Als er geen stokje voor wordt gestoken door welwillende overheden, worden Pims spullen bij opbod verkocht. De huidige eigenaren moeten ervanaf. Waar zijn nu de kapitaalkrachtige vastgoedvriendjes van Pim? Waar blijft de nationale collecte om Pims goederen te redden van verspreiding over de zolders en kelders van koopjesjagers? Waar is de liefde voor de grote Voorganger gebleven?
De laatste manifestatie van pimofilie was bij de verkiezing van de Grootste Nederlander Aller Tijden. Toen zat vak Pim nog vol verbeten aanhangers die zich geschoffeerd achtten door het linksige establishment. Pim eindigde nipt als tweede achter Willem van Oranje. Er gingen verontwaardigde stemmen op dat de uitslag was gemanipuleerd. Zou nu diezelfde verkiezing plaatsvinden, dan vrees ik dat Pim niet eens de top-twintig zou halen. Nee, Pim is geen blijvertje gebleken.
Dat roem snel vervliegt is een cliché, maar het keren van de fortuin van Fortuyn heeft wel heel snel zijn beslag gekregen. Dat had ik toch niet durven hopen toen tijdens de protserige uitvaart van de kale politicus onweerstaanbaar het verlangen naar emigratie bij me opkwam. Wat is er met de trouw aan het gedachtegoed van Pim gebeurd? Ligt die ook op de veiling?
Niet helemaal. De aanhang van Pim was niet zozeer de aanhang van Pim als wel een kudde op zoek naar een leider. Dat Pim zich opwierp en werd omhelsd als herder was op zichzelf opmerkelijk. Hoe kon de Nederlandse kleinburgerij een eclatante relnicht met schoothondjes en een dark-roomhobby tot koning kronen?
Het was bij gebrek aan beter. Na de moord op Pim was het electoraat even de kluts kwijt, maar vond al snel een veilige haven bij de nieuwe sterke man: Rita Verdonk, die het schip van staat op vaste koers zou houden. Maar ook Rita’s troon begon al snel te wankelen. Haar leiderscapaciteiten werden door de ruzie in haar ‘beweging’ al snel ondergraven. Exit Rita.
Vak Pim bleef op zoek naar een leider die begrijpelijke taal spreekt, die niet Haags is, die zegt wat hij denkt en doet wat hij zegt, die opkomt voor de gewone, hardwerkende Nederlander. Ondanks zijn rare haar en zijn Limburgse accent heeft Geert Wilders Pim-capaciteiten. Hij heeft nul charisma, maar zijn optreden in en buiten de Kamer is consistent.
Zijn kompanen nemen net zomin als hij een blad voor de mond, ze roeren zich (in tegenstelling tot Verdonk) in het parlement, altijd in de oppositie, en vormen zodoende een beetje een rebellenclub. De rest van de Kamer is tegen hen. Dat is een pre op straat. Elk akkefietje doet het virtuele zetelaantal van Wilders groeien: rechtsvervolging, uitwijzing uit Engeland, meedoen aan Europese verkiezingen én tegen Europa zijn. Wilders’ partij wordt misschien wel net zo groot als de LPF destijds, en wie weet moeten ze aan de bak. Ik ben benieuwd wat Geerts plannen zijn om de economische crisis te bestrijden. Ik neem aan dat Slotervaart wordt leeggepompt.
Elk land krijgt de leider die het verdient. Dat cliché heb ik nooit begrepen. Hoezo ‘verdient’? Wat is dat voor ‘eigen schuld, dikke bult’-wijsheid? Het volk krijgt de leider die het kiest. Maar daarmee verdient dat volk die leider nog niet. Een dom volk dat een domme leider kiest verdient juist een slimme leider, lijkt mij. En een arrogant, hooghartig volkje heeft veel baat bij een bescheiden en meelevende leider.
Een volk verdient een leider die de slechte eigenschappen van dat volk compenseert, niet een die ze vergroot. Een volk verdient dus per definitie een leider die het eigenlijk niet geneigd is te kiezen, tenzij het volk de volmaaktheid aardig benadert en dus een navenante leider kiest. Maar welk volk, afgezien van de Fransen, zou van zichzelf in ernst durven beweren dat het volmaakt is?
Intussen moeten we maar een plaatsje inruimen voor Pims spullen in het Nationaal Historisch Museum. Maak er ook maar vast een plankje vrij voor Wilders’ waterstofperoxide.
Dit artikel is exclusief voor abonnees