Op 29 november staan de Verenigde Staten en Iran tegenover elkaar op het WK voetbal in Qatar. Deze aartsvijanden speelden ook tegen elkaar op het WK in 1998. Die match was geen gewoon potje voetbal, maar draaide uit op een historische wedstrijd die tot toenadering tussen de twee landen leidde. Al duurde dat niet lang.
Recente voetbalhoogtepunten voor Nederland zijn de eindzege van Oranje op het EK in 1988, de goal van Dennis Bergkamp tegen Argentinië op het WK in 1998 en de duikkopbal van Robin van Persie tegen Spanje op het WK in 2014. Maar voor Iran is er maar één wedstrijd die in het collectieve geheugen gegrift staat: de 1-2 overwinning op de Verenigde Staten, behaald op 21 juni 1998 tijdens het WK in Frankrijk. Brian McBride maakte het doelpunt voor de VS, Hamid Estili en Mehdi Mahdavikia scoorden de goals voor Iran.
Meer historische context bij het nieuws? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
De Iraanse zege leidde tot uitzinnige vreugde in de straten van Teheran en elders: dansende menigten, toeterende auto’s, wapperende Iraanse vlaggen. Sportief gezien had er veel druk gestaan op de clash: beide teams hadden hun eerste groepswedstrijd verloren en hadden een goed resultaat nodig om nog kans te maken op de finaleronden.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
“Het succes vervulde de Iraniërs met trots”
Zo ver kwam het overigens niet, want op de Iraanse overwinning – de eerste winstpartij van Iran ooit op een WK – volgde een 0-2 verlies tegen Duitsland. Het Iraanse elftal kon zijn koffers pakken, maar dat deed door de overwinning op de Amerikanen net wat minder pijn. Het succes vervulde de Iraniërs met trots. ‘Het was de eerste keer na de revolutie van 1979 dat de wereld positief naar Iran keek,’ zegt de Iraanse BBC-sportjournalist Pooria Jafereh, die bij de wedstrijd was en er een documentaire over maakte. ‘Vooral door de gijzelingscrisis van 1979 stond Iran er niet goed op in de internationale gemeenschap.’
Schurkenstaat
Een groep radicale Iraanse studenten had vanaf november 1979 52 Amerikaanse gijzelaars vastgehouden in de Amerikaanse ambassade in Teheran. Zij eisten de uitlevering van sjah Mohammad Reza Pahlavi. Hij was gevlucht voor de revolutie, die Iran van een prowesterse monarchie in een antiwesterse islamitische theocratie had veranderd. De gijzelaars werden na 444 dagen vrijgelaten, maar de relatie tussen Iran en de Verenigde Staten was verpest. Amerika sneed de diplomatieke banden door, bevroor Iraanse tegoeden en voerde sancties in tegen de import van Iraanse olie.
Iran ontpopte zich tot schurkenstaat en internationale paria onder leiding van de grootayatollahs Khomeini en later Khamenei. De woede over het verleden speelde daarbij een grote rol: in 1953 hadden de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk een coup gesteund, waarin de door het parlement gekozen premier Mohammed Mossadeq was vervangen door de sjah. Door Irans steun aan internationaal terrorisme, militaire schermutselingen en de Irak-Iranoorlog in de jaren tachtig – waarin Amerika Irak steunde – bleef de band met Amerika slecht. In de jaren negentig besloten de Verenigde Staten tot een algeheel handelsverbod en maatregelen om te voorkomen dat Iran nucleaire wapens in handen zou krijgen.