Zeppelin.
Maar als de geschiedenis inderdaad repetitief is – en daar lijkt het verdomd veel op – is de moderne Lindbergh nu al onder ons. Ik kan niet wachten om te zien wat onze Spirit of Saint Louis gaat worden, een Boeing met zonnepanelen in 2027?