Zondag 27 oktober maakt juryvoorzitter Gerdi Verbeet bekend wie de Libris Geschiedenis Prijs voor het beste geschiedenisboek van het afgelopen jaar heeft gewonnen. Rob Hartmans bespreekt de tien genomineerden in alfabetische volgorde.
De Libris Geschiedenis Prijs is de jaarlijkse prijs voor het beste geschiedenisboek in Nederland. De prijs is een initiatief van Historisch Nieuwsblad, Libris, het Nederlands Openluchtmuseum, de VPRO, het Rijksmuseum en Trouw. Dit is de achttiende keer dat de prijs – een bedrag van 20.000 euro – wordt uitgereikt. Dat gebeurt dit jaar op zondag 27 oktober tijdens een speciale live-uitzending van het radioprogramma OVT.
Een tragische ‘knuffelallochtoon’
Begin jaren negentig maakte Anil Ramdas (1958-2012) een vliegende start als publieke intellectueel, niet in de laatste plaats door een spraakmakend optreden in het tv-programma Zomergasten, waarin hij de identiteitscrisis van het Westen en de positie van de migrant centraal stelde. Omdat hij moeiteloos westerse denkers en romanschrijvers citeerde, scherpe kritiek had op zijn geboorteland Suriname en van mening was dat veel migranten te gretig voor de slachtofferrol kozen, werd hij al spoedig de ‘knuffelallochtoon’ van ‘weldenkend’ Nederland. Naarmate hij scherper kritiek leverde op de Nederlandse samenleving riep hij steeds meer weerstand op.
Karin Amatmoekrim laat heel duidelijk zien hoe verscheurd de positie van Ramdas was. Hij hoorde niet meer bij Suriname, maar hoorde eigenlijk nooit echt bij Nederland, terwijl zijn positie als kosmopoliet enorm werd bemoeilijkt doordat hij in het Nederlands schreef. Uiteindelijk bleek hij veel minder te kunnen bereiken dan hij aanvankelijk had gehoopt en verwacht, terwijl hij tevens leed onder het guurder wordende geestelijke klimaat in Nederland. Op zijn 54ste verjaardag maakte hij een eind aan zijn leven. Een liefdevol maar niet onkritisch boek over een veelbelovende en tragische figuur.

In wat voor land leef ik eigenlijk? Anil Ramdas, onmogelijk kosmopoliet
Karin Amatmoekrim
517 p. Prometheus, € 39,99
Een ‘foute’ adellijke familie
‘Geschiedenis is de zekerheid die ontstaat op het punt waar de gebreken van de herinnering en de onvolkomenheid van de documentatie samenkomen.’ Dit citaat uit een roman van Julian Barnes staat in het nawoord van Bas von Benda-Beckmanns dikke familiegeschiedenis. Van generatie op generatie overgeleverde familieverhalen zijn doorgaans sterk ingekleurd en vertekend, maar bij gebrek aan schriftelijke bronnen zijn ze meestal niet goed te controleren. Maar in de adellijke Duitse familie van de auteur zijn veel documenten bewaard gebleven, terwijl hij de familieverhalen ook confronteert met de uitvoerige historische literatuur.
Centraal in het boek staat zijn oudtante Luise, die secretaresse, minnares en uiteindelijk echtgenote was van Alfred Jodl, met Wilhelm Keitel de belangrijkste en meest loyale generaal van Hitler. Beiden werden in Neurenberg ter dood veroordeeld en opgehangen. Luise heeft zich na de oorlog onvermoeibaar ingespannen om de reputatie van Jodl wit te wassen en Von Benda-Beckmann beschrijft nauwgezet hoe zij hierbij de geschiedenis naar haar hand probeerde te zetten. De lezer leert uit dit bijzonder goed geschreven boek niet alleen deze familie kennen, maar steekt ook heel wat op over de turbulente geschiedenis van Duitsland in de negentiende en twintigste eeuw.

Het kleedje voor Hitler. Een familiegeschiedenis
Bas von Benda-Beckmann
672 p. Querido, € 36,99
Monument voor onderduikers
Onder Nederlandse Joden die de Holocaust hadden overleefd bestond na de oorlog zoiets als een, vaak onuitgesproken, ‘hiërarchie van leed’. Degenen die de ‘echte’ vernietigingskampen, zoals Auschwitz en Sobibor, hadden overleefd stonden bovenaan. Dan volgden ‘minder erge’ kampen als Bergen-Belsen en Theresienstadt, en helemaal onderaan bevonden zich de mensen die zo verstandig waren geweest om onder te duiken en die nooit gepakt waren. Zij hadden de verschrikkingen van de kampen niet meegemaakt en waren ‘veilig’ geweest.
Hoewel in egodocumenten en boeken over de oorlog de Joodse onderduikers wel genoemd worden, is er nooit veel aandacht geweest voor wat ze hebben meegemaakt. In Een adres heeft Michal Citroen dat rechtgezet. Uit de talloze getuigenissen die zij verzameld heeft wordt duidelijk tot welke trauma’s ook de onderduik kon leiden. Jarenlang opgesloten zitten in meestal benauwde en oncomfortabele ruimtes, soms met mensen die je niet kon uitstaan, de voortdurende angst alsnog opgepakt en als ‘strafgeval’ naar ‘het oosten’ te worden gestuurd, en de enorme zorgen om het onbekende lot van gedeporteerde familieleden en vrienden – dit alles leverde vaak onherstelbare psychische schade op waar nauwelijks aandacht voor was. Michal Citroen heeft voor de Joodse onderduikers alsnog een monument opgericht.

Een adres. De geschiedenis van de joodse onderduik
Michal Citroen
638 p. Alfabet, € 39,99
Portret van een provocateur
Theo van Gogh (1957-2004) was in veel opzichten een wandelend rampgebied. De filmmaker en columnist was verslaafd aan aandacht, maakte van zijn privéleven een puinhoop, probeerde zijn dikwijls controversiële opvattingen zo extreem en kwetsend mogelijk te formuleren, kreeg met de meeste mensen ruzie en betoonde zich daarna vaak buitengewoon wraakzuchtig.
Dat deze biografie niettemin geen seconde verveelt komt niet alleen doordat ook blijkbaar in deze lezer een ramptoerist schuilt, maar vooral doordat Jaap Cohen erin geslaagd is een spannend én integer portret te schilderen van een complexe en provocatieve persoonlijkheid. Trefzeker beschrijft hij Van Goghs geprivilegieerde jeugd, zijn al vroeg aan de dag tredende hang naar reuring en erkenning, zijn carrière als cineast en schrijver, zijn hartstochtelijke, compromisloze en ongezonde levenswijze, en zijn tragische dood.
Hiermee schetst Cohen tevens een beeld van een Nederland waarin de culturele revolutie tegen gezag en traditie van de jaren zeventig deels uitliep op hedonisme, hyperindividualisme en een steeds ruiger wordend geestelijk klimaat. Het belangrijkste is dat Van Gogh niet gereduceerd wordt tot pestkop en schreeuwlelijk, maar evenmin wordt omgetoverd in de onbaatzuchtige ‘held van het vrije woord’ die velen in hem wilden zien.

De bolle Gogh. Biografie
Jaap Cohen
686 p. Querido, € 34,99
Vredesoverleg in Den Haag
De Russische tsaar Nicolaas II stond niet bekend als een bijzonder verlicht vorst, en nog minder als een groot denker, maar niettemin was het op zijn initiatief dat in 1899 en 1907 in Den Haag internationale conferenties werden gehouden. Het doel was te komen tot een nieuwe wereldorde, waarin conflicten als het even kon niet langer door oorlog werden beslecht. En wanneer het toch zo ver kwam, zou oorlogvoering aan strenge regels gebonden zijn.
Doordat in 1914 desondanks de Eerste Wereldoorlog uitbrak, zijn deze vredesconferenties vaak weggezet als naïeve of hypocriete mislukkingen. De Duits-Nederlandse diplomaat en jurist Benjamin Duerr toont aan dat dit veel te kort door de bocht is. Er zijn toen zeker dingen bereikt en in feite werden daar de eerste stappen gezet op weg naar wat later de Volkenbond en de Verenigde Naties zouden worden.
Op zich kan een dergelijke diplomatieke geschiedenis snel saai worden, maar Duerr schrijft heel goed en weet belangrijke figuren als de Oostenrijkse pacifiste Bertha von Suttner, de Nederlandse minister Willem Hendrik de Beaufort, de invloedrijke Amerikaanse maritiem historicus Alfred Thayer Mahan en de Russische minister Fedor Martens overtuigend te portretteren.

De droom van Den Haag. De Haagse Vredesconferenties en het ontstaan van een nieuwe wereldorde
Benjamin Duerr
318 p. Atlas Contact, € 24,99
Nederlanders in Indië
Nederlanders hadden niets in Indonesië te zoeken en het kolonialisme was misdadig. Punt. Wie voldoende heeft aan deze conclusie hoeft dit boek niet te lezen. Maar voor wie nieuwsgierig is naar de wijze waarop negentiende-eeuwse Nederlanders naar het eilandenrijk in ‘de Oost’ keken, en hoe zij zich verhielden tot de koloniale werkelijkheid, is De ontdekking van Insulinde een aanrader.
Literatuurhistoricus Rick Honigs heeft onderzoek gedaan naar wat Nederlanders die in de negentiende eeuw door de kolonie reisden schreven over de natuur en de inwoners van de archipel. Hij maakte hierbij gebruik van publicaties, rapporten, dagboeken, brieven en andere egodocumenten.
Veel reizigers waren diep onder de indruk van de overweldigende en exotische natuur, sommigen uitten kritiek op de wijze waarop de kolonie bestuurd werd, maar vrijwel allemaal schreven ze tamelijk negatief over de bevolking. De ‘inlanders’ werden dikwijls gezien als lui, achterbaks, barbaars en in het gunstigste geval als ‘kinderlijk’ – in ieder geval als mensen die voorlopig nog niet zonder de leidende hand van de Nederlanders konden. In dit uitstekend geschreven en prachtig geïllustreerde boek zien we duidelijk hoe Nederlanders zich in de kolonie bewogen en hoe ze deze beleefden. Pijnlijk maar verhelderend.

De ontdekking van Insulinde. Op reis in Nederlands-Indië in de negentiende eeuw
Rick Honigs
556 p. Prometheus, € 49,99
Wereld van de Zijderoute
Over de zogenoemde Zijderoute, het netwerk van karavaanroutes tussen China en het Midden-Oosten, is de laatste jaren veel gepubliceerd. Vaak begint dat verhaal met de Chinese diplomaat die in de tweede eeuw voor Christus naar het westen werd gestuurd om bondgenoten en handelspartners te zoeken. De jonge oudhistoricus Daan Nijssen, die eerder een veelgeprezen boek over Mesopotamië schreef, laat heel helder en overtuigend zien dat de Chinezen in het Midden-Oosten konden aanknopen bij een veel ouder handelsnetwerk, waarvan de oude stad Babel het kloppend hart was.
In dit boek beschrijft Nijssen de politieke ontwikkelingen en de opkomst van handelsnetwerken in Zuidwest-Azië tussen circa 3000 v.Chr. en 200 n.Chr. Omdat de meeste mensen bij het begrip Oudheid in eerste instantie aan de Griekse beschaving en het Romeinse Rijk denken, of hooguit nog aan het oude Egypte, zullen veel figuren, plaatsen en gebeurtenissen in dit boek voor de gemiddelde lezer nieuw zijn. Nijssen weet deze relatief onbekende wereld echter helder te schetsen, waarbij hij veel citeert uit contemporaine bronnen en de lezer kennismaakt met allerlei kleurrijke figuren.

Alle wegen leiden naar Babel. De voorgeschiedenis van de Zijderoute
Daan Nijssen
334 p. Omniboek, € 29,50
Bruisend Amsterdam
Hedendaagse Amsterdammers die klagen over de talloze toeristen met hun rolkoffers, appende pubers op fatbikes en grondwerkers die voor de zoveelste keer de straat opbreken, denken wellicht dat het vroeger veel rustiger was. Uit dit boek van de jonge historicus Bob Pierik blijkt dat dit in de zeventiende en achttiende eeuw zeker niet het geval was.
De auteur heeft ruim 600 getuigenverklaringen uit het archief van de hoofdofficier van het hof van Holland bestudeerd. Deze stukken vormen niet alleen een interessante bron die veel zegt over de toenmalige opvattingen over goed en kwaad, over recht en onrecht, maar vertellen nog veel meer. In deze uitvoerige verklaringen van getuigen of verdachten van overtredingen en misdrijven heeft Pierik veel opmerkelijke details ontdekt die hem in staat stellen een inkijkje te geven in het dagelijks leven van gewone Amsterdammers.
We zien sleepkoetsen door de smalle straten gaan, schippers die ruzie krijgen, woedende huurbazen verhaal halen bij niet-betalende blijvende huurders, vrouwen die hangend over de onderdeur van hun woning commentaar leveren op al die drukte op straat, en mensen die klagen over het seksuele wangedrag van hun buren. Een zeldzaam levendig portret van een bruisende stad.

Zoveel leven voor de deur. Een geschiedenis van alledaags Amsterdam in de zeventiende en achttiende eeuw.
Bob Pierik
253 p. Meulenhoff, € 26,99
Leven als kunstwerk
Hugo Claus (1929-2008) was larger than life. Naast romanschrijver was hij ook dichter, vertaler, toneelschrijver, regisseur, scenarist, cineast, schilder en womanizer. En dat alles deed hij met volle overgave en talent. Vandaar dat Mark Schaevers zijn vuistdikke biografie ook nadrukkelijk en terecht De levens van Claus heeft genoemd.
Claus was in Vlaanderen in z’n eentje wat in Nederland de Grote Drie waren en hij domineerde elk gezelschap waarin hij verscheen. Hij genoot hier duidelijk van en trachtte van zijn leven een groot, mythisch kunstwerk te maken, waarbij hij niet te beroerd was zijn vele, al dan niet zelfbenoemde, vrienden en vriendinnen te gebruiken. Tegelijkertijd hield hij vaak afstand en uit deze prachtig geschreven biografie komt ook een man naar voren die ondanks alle succes ten diepste vrij eenzaam was.
Schaevers bespaart de lezer weinig details, maar door zijn fraaie stijl verveelt het boek nooit en bovendien weet hij Claus heel goed te plaatsen binnen de literaire en maatschappelijke context van zijn tijd. Het einde van de schrijver – die aan de ziekte van Alzheimer leed en euthanasie kreeg – is heel aangrijpend beschreven.

De levens van Claus. Biografie
Mark Schaevers
975 p. De Bezige Bij, € 49,99
Wantrouwen in de politiek
Bij de invoering van het algemeen kiesrecht besloot de wetgever dat burgers voortaan ook de plicht hadden hun stem uit te brengen. Extreem-rechtse en extreem-linkse tegenstanders van de parlementaire democratie grepen deze ‘stemdwang’ aan om het politieke bestel belachelijk te maken en sloegen de handen ineen. Zo werden bij de gemeenteraadsverkiezingen van Amsterdam de immer dronken zwerver Hadjememaar en de anarchistische agitator Bertus Zuurbier in de raad gekozen.
Achteraf noemden de initiatiefnemers zich de Rapaille Partij en ook in andere plaatsen ontstonden dergelijke groepen. In de politieke geschiedenis van Nederland wordt dit fenomeen vaak beschreven als ‘grap’ of hooguit als voetnoot bij de toch al niet indrukwekkende geschiedenis van het vaderlandse fascisme. De gerenommeerde fascismekenner Robin te Slaa heeft als eerste diepgaand onderzoek gedaan naar dit verzet tegen de parlementaire democratie. In zijn gedetailleerde, uitstekend leesbare boek laat hij zien dat de kunstenaars en intellectuelen die verantwoordelijk waren voor deze actie niet alleen figuren waren die later in fascistisch vaarwater terechtkwamen, maar dat ook verschillende anarchisten een belangrijke rol speelden. In een tijd dat het wantrouwen in de politiek sterk toeneemt is dit ook een zeer actueel boek.

De Rapaille Partijen. Antipolitieke sentimenten 1918-1931
Robin te Slaa
410 p. Boom, € 32,90